La última obra de destrucción de esta Tierra será iniciada por la misma humanidad y Yo no lo impediré, porque también pienso en los seres espirituales que serán liberados de la materia por esta destrucción para poder continuar en la nueva Tierra su camino de evolución en una nueva forma. Muchas veces se os ha sido dicho esto pero poco creéis en ello porque el hecho es inimaginable para vosotros.
Se acaba un periodo de evolución, el cual será seguido por otro nuevo en el que tendrá lugar la «Obra de guiar a los espirituales en su retorno», pudiéndose alcanzar otra vez el éxito en un nuevo Orden legal ya inexistente antes de la destrucción de la vieja Tierra.
Mi adversario realiza su última obra satánica seduciendo a la gente para que haga lo que él mismo no puede hacer, descomponer las Obras de la Creación, creyendo que con ello liberará al espiritual atado y lo recibirá en su poder. Influye a los hombres y los induce a realizar experimentos de todas clases, que fallan debido a la ignorancia de la humanidad causando así efectos destructivos.
La gente se atreve a experimentar ignorando los resultados. Liberan fuerzas que no pueden controlar, por lo que están destinados a la ruina. Estos experimentos expondrán a todas las «Obras de Creación», es decir, a la Tierra, a una inmensa destrucción. Su superficie será totalmente cambiada; todas las «Obras de la Creación» serán aniquiladas. Los efectos llegarán a las partes más internas de la Tierra y la devastación será de gran extensión. La mayoría de la gente no vivirá para verlo, salvo el pequeño grupo de aquellos a los que Yo habré conducido antes fuera de la Tierra.
Yo mismo no admitiría nunca una destrucción de tal magnitud si no estuviera ganando nuevas posibilidades de Salvación para lo espiritual aún atado a la materia más densa, la cual ha padecido ya por un tiempo infinito. También sería posible que el desarrollo de estos seres espirituales continuara sin la completa destrucción de la superficie de la Tierra, si la humanidad no hubiera vuelto la espalda a la ley del Orden sin cumplir su misión en la Tierra.
Pero la humanidad ya no vive bajo mi Orden divino y por ello mi adversario tiene gran influencia sobre ella. La empuja a experimentos con los que espera que retornen a él los espíritus atados a él. Y Yo no le reprimo en eso, porque hacer lo que mi oponente quiere inducirles a hacer, depende finalmente del libre albedrío de los hombres mismos.
Pero haga la gente lo que haga, Yo siempre sabré cómo juzgar sus actos del modo recto porque incluso el mundo de las tinieblas está sujeto a Mí y a mi Poder, y debe servirme y serme útil, si bien de manera inconsciente, en mi Obra de conducirlo todo de regreso a Mí. Eternamente lo conozco todo sobre la dirección de la voluntad humana, y por eso pude elaborar mi «Plan de Salvación». Pero también sé cuándo ha llegado el tiempo en el que ya no se puede esperar un progreso espiritual en la Tierra.
También sé cuándo es posible liberar a los seres espirituales atados y, por consiguiente, no impido la actividad de los hombres, aunque a través de su voluntad mal guiada desencadenen una tremenda destrucción. La humanidad es, a través de esa voluntad trastornada, un instrumento voluntario de Satán, quien no puede destruir por sí mismo ninguna «Obra de la Creación», pues no puede disolver nada material, porque toda la espiritualidad atada es independiente de su poder. Pero se empeña en ganar nuevamente a esta espiritualidad atada y la humanidad le ayuda porque ella misma contribuye a la disolución de la materia: primero a través de innumerables pruebas pequeñas y después desarrollándolas en tal medida que la materia ya no las puede soportar. Pero Yo permito que el espíritu atado a la materia se libere incluso a expensas de la humanidad entera, la cual ha llegado al nivel espiritual más bajo y, por consiguiente, necesita un nuevo destierro en la materia.
Finalmente, cualquier cosa que mi adversario y la gente que le pertenece hagan, servirá para desarrollar hacia lo Alto al «ser espiritual», que alguna vez tiene que alcanzar la perfección. Y por lo tanto, también mi Plan de Salvación triunfará como está profetizado.
Amén.
TraductorHet laatste werk dat de aarde verwoest zet u mensen zelf in werking. En Ik hinder u daar niet bij, omdat Ik ook aan het geestelijke denk dat door dit verwoestende werk vrij wordt uit de materie en in nieuwe, andere vormen op de nieuwe aarde zijn ontwikkelingsgang weer kan voortzetten. Al meer dan eens is u dit gezegd, maar toch is uw geloof eraan zeer gering, want het hele gebeuren is voor u eenvoudigweg onvoorstelbaar. Het vormt echter de afsluiting van een ontwikkelingsperiode waarop een nieuwe periode volgt, opdat het werk om het geestelijke terug te brengen zich weer in wettelijke ordening kan voltrekken en er weer een resultaat te behalen is dat voor de verwoesting van de oude aarde niet meer te zien was.
Mijn tegenstander voert zijn laatste satanische daad uit doordat hij de mensen ertoe aanzet dat te doen waartoe hij zelf de macht niet heeft: scheppingswerken te vernietigen - in het geloof daardoor het gebonden geestelijke te bevrijden en in zijn macht te krijgen. Hij haalt de mensen over en zet hen ertoe aan proefnemingen te doen van allerlei aard, die echter door de onwetendheid van de mensen mislukken en daarbij verschrikkelijke gevolgen uitlokken.
Want de mensen wagen zich aan experimenten waarvan ze de afloop niet kennen. Ze zetten krachten in werking die ze niet beheersen en zijn daardoor ten dode opgeschreven. En met hen zal ook het hele scheppingswerk aarde aan de meest geweldige verwoestingen zijn blootgesteld. Het hele aardoppervlak zal totaal veranderen, alle scheppingswerken op de aarde zullen aan de vernietiging ten prooi vallen. De uitwerkingen ervan zullen tot in het binnenste van de aarde doordringen en zo kan er dus van een verwoesting van enorm grote omvang gesproken worden. De meeste mensen zullen dit weliswaar zelf niet meer kunnen nagaan, behalve de kleine schare die Ik tevoren van de aarde wegvoer in een gebied van vrede.
Ik zelf zou nooit zo'n verwoesting toelaten wanneer Ik daardoor niet ook nieuwe mogelijkheden zou verkrijgen die tot zegen zijn voor het nog gebonden geestelijke dat al eindeloos lange tijden in de hardste materie smacht. Maar voor dit geestelijke zou een verdere ontwikkeling ook mogelijk zijn wanneer de mensen de wettelijke ordening niet omver zouden stoten maar steeds hun dienende taak op aarde vervulden.
Maar de mensen leven niet meer in mijn goddelijke ordening en daardoor heeft mijn tegenstander grote invloed op hen en hij zet ze aan iets te doen waarvan hij profijt hoopt te trekken, waarvan hij de terugkeer van al het gekluisterde geestelijke naar hemzelf toe verwacht. En Ik houd hem daarbij niet tegen, omdat het altijd nog aan de vrije wil van de mens zelf ligt, of hij datgene uitvoert waartoe mijn tegenstander hem wil dwingen.
Maar wat de mensen ook doen, steeds zal Ik de uitwerkingen van hun handelen juist weten te benutten. Want ook de duistere wereld is waarlijk aan Mij en mijn macht onderworpen en ze moet Mij dienen en als het ware deelhebben aan mijn werk om het geestelijke terug te voeren, al is het ook onbewust. Ik ben echter sinds eeuwigheid op de hoogte van de wilsrichting van de mensen en Ik kon daarom op grond van deze wil ook mijn heilsplan opstellen.
Ik weet wanneer het tijdstip gekomen is waarin een geestelijke vooruitgang op de aarde niet meer te verwachten is. Ik weet ook wanneer voor het gebonden geestelijke de tijd gekomen is dat het vrij kan worden en Ik belet daarom het handelen van de mensen niet wanneer ze aan een reusachtig vernietigingswerk beginnen door hun verkeerd gerichte wil die zich naar mijn tegenstander keert, waardoor de mens voor hem een gewillig werktuig is. Want hijzelf kan geen scheppingswerk te gronde richten, hij kan geen stukje materie uiteen doen vallen en al het gebonden geestelijke is aan zijn macht ontrukt. Daarom probeert hij het weer terug te winnen en de mensen zijn hem daarbij behulpzaam daar ze zelf bijdragen aan de ontbinding van de materie - aanvankelijk door talrijke kleine proefnemingen, die echter later afmetingen aannemen waartegen de materie niet bestand is.
Doch Ik laat het toe dat het geestelijke dat in de materie gekluisterd is vrij wordt, al is het ook ten koste van het hele menselijk geslacht, dat zelf op een geestelijk dieptepunt is aangekomen dat een hernieuwde verbanning in de materie nodig maakt. En wat mijn tegenstander en de van hem afhankelijke mensen nu ook ondernemen - uiteindelijk zal het toch weer de positieve ontwikkeling dienen van het geestelijke dat eens tot voltooiing moet komen. En daarom zal ook mijn heilsplan worden verwezenlijkt, zoals het u bekend is gemaakt in woord en geschrift.
Amen
Traductor