Una cierta disposición a recibir es un requisito previo para el siguiente anuncio: la fe viva es la roca sobre la cual Jesucristo quiso ver edificada Su iglesia.... una fe tan profunda e inquebrantable como la que tuvo Pedro mientras el Señor estuvo cerca de él. Pedro fue, por tanto, un ejemplo de alguien que quería pertenecer a la iglesia de Cristo. Porque sin esta fe, la enseñanza de Cristo, es decir, Su Evangelio, no era aceptable.... Sólo la fe afirma a Jesucristo y Lo reconoce como el Hijo de Dios y Redentor del mundo.... Así también se debe aceptarlo que los discípulos difundieron por el mundo, primero tenían que creer en un Dios de amor, bondad y misericordia, en un Dios de sabiduría y omnipotencia, en un Dios de justicia. Sólo entonces Sus enseñanzas podían ser aceptadas por ellos como voluntad divina, por lo que una fe profunda era un requisito previo.
Todos Sus discípulos tenían una profunda fe y, por lo tanto, aceptaron Sus enseñanzas rápidamente y buscaron hacer justicia a la voluntad divina que Él les había revelado. Así penetraron cada vez más el conocimiento de las verdades divinas, y esto también despertó en ellos la capacidad de enseñar según la voluntad de Dios, lo que nunca hubiera sido posible si les hubiera faltado la fe. Así dice el Señor: “edificaré Mi iglesia sobre ti”.... Y Su iglesia es la comunidad de aquellos que quieren seguir a Jesucristo; Su iglesia es la pequeña comunidad de quienes creen firme e inquebrantablemente todo lo que el Señor ha dicho y hecho en la Tierra; que, por esta fe, se esfuerzan por cumplir los mandamientos de Dios, que desean la vida eterna y, por tanto, vive la vida terrenal según la voluntad de Dios....
La iglesia es una comunidad de creyentes.... y si la gente tiene una fe profunda, ningún poder del infierno podrá jamás sacudir esta fe y tener poder sobre personas tan plenamente creyentes que sólo buscan a Dios y Le reconocen como su Señor y Creador. La fe profunda en Dios siempre romperá el poder del adversario, porque quien vive en la fe también vive en el amor, y el amor es el oponente más feroz del adversario. Entonces, ¿qué es más comprensible que el Señor tome como ejemplo al más fiel de Sus discípulos, que haga de la fe fuerte un requisito previo para pertenecer a Su iglesia?.... que Pedro encarnó esta fe y Jesucristo quiere contar a todos aquellos a Su iglesia, que también son profundamente creyentes.... ¡Qué fáciles son de entender las Palabras y cómo las entiende el mundo!....
amén
TraductorDe volgende kennisgeving moet met een zekere vreugde ontvangen worden: Het levende geloof is de rots, waarop Jezus Christus Zijn kerk gebouwd wilde zien. Een geloof, zo diep en onwankelbaar, zoals Petrus het had, zolang de Heer in zijn nabijheid was. Derhalve was Petrus een voorbeeld voor diegene, die bij de kerk van Christus wilde horen. Want zonder dit geloof was de leer van Christus, dus Zijn evangelie, niet aan te nemen. Alleen het geloof beaamt Jezus Christus en erkent Hem als Gods Zoon en Verlosser van de wereld. Zouden dus de mensen datgene aannemen, wat de discipelen overal verbreidden, dan moesten ze vooreerst geloven in een God van Liefde, Goedheid en Barmhartigheid; in een God van Almacht en Wijsheid; in een God van Rechtvaardigheid. Dan pas konden Zijn leren als Wil van God ingang bij hen vinden, dus was het diepe geloof vereist.
Zijn discipelen hadden allen een diep geloof en daarom namen ze Zijn leer heel vlug aan en probeerden ze te beantwoorden aan de goddelijke Wil, Die Hij hun had geopenbaard. En daardoor drongen ze steeds dieper binnen in het weten van de goddelijke waarheden. En dit wekte in hen ook het vermogen te onderrichten volgens Gods Wil, wat nooit mogelijk zou zijn geweest, als het hun aan geloof had ontbroken. Dus zegt de Heer: “op jou wil Ik Mijn kerk bouwen”.
En Zijn kerk is de gemeenschap van diegenen, die Jezus Christus willen navolgen. Zijn kerk is de kleine gemeenschap van diegenen, die alles vast en onwrikbaar geloven, wat de Heer op aarde heeft gezegd en gedaan; die terwille van dit geloof proberen Gods geboden na te komen, die het eeuwige leven begeren en dus het aardse leven leiden overeenkomstig Gods Wil. De kerk is een gemeenschap van de gelovigen. En als dus de mensen in het diepste geloof vaststaan, zal geen macht der hel ooit dit geloof aan het wankelen kunnen brengen en macht hebben over zulke totaal gelovige mensen, die alleen God zoeken en Hem als hun Heer en Schepper erkennen. Het diepe geloof in God zal steeds de macht van de vijand breken, want wie leeft vanuit het geloof, leeft ook in de liefde en de liefde is de grootste tegenstander van de vijand. Wat is dus begrijpelijker dan dat de Heer de gelovigste van Zijn discipelen als voorbeeld aanhaalt; dat Hij een sterk geloof tot vereiste maakt om bij Zijn kerk te horen? Dat dus Petrus dit geloof personifieerde en Jezus Christus al diegenen tot Zijn kerk wil rekenen, die eveneens diep gelovig zijn? Hoe gemakkelijk zijn de woorden te begrijpen en hoe worden ze door de wereld verstaan?
Amen
Traductor