Comparar anuncio con traducción

Otras traducciones:

La reencarnación de seres luminosos.... La misión - la filiación divina....

Cada fase en el desarrollo del espíritu es única en el lapso del periodo de la redención, aunque no se aprovecha el estado de la voluntad libre. Entonces se pasa esa fase del desarrollo sin éxito en lo espiritual y con las consecuencias tiene que cargar en el reino espiritual. Pero al espíritu resistente a Dios que el camino larguísimo en la tierra no ha podido quebrar la resistencia, tendrá de nuevo la posibilidad durante una nueva etapa de creación, un período terrestre que comienza de nuevo, encarnado en una forma dura, donde puede pasar una nueva fase de desarrollo. Y se permite al espíritu de llegar otra vez a la encarnación como humano después del ascenso hacia arriba y de haber pasado los estados de forzamiento, se le permite la última prueba de su voluntad en la estancia del cuerpo humano. Esta reencarnación sí que puede tener lugar, pero es un acontecimiento de una gravedad exorbitante, que se debería imaginarse como lo más terrible para el hombre, aunque es un acto de gracia divina a que el ser espiritual esté liberado después de un tiempo interminable de estar preso. Pero la idea que el alma quiera volver otra vez a la tierra después de haber ya pasado una vez por la tierra con el reto del desarrollo, está equivocada.... Si Dios traspasa un ser luminoso ya apto para el reino de las almas a la tierra, es solo para un acto de ayuda, porque aquel alma tiene una tarea de apoyo en el proceso de redención de un espíritu inmadura en la tierra.... Se encarna entonces un ser luminoso en la tierra, que ya ha conseguido la madurez mental para poder trabajar con bendición en la tierra, aunque aparentemente tiene que pasar el camino como cada otro hombre. Una vuelta con el fin de desarrollarse para volver a aprovechar lo no aprovechado en otra vida, no sería conforme con la sabiduría de Dios, porque el proceso de ascenso estaría interrumpido; la vuelta de un estado espiritual al estado de materia sería un retrocedimiento y una señal de quererse separar de Dios y ninguna señal de moverse espiritualmente hacia delante. Para lo que quiere llegar hacia Dios existen verdaderamente suficientes posibilidades en el reino espiritual, donde el espíritu se puede aprobar y desarrollar hacia arriba. A pesar, seres espiritualmente ya elevados, pero que todavía no han llegado a la filiación divina, pueden llegar a la filiación por la reencarnación en la tierra con la misión de ayuda, pero que está enlazado con circunstancias indecibles difíciles en la vida, pero eso siempre tiene como requisito un estado de madurez determinado en el reino del más allá. Es la doctrina de reencarnación hecha por los deseos del hombre y que se defiende una y otra vez, porque la verdad que se traspasa a la tierra, no se entiende por mucha gente y se cambia como les parezca deseable. Porque el anhelo por este mundo terrenal es todavía demasiado grande, y por esto el pensamiento les consuela y tranquiliza poder volver una vez más a la tierra. Pero para el desarrollo espiritual del hombre esa doctrina es un atascamiento, y por esto se lucha una y otra vez contra esto por aquellos que deben repartir la verdad pura....

Amén

Traductor
Traducido por: Bea Gato

Elke ontwikkelingsfase is eenmalig in een verlossingsperiode

Elke ontwikkelingsfase van het geestelijke vindt maar eenmaal plaats in het tijdsbestek van een verlossingsperiode, zelfs als het de staat van zijn vrije wil niet benut. Want dan gaat deze ontwikkelingsfase vergeefs aan het wezen voorbij en het moet de gevolgen er van in het geestelijke rijk op zich nemen. Maar aan het geheel aan GOD weerspannige, bij hetwelk de eindeloos lange gang over de aarde niet bij machte was de weerstand te breken, wordt nogmaals de gelegenheid geboden in een nieuw tijdperk van de schepping, waar het in een wederom beginnende aardperiode, in de meest vaste vorm belichaamd een nieuwe fase van ontwikkeling kan doormaken. En dan is dus ook het geestelijke, dat zich vanuit de "je moet" toestand weer omhoog tot mensenziel ontwikkelt, het verblijf in een menselijk lichaam toegestaan, als laatste proef van de wil. Deze her-belichaming kan dus plaatsvinden. Maar zij is een gebeuren van zulk een enorme draagwijdte, dat zij als het verschrikkelijkste aan de mensen voorgesteld moet worden, ofschoon het ook een daad van GOD's Barmhartigheid is, opdat het geestelijke nà eindeloze tijden uit zijn gevangenschap verlost wordt. Dat echter de menselijke ziel, nadat zij reeds eenmaal de weg over de aarde heeft afgelegd weer op dezelfde aarde wordt geïncarneerd om tot rijpheid te komen, is onjuist.

Plaatst GOD een ziel die reeds tot het lichtrijk behoort weer op de aarde, dan is dat alleen een daad van hulpbereidheid. Want zo'n ziel wordt een taak opgelegd die tot verlossing van het onvrije geestelijke op de aarde vervuld moet worden. Zodoende belichaamt zich dus een lichtwezen dat reeds de rijpheid van ziel heeft verworven, om nu zegenrijk op de aarde te werken, al ziet het er schijnbaar naar uit dat het de ontwikkelingsgang net zo moet afleggen als ieder ander mens. Een terugplaatsen op de aarde met doel tot volle ontwikkeling te komen, om het verzuimde uit een vorig leven op aarde in te halen, zou niet aan de Wijsheid van GOD beantwoorden, want dan zou daardoor de opwaartsgaande ontwikkeling onderbroken worden. Het terugplaatsen uit de geestelijke in de stoffelijke toestand zou een achteruitgang betekenen en dit zou een teken zijn van het zich willen verwijderen van GOD, wat geen geestelijk streven zou kenmerken. Maar voor het naar-GOD-toe-willen-gaande zijn er in het geestelijke rijk waarlijk mogelijkheden genoeg, waar het geestelijke zich kan bewijzen en dus uitrijpen en zich opwaarts ontwikkelen.

Daarentegen kunnen geestelijk hoogstaande wezens die nog niet het kindschap GOD's bereikt hebben, door een belichaming op aarde met het doel van een bepaalde missie, die dan ook met onzegbaar zware levensomstandigheden is verbonden, het kindschap GOD's bereiken - wat echter steeds een bepaalde graad van rijpheid in het hiernamaals vooropstelt.

De leer van de her-belichaming is door mensen opgesteld, want het kwam voort uit hun wensen en wordt daarom steeds weer bepleit, terwijl de zuivere waarheid die naar de aarde wordt gebracht door velen niet echt wordt begrepen, en daarom zo veranderd wordt zoals het hun wenselijk lijkt. Want het verlangen naar deze aardse wereld is bij hen nog te groot, daarom is de gedachte om nogmaals tot de aarde terug te mogen keren voor hen troostend en bevredigend. Maar voor de geestelijke ontwikkeling van de mens is deze leer van de her-belichaming een belemmering, en daarom zal er steeds weer tegen gestreden worden door hen die de zuivere waarheid zullen verbreiden.

Amen

Traductor
Traducido por: Gerard F. Kotte