• Volver

Tiempo de necesidad y tribulación también para los creyentes....

Cuanto más viva sea la fe, más íntima será la conexión con Dios y más notable será el suministro de fuerza que permitirá a las personas soportar todo lo que se les imponga. Porque los tiempos venideros impondrán grandes exigencias a todos y los creyentes también tendrán que orar fervientemente para pedir fuerza. Y vendrá sobre ellos como una tormenta que amenaza con azotarlos, y sólo el contacto íntimo con Dios les permitirá mantenerse firmes. Pero la necesidad nunca es mayor que la de Quien la envía, Que siempre está dispuesto a ayudar cuando se Le pide ayuda fielmente. Pero por el bien de toda la humanidad, las dificultades que se avecinan son inevitables, y es comprensible que los creyentes no queden ajenos a ellas, sólo ellos mismos pueden reducirlas mediante la oración fiel.

Las personas se dirigen al punto culminante, no rehuirán nada que traiga destrucción de la persona que ven como su enemigo, y al hacerlo se sumergen en una gran culpa, que no se puede ser expiada más que el hecho de que ellos mismos tienen que sufrir lo que quieren infligir a la otra persona. Y por eso la necesidad afectará a todos, porque en todas partes hay culpables, aunque entre ellos haya creyentes que ahora también tienen que aceptar el difícil destino. La fe les fortalecerá y cuanto más viva sea, más fácil será soportar la necesidad. Y también podrán influir en sus semejantes y llevar algunos de ellos a la fe en Dios.

Por eso Dios envía la necesidad para que tenga todavía en efecto educativo en los pocos que aún pueden salvarse. Y es por eso que la gran necesidad venidera es una gran gracia antes del fin; es todavía un medio para ganar almas que, a través de la fuerte presión, de la tribulación y la miseria, se vuelven pensativas y buscan seriamente el cambio. La fe viva de sus semejantes debe ayudarles a encaminarse por el buen camino, también debe ayudarles a creer y permitirles entrar en contacto con Dios....

Y los creyentes siempre deben recordar que ellos son necesarios en este tiempo de necesidad, que Dios no los llama de antemano para tener en la Tierra testigos vivos que Lo defiendan a Él y a Sus enseñanzas, que son pruebas evidentes del profundo poder de Dios que fluye dentro de unas personas, y quienes deben hablar y obrar en la Tierra en lugar de Él entre aquellos que están lejos de Dios. Sólo los hombres puede actuar como mediadores en la Tierra, sólo los hombres pueden recibir y transmitir la Palabra de Dios, porque Dios Mismo no puede expresarse obviamente para no poner en peligro la libertad de creencia y la del libre albedrío.

Y deben ser personas que ellas misma son capaces de creer vivamente y que no se dejen agobiar por el sufrimiento y las tribulaciones, sino que den siempre a los incrédulos la prueba de que la fuerza de la fe fluye a través de ellos y los hace resistentes a todas las tribulaciones terrenales. Deben llevar sobre sus hombros las dificultades del tiempo, deben armarse de la fuerza que proviene de la oración ferviente a Dios. Deben estar siempre y constantemente dispuestos a servir a Dios como herramienta cuando y donde Él lo considere bueno, por lo que deben aceptarlo todo con devoción y esperar pacientemente la ayuda de Aquel Que les ha asegurado Su apoyo y no les abandona en la necesidad, si creen fielmente en Él....

amén

Tijd van nood en droefenis ook voor de gelovigen

Hoe meer het geloof levend is, des te inniger zal de verbinding met God zijn en des te merkbaarder ook de toevoer van kracht, die de mens alles laat verdragen wat hem is opgelegd. Want de komende tijd zal grote eisen stellen aan alle mensen. En ook de gelovigen zullen innig om kracht moeten vragen. En als een storm, die hen dreigt omver te trekken, zal het over hen komen. En alleen het innige contact met God zal hen doen standhouden. Maar nooit is de nood groter dan Hij, Die hem stuurt, Die ook steeds bereid is te helpen als Hij gelovig wordt aangeroepen om bijstand. Doch ter wille van de gehele mensheid is de komende nood onafwendbaar. En begrijpelijkerwijs zullen ook de gelovigen er niet door onaangeraakt blijven, alleen kunnen ze zelf voor zich deze minder maken door gelovig gebed.

De mensen gaan de climax tegemoet. Ze schrikken voor niets terug, als het degene verwoesting oplevert, die ze als vijand beschouwen en ze steken zich daardoor in grote schuld, die niet anders kan worden goedgemaakt, dan dat ze zelf moeten lijden onder dat, wat ze anderen willen aandoen. En daarom zal de nood allen treffen, want overal zijn schuldigen, ook al zijn er onder hen gelovigen, die nu ook het zware lot op zich moeten nemen. Het geloof zal hen sterken en hoe meer levend dit is, des te gemakkelijker zal de nood te dragen zijn. En ze zullen ook in staat zijn op de medemensen in te werken en vele van hen terug te brengen tot het geloof in God. Want God stuurt de nood, opdat hij nog een opvoedende uitwerking heeft op de weinigen die nog te redden zijn.

En daarom is de grote komende nood een genade voor het einde. Hij is nog een middel om de zielen te redden, die door de zware druk, door droefenis en ellende gaan nadenken en serieus proberen zich te veranderen. Dezen moeten door het levende geloof van de medemens op de juiste weg worden geholpen. Hij moet hen ook helpen te geloven en ze contact laten leggen met God. En dat moeten de gelovigen zich steeds voorhouden, dat ze dringend nodig zijn in deze tijd van nood. Dat God hen niet tevoren wegroept, om in hen levende getuigen te hebben op aarde, die voor Hem en Zijn leerstellingen opkomen, die duidelijk bewijzen zijn van Gods Kracht Die door een diep geloof in hen stroomt, en die in Zijn plaats moeten spreken en werkzaam zijn op aarde onder diegenen, die ver van God afstaan.

Alleen mensen kunnen als tussenpersoon op aarde werken. Alleen mensen kunnen het Woord Gods ontvangen en doorgeven, omdat God Zelf Zich niet openlijk kan uiten om de vrijheid van geloof en wil niet in gevaar te brengen. En dit moeten mensen zijn, die zelf bij machte zijn levend te geloven en die zich ook niet door leed en rampspoed terneer laten drukken, maar steeds de ongelovigen het bewijs leveren dat de Kracht van het geloof hen doorstroomt en hen in staat stelt weerstand te bieden aan alle aardse kwellingen. Ze moeten de nood van de tijd mede op hun schouders nemen. Ze moeten zich wapenen met de Kracht, Die uit innig gebed tot God in hen groeit. Ze moeten telkens weer bereid zijn als gewillig werktuig God te dienen, wanneer en waar Hij het voor juist houdt. En derhalve moeten ze alles onderdanig op zich nemen en vol geduld wachten op de hulp van Hem, Die hun Zijn bijstand heeft verzekerd, Die hen niet in de nood zal laten als ze Hem gelovig vertrouwen.

Amen