La responsabilidad del ser humano hacia su alma en su vida terrenal tiene que ser llevada a su atención, y esto sucede a través de la instrucción en la enseñanza divina que se ofrece al ser humano como enseñanza de Cristo y que le muestra el camino claro que tiene que tomar. El conocimiento de la enseñanza debe serle impartido, de lo contrario no se le podría hacer responsable. Debe saber que el cuerpo es capaz de todo, pero que hace mucho a expensas del alma; pero sólo el alma debe asumir la responsabilidad, y por lo tanto esta debe reunir la fuerza para negar al cuerpo lo que es ciertamente beneficioso para él pero desventajoso para el alma. Y sólo el alma es decisiva para lo que hace el cuerpo. Porque el cuerpo sin el alma está muerto, ya que el alma le da vida, porque el querer, el pensar y el sentir emanan del alma, por lo que el cuerpo es, por así decirlo, la personificación del alma. Si el pensamiento, el sentimiento y la voluntad sólo se dirigen hacia el cuerpo y sólo se satisface su deseo, entonces el alma vive en la carencia y su pobreza se hará evidente cuando tenga que responder por su vida terrenal. Porque el cuerpo pasará y, por lo tanto, no tendrá que soportar las consecuencias del modo de vida equivocado, mientras que el alma tendrá que sufrir según su vida terrenal. Y de esto tiene que recibir advertencia el ser humano en la tierra para que no actúe por ignorancia sino que sea consciente de su responsabilidad. Y este conocimiento le es impartido por la enseñanza cristiana que prescribe con precisión al ser humano lo que debe hacer y abstenerse de hacer, que le expresa clara y distintamente la voluntad de Dios y que le presenta todo lo que es la tarea del ser humano en la tierra. Si el ser humano vive de acuerdo con esta enseñanza cristiana, dirigirá su atención a la conformación de su alma, prestará menos atención al cuerpo, y nunca tendrá que temer una responsabilidad futura. Entonces habrá cumplido su tarea terrenal, por así decirlo, es decir, habrá dado forma a su alma, lo que requiere una subordinación del cuerpo. Y tan pronto como el cuerpo se valora menos, el alma toma el curso de un desarrollo más elevado, es decir, presta más atención al espíritu dentro de sí misma y es instruida por él en todo lo que es beneficioso que el alma conozca y que le hace ganar un mayor estado de madurez. Y entonces el alma ya no tiene que temer la responsabilidad, pues vive la vida terrenal de acuerdo con la voluntad de Dios porque presta atención a Su voz que le habla al ser humano a través del espíritu en él. Porque en cuanto el ser humano deje que la enseñanza de Cristo surta efecto en él, hará todo lo que Jesucristo ha exigido a la humanidad. Trabajará en el amor y servirá a Dios y al prójimo, no despreciará lo que Dios pone en el corazón del ser humano a través de su Palabra. Hará de la enseñanza divina del amor el principio rector para su forma de vida terrenal y tratará de formarse y desarrollarse en el amor. Su voluntad y su obra coincidirán y se orientarán siempre hacia el bien, y nunca jamás temerá la responsabilidad, pues vive su vida terrenal según el ejemplo de Jesús, busca seguirlo y está íntima y fielmente unido a Dios. Ha superado el cuerpo y sus exigencias, y el alma se ha unido con el espíritu dentro de sí mismo....
Amén
TraductorWelke verantwoordelijkheid de mens tegenover zijn ziel draagt in zijn leven op aarde, daarvan moet hij op de hoogte worden gebracht. En dit gebeurt door het onderrichten in de goddelijke leer, die de mens als leer van Christus wordt gegeven en die hem de duidelijke weg toont, die hij heeft te gaan. Het weten daarover moet hem worden overgebracht, daar hij anders niet ter verantwoording zou kunnen worden geroepen. Hij moet weten, dat het lichaam in staat is alles tot stand te brengen, maar dat het veel doet ten koste van de ziel. Maar alleen de ziel hoeft zich te verantwoorden en daarom moet zij de kracht opbrengen het lichaam te ontzeggen wat wel voor het lichaam bevorderlijk is, maar wat nadelig is voor de ziel. En alleen de ziel is bepalend voor dat, wat het lichaam doet. Want het lichaam zonder de ziel is dood, dus geeft de ziel dit pas het leven, omdat het willen, denken en voelen van de ziel uitgaat, dus als het ware het wezen is van de ziel. Is nu het denken, voelen en willen alleen op het lichaam gericht en wordt alleen zijn verlangen vervuld, dan moet de ziel gebrek lijden. En haar armoede zal duidelijk worden, wanneer ze zich moet verantwoorden voor haar leven op aarde. Want het lichaam vergaat en hoeft derhalve niet de gevolgen van een verkeerde levenswandel te dragen, terwijl de ziel moet lijden, beantwoordend aan haar leven op aarde. En dit moet de mens op aarde worden bekend gemaakt, opdat hij niet handelt uit onwetendheid, maar veel meer zich van zijn verantwoordelijkheid bewust is. En deze kennis verschaft hem de christelijke leer die de mens precies voorschrijft wat hij doen en laten moet; die hem de Wil van God helder en duidelijk kenbaar maakt en die hem alles voorhoudt, wat de opgave van de mens is op aarde. Leeft de mens in overeenstemming met deze christelijke leer, dan richt hij ook zijn aandacht op de vorming van zijn ziel en let hij minder op het lichaam en hij zal een verantwoording later niet meer hoeven te vrezen. Hij heeft dan in zekere mate zijn taak op aarde vervuld, namelijk zijn ziel gevormd, wat een achterstelling van het lichaam vraagt. En terwijl het lichaam weinig waardering wordt geschonken, gaat de ziel de weg van de hogere ontwikkeling. Ze slaat namelijk meer acht op de Geest in zich en wordt door deze onderwezen in alles wat voor de ziel bevorderlijk is te weten en wat haar een toestand van vergrote rijpheid oplevert. En dan hoeft ze geen verantwoording meer te vrezen. Ze leeft het aardse leven in overeenstemming met Gods Wil, omdat ze let op Zijn Stem die door de Geest in de mens tot hem spreekt. Want zodra de mens de leer van Christus op zich laat inwerken, zal hij alles doen wat Jezus Christus van de mensheid heeft verlangd. Hij zal in liefde werkzaam zijn en God en de naaste dienen. Hij zal niet onopgemerkt laten, wat God de mens in het hart legt door zijn Woord. Hij zal de goddelijke leer van de liefde als leidraad nemen voor zijn levenswandel op aarde en proberen zich tot liefde te vormen. Zijn wil en zijn doen zullen overeenstemmen en altijd gericht zijn op het goede. En nooit meer zal hij de verantwoording vrezen, want hij leeft zijn leven naar het voorbeeld van Jezus. Hij tracht Hem na te volgen en is trouw en innig met God verbonden. Hij heeft het lichaam en diens eisen overwonnen en de ziel heeft zich verenigd met de Geest in zich.
Amen
Traductor