No debéis resistir al espíritu dentro de vosotros si quiere expresarse... y quiere expresarse si estáis interiormente impulsados a pensamientos espirituales, en cuanto vuestros pensamientos siguen ocupándose de lo que no concierne al cuerpo sino el alma... tan pronto como tengáis que pensar en la muerte, en la vida después de la muerte, en Dios, en una responsabilidad ante Él, en vuestra propia inadecuación, en los errores y debilidades que vosotros mismos percibís como tales y que os hacen sentir insatisfechos y ansioso por dentro. Todas estas son expresiones del espíritu en vosotros, que quiere impregnaros con su voz, que exige vuestra atención frente a todas estas cosas que son las únicas importantes para la eternidad...
Todos estos son pensamientos que no tienen nada que ver con el mundo terrenal, sino que apuntan al reino espiritual, y tales pensamientos deben ser observados porque no aparecen en el ser humano por nada. Son amonestaciones y advertencias silenciosas, es la voz interior, que al ser humano no es reconocible como voz y que le dice lo mismo, que el ser humano debe reflexionar sobre sí mismo y no vivir indiferente, que no debe llevar solo una vida terrenal, porque a través de esto causa un daño indescriptible para su alma.
El amonestador en el hombre no calla, pero muy a menudo se pasa por alto, porque la voz del exterior es más fuerte y entonces ahoga la voz interior cuando los sentidos humanos están demasiado vueltos hacia el mundo. Entonces se embota contra la fina voz que suena dentro de él, solo abre los ojos y los oídos al mundo, y entonces corre el gran peligro de perder la capacidad de escuchar esa voz por completo... que pierde toda fe y ya no es capaz de ningún pensamiento espiritual. Cada ser humano, incluso el hombre mundano en medio de la vida, tiene minutos tranquillos en los que puede reflexionar sobre sí mismo si así lo desea...
A veces, todos se involucran en conversaciones que tocan problemas espirituales; en cada ser humano el espíritu que es parte de Dios busca expresarse... Porque Dios toca a todas las personas, y lo hace una y otra vez, porque quiere desviarlas de lo puramente terrenal y quisiera volverlas hacia lo espiritual.
Pero quien resiste al espíritu interior, quien rechaza todos los pensamientos que lo tocan, quien se cierra a sí mismo a toda instrucción desde adentro, impide que el espíritu en el obre por su propio perjuicio. Porque pierde vínculo con lo divino, él mismo rompe todos los puentes... permanece en la tierra y nunca podrá entrar en las esferas espirituales, incluso cuando su vida en la tierra haya terminado... Porque su alma es tan materialmente ajustada que no puede salir de esta esfera terrenal... está endurecida como la materia que fue sus pensamientos y aspiraciones en la vida terrenal... Y para esta alma el camino es infinitamente largo antes de que pueda llegar a la esfera del espíritu... porque es mucho más difícil de caminar que en la tierra...
amén
TraductorDe Geest in u mag u niet weren, wanneer hij zich wil uiten. En hij wil zich uiten als u innerlijk wordt aangespoord tot geestelijk denken, zodra uw gedachten zich weer met datgene bezighouden wat niet uw lichaam, maar uw ziel betreft. Zodra u zult moeten denken aan de dood, aan een voortleven na de dood, aan God, aan een verantwoording voor Hem, aan uw eigen onvolmaaktheid, aan fouten en zwakheden die u zelf als zodanig opvat en die u innerlijk ontevreden en angstig maken. Dit zijn allemaal uitingen van de Geest in u, die zich graag verstaanbaar wil maken, die uw opmerkzaamheid vraagt tegenover al deze zaken die alleen belangrijk zijn voor de eeuwigheid.
Dit zijn allemaal gedachten die zich niet met de aardse wereld bezighouden. Integendeel, ze maken u attent op het geestelijke rijk. En op zulke gedachten moet acht worden geslagen, want ze duiken niet voor niets in de mens op. Het zijn stille aanmaningen en waarschuwingen. Het is de innerlijke stem - die de mens alleen niet als stem herkenbaar is - die hem hetzelfde zegt, dat de mens zich moet bezinnen en niet onverschillig moet voortleven. Dat hij niet alleen een aards leven moet leiden, omdat hij daardoor zijn ziel onnoemelijke schade toebrengt.
De maner in de mens zwijgt niet, maar wordt heel vaak niet gehoord. Want de stem van buitenaf is luider en overstemt de innerlijke stem, wanneer het denken van de mens te zeer op de wereld is gericht. Dan wordt hij ongevoelig voor de fijne stem die in hem weerklinkt. Hij opent zijn ogen en oren alleen nog voor de wereld. En dan is hij in groot gevaar, dat hij het vermogen die stem te horen helemaal verliest, dat hij elk geloof verliest en niet meer in staat is geestelijk te denken.
Ieder mens, ook de wereldse mens die midden in het leven staat, heeft stille ogenblikken, waarin hij zich op zichzelf kan bezinnen wanneer hij het wil. Ieder mens wordt soms bij gesprekken betrokken, die geestelijke problemen aanroeren. In ieder mens tracht de Geest die een deeltje is van God, zich te uiten. Want God raakt alle mensen even aan. En dat steeds weer, omdat Hij ze graag van het zuiver aardse af wil brengen en op het geestelijke wil richten.
Maar wie de Geest in zich weert, wie alle gedachten die indruk op hem maken opzij drukt, wie zich afsluit voor elke onderrichting van binnen uit, die hindert de Geest in zich werkzaam te zijn, in zijn eigen nadeel. Want hij verliest elke binding met het goddelijke. Hij breekt zelf alle bruggen af. Hij blijft op aarde en zal nooit geestelijke sferen kunnen betreden, zelfs niet wanneer zijn aardse leven is beëindigd. Want zijn ziel is zo materieel ingesteld, dat ze de aardse sfeer niet kan verlaten. Ze is verhard, net als de materie die in het leven op aarde haar denken en streven beheerste. En voor deze ziel is de weg oneindig ver, voordat ze in de sfeer van het geestelijke kan komen. Want hij is veel moeilijker te gaan dan op aarde.
Amen
Traductor