Así como la sabiduría del mundo se esfuerza en vano de encontrar una explicación de qué fuerza domina el interior de la tierra, tampoco le será posible analizar estas fuerzas y hacer experimentos en vano destinados a someter a su voluntad a las fuerzas de la tierra inexploradas. El divino Creador Mismo deja que Su voluntad gobierne y guía el pensamiento de una persona creyente de tal manera que se acerque a la verdad... Sin embargo, Él tiene Su plan para cualquier creación, y por lo tanto los hombres sólo pueden ejercer su influencia humana de tal manera que lleven a cabo lo que su propia voluntad les prescribe, pero los efectos de sus acciones en lo que se refiere a una remodelación de la obra de creación... es decir, un cambio en la superficie de la tierra... nunca pueden aparecer de manera diferente a lo que aprueba la voluntad de Dios...
Porque al final la creación total está subordinada a la voluntad divina... Sólo la acción y el pensamiento de los hombres son libres... Así que todo pensamiento que no tenga como condición básica la fe profunda debe quedar sin resultado final, la persona con tal pensamiento solo buscará y buscará, pero nunca llegará al resultado correcto... Entonces mientras una persona quiera obtener conocimiento sin Dios, está equivocada, sin importar la dirección que tome su pensamiento.
Para poder investigar las fuerzas del interior de la tierra, el conocimiento intelectual del hombre es realmente muy poco, porque estas fuerzas, que son de origen puramente espiritual, aunque en su mayor parte están todavía al principio de su desarrollo, son tan poderosas y solo desterrados por la voluntad de Dios, es decir, obligados a limitar su impulso de ser activos, porque la fuerza de estos seres no redimidos sería suficiente para destruir todo si se les permitiera la libre actividad.
Dado que toda actividad de estas fuerzas depende de la voluntad de Dios, es de nuevo imposible que la voluntad humana pudiera hacer uso de estas fuerzas de una manera contraria a Dios, lo que sin embargo sería la voluntad del ser humano si él podría penetrar intelectualmente en las leyes de la naturaleza, que se refieren específicamente a los elementos del interior de la tierra. Sólo una persona que vive en la fe se acerca más a la verdad, pero ésta nunca abusará de su conocimiento para otra cosa que no sea la voluntad de Dios.
No hay nada en la creación sin sentido, por lo que las fuerzas en la tierra también tendrán cumplir su propósito que corresponde a la voluntad divina. Pero todas estas fuerzas están sujetas a la misma ley, que en un principio tiene como objetivo la conservación de lo creado. Pero si estas fuerzas se expresan de manera destructiva, entonces la voluntad divina también obrando allí, y ni el poder opuesto ni la voluntad humana son la razón de tal obra, sino que ambos solo indirectamente en la medida en que han invocado el tiempo a través de la acción conjunta contra la voluntad de Dios.
Según esto, todas las catástrofes naturales son probablemente el resultado de la voluntad equivocada del hombre, pero no una acción provocada por el hombre mismo, y siempre se debe enfatizarse una y otra vez que una catástrofe nunca puede explicarse de tal manera, que cualquier desprecio por las fuerzas físicas por parte de los seres humanos da lugar a ella... y que estas fuerzas podrían explorarse intelectualmente y debilitarse correspondientemente o sus efectos podrían eliminarse por completo...
amén
TraductorZoals de wijsheid van de wereld zich tevergeefs inspant om een verklaring te vinden over welke kracht het binnenste van de aarde beheerst, zo zal het voor haar ook nooit mogelijk zijn deze kracht te analyseren en zal ze dus vergeefs proeven doen, die het doel hebben om de niet onderzochte aardse krachten aan hun wil te onderwerpen. De goddelijke Schepper zelf laat Zijn wil heersen en leidt weloverwogen het denken van een gelovig mens zo, dat hij dicht bij de waarheid komt.
Hij heeft echter Zijn plan met elke schepping en dus kunnen de mensen slechts op die manier hun menselijke invloed doen gelden, dat ze uitvoeren wat hun eigen wil hun voorschrijft, maar dat de gevolgen van hun handelen, voor zover ze een verandering van het scheppingswerk betreffen, dus veranderingen van het aardoppervlak, nooit anders zichtbaar kunnen worden, dan wanneer de wil van God het goedvindt. Want uiteindelijk is de totale schepping ondergeschikt aan de goddelijke wil. Alleen het handelen en denken van de mensen is vrij.
Dus moet al het denken, dat niet het diepe geloof als basisvoorwaarde heeft, zonder definitief resultaat blijven. De mens met dergelijke gedachten zal steeds alleen maar zoeken en zoeken, maar nooit de juiste conclusie trekken. Dus de mens dwaalt, zolang hij zonder God kennis op wil doen. Het is geheel om het even welke richting zijn denken neemt.
Om nu de krachten van het binnenste van de aarde te kunnen onderzoeken is de verstandelijke kennis van de mensen werkelijk te gering. Want deze krachten, die van puur geestelijke oorsprong zijn, ofschoon ze voor het grootste deel aan het begin van hun ontwikkeling staan, zijn enorm en ze worden alleen door de wil van God aan banden gelegd. Dat wil zeggen, ze worden gedwongen om hun drang tot activiteit te beperken, want de kracht van deze niet verloste wezens zou voldoende zijn om alles te verwoesten, als hen vrije werkzaamheid toegestaan zou zijn.
Omdat dus elke werkzaamheid van deze krachten afhankelijk is van de wil van God, is het weer onmogelijk, dat de menselijke wil zich op een manier, die tegenovergesteld is aan de wil van God, van deze krachten zou kunnen bedienen, wat toch de menselijke wil zou zijn, als hij verstandsmatig de natuurwetten binnen zou kunnen dringen, die in het bijzonder de elementen van het binnenste van de aarde betreffen. Alleen een in het geloof staand mens komt dichter bij de waarheid. Deze mens zal echter nooit zijn kennis misbruiken door iets anders te doen dan wat God wil.
Niets in de schepping is zonder bedoeling. En dus zullen ook de krachten in de aarde dan hun doel te vervullen hebben, zodra het met de goddelijke wil overeenkomt. Maar al deze krachten zijn onderworpen aan dezelfde wet, die in de eerste plaats de instandhouding van het geschapene op het oog heeft. Maar als deze krachten een verwoestende uitwerking hebben, dan is daar ook de goddelijke wil aan het werk en is noch de kracht van de tegenstander, noch de menselijke wil de reden van dit werkzaam zijn. Maar beiden slechts in zoverre indirect, als ze het moment veroorzaakt hebben door een gezamenlijk werkzaam zijn tegen de wil van God.
Alle natuurrampen zijn dus wel een gevolg van het verkeerde willen van de mens, maar het wordt niet door de mens zelf teweeggebracht. En steeds weer moet benadrukt worden, dat een ramp nooit zo uitgelegd kan worden, dat één of andere veronachtzaming van natuurkundige krachten van de zijde van de mens er de aanleiding van is. En dat deze krachten dus verstandsmatig doorgrond en overeenkomstig afgezwakt of in haar uitwerking volledig opgeheven zouden kunnen worden.
Amen
Traductor