Comparar anuncio con traducción

Otras traducciones:

Pensamiento de corazón y mente.... Verdad....

Toda persona que sostiene una opinión que se ha formado intelectualmente se considera a sí misma en el conocimiento. Sin embargo, esta opinión no tiene por qué corresponder siempre a la verdad. Dios dio al hombre intelecto y libre albedrío, pero también le dio un corazón.... Mientras el intelecto quiera resolver una cuestión espiritual sin el corazón, difícilmente se acercará a la verdad, pues ésta emana de Dios y sólo puede ser recibida por el espíritu, pero no por el cuerpo, que al fin y al cabo es materia. El pensamiento intelectual es sólo la función del cuerpo.... pero el corazón es la sede de todos los sentimientos, el corazón también alberga la chispa divina del amor dentro de sí mismo y por lo tanto el espíritu, que es parte de Dios. Un pensamiento que nace en el corazón, cuyo origen es, por tanto, la chispa espiritual divina, también tendrá siempre derecho a la veracidad, pues el espíritu sólo transmite la verdad más pura.... Pero que el pensamiento nazca en el corazón o sea sólo un producto del pensamiento intelectual depende de la capacidad de amar del corazón. Cuanto más profunda sea la capacidad de amar del ser humano, es decir, de luchar por la unidad con Dios a través de la actividad amorosa, más claros serán los pensamientos que surjan de su corazón y se hagan conscientes para el ser humano. Pues estos pensamientos son la fuerza espiritual que sale de los seres unidos a Dios y fluye hacia el corazón de aquel que igualmente se une a Dios mediante actividad en amor. Mientras que el pensamiento intelectual no es más que la función de los órganos corporales, por lo tanto un uso de la fuerza vital que fluye hacia el ser humano, que también puede ser utilizada por el ser humano que vive sin amor, es decir, cuyo corazón no es muy capaz de amar. Por lo tanto, debe distinguirse entre pensamiento del intelecto y pensamiento del corazón. Este último siempre traerá consigo la verdad, mientras que el pensamiento intelectual no tiene por qué ser la verdad, aunque es posible hablar de un pensamiento intelectual bien desarrollado. Sólo el amor es decisivo, es decir, autoritario, para la verdad. El hombre está demasiado poco informado sobre la naturaleza del pensamiento y, por tanto, esta diferencia no le resulta clara. El pensamiento que nace en el corazón sólo tiene una cosa en común con el conocimiento espiritual obtenido intelectualmente, que también tiene que ser suministrado al cerebro para penetrar en la conciencia del ser humano, y esto lleva al ser humano a la suposición de que todo pensamiento se origina en el cerebro, por lo que se logró intelectualmente. Sin embargo, el ideario de una persona que ama, de una persona cuya vida es un trabajo constante de amor, debe ser evaluado de manera muy diferente que el pensamiento intelectual puro de una persona que es poco capaz de amar. (Nota del Traductor. La palabra „ideario“ se refiere al conjunto de ideas, pensamientos, conceptos, etc. que posee o puede llegar a poseer una persona. Fin de la nota). El primero se acercará a la verdad, mientras que el segundo no ofrece ninguna garantía de verdad y conocimiento. Porque Dios se reserva la verdad para sí mismo, y sólo la distribuye a quienes lo reconocen, lo desean y expresan eso con acciones de amor. En consecuencia, lo que fluye de un corazón amoroso puede ser aceptado como verdad sin lugar a dudas, ya que tales pensamientos están sujetos a un cierto grado de control por parte de los seres espirituales en conocimiento de la verdad, a quienes corresponde la impartición de los pensamientos y que, por lo tanto, vigilan escrupulosamente el pensamiento correcto del ser humano. Porque a través de su actividad de amor el ser humano adquiere el derecho y la reivindicación del apoyo de los seres de luz, que ahora protegen al ser humano de los pensamientos que contradicen la verdad....

Amén

Traductor
Traducido por: J. Gründinger

Denken met het hart en met het verstand - Waarheid

Ieder mens meent het bij het rechte eind te hebben, als hij een opvatting voor waar houdt die hij zich verstandelijk heeft gevormd. Deze opvatting hoeft echter niet altijd overeen te stemmen met de waarheid. God gaf weliswaar de mens verstand en een vrije wil, maar Hij gaf hem ook een hart. Zolang het verstand zonder het hart een geestelijke vraag wil oplossen, zal dit nauwelijks de waarheid benaderen. Want de waarheid gaat van God uit en kan alleen door de geest worden opgenomen, maar niet door het lichaam - dat nog materie is. Denken door middel van het verstand is enkel de functie van het lichaam. Het hart is echter de zetel van alle gevoelens. Het hart draagt ook de goddelijke liefdesvonk in zich en zodoende de geest, die daar een stukje van God is.

Een gedachte die geboren is in het hart, die dus afkomstig is van de goddelijke geestvonk, zal ook altijd recht hebben op waarachtigheid, want de geest draagt alleen de zuivere waarheid over. Of echter de gedachte in het hart geboren is of alleen een product van het denken door middel van het verstand is, hangt ervan af of de mens in staat is liefde te geven. Hoe inniger een mens kan liefhebben, dat wil zeggen: de vereniging met God nastreeft door in liefde werkzaam te zijn, des te helderder zullen ook de gedachten uit zijn hart opstijgen en in de mens bewust worden. Want deze gedachten zijn geestelijke kracht die uit de met God verbonden wezens stroomt en dan naar het hart van diegene vloeit die zich evenzo met God verbindt door het liefdevol bezig zijn. Daarentegen is het verstandelijk denken enkel de functie van de lichamelijke organen, dus een gebruiken van de levenskracht die de mens toestroomt - die ook die mens benutten kan die zonder liefde voortleeft, dat wil zeggen: wiens hart nauwelijks tot liefde in staat is.

Er moet dus een onderscheid gemaakt worden tussen verstandelijk denken en het denken met het hart. Dit laatste zal altijd de waarheid naar voren brengen, terwijl het verstandelijk denken niet de waarheid hoeft te zijn, hoewel ook van een goed ontwikkeld verstandelijk denken gesproken kan worden. Alleen de liefde is beslissend, dat wil zeggen: maatgevend voor de waarheid. De mens is over het wezen van de gedachte te weinig geïnformeerd en daarom wordt hem dit onderscheid niet duidelijk. De in het hart geboren gedachte heeft met de door het verstand verkregen denkbeelden alleen dat ene gemeen, dat ook die gedachte naar de hersenen moet worden geleid om bij de mens in het bewustzijn binnen te dringen, en dat brengt de mens ertoe aan te nemen dat iedere gedachte in de hersenen haar oorsprong heeft, dus met het verstand verkregen wordt. Toch is het gedachtegoed van een liefdevol mens, dus een mens wiens leven een voortdurend werkzaam zijn in liefde is, geheel anders te waarderen dan het puur verstandelijke denken van een mens die niet zo zeer bekwaam is liefde te geven. Het eerste zal dichter bij de waarheid komen, terwijl het laatste geen enkele garantie biedt voor waarheid en ware kennis. Want de waarheid behoudt God zichzelf voor, en Hij deelt ze alleen uit aan hen die Hem erkennen, naar Hem verlangen - en dit door werken van liefde bewijzen.

Dus zal ongetwijfeld als waarheid aangenomen kunnen worden, wat uit een liefdevol hart komt. Want zulke gedachten zijn aan een zekere controle onderworpen door de geestelijke wezens die kennis bezitten, aan wie het overdragen van gedachten is opgedragen en die er daarom nauwgezet over waken dat de mens juist denkt. Want door zijn werken in liefde verwerft de mens zich het recht en de aanspraak op de bijstand van de lichtwezens, die de mens nu behoeden voor gedachten die in strijd zijn met de waarheid.

Amen

Traductor
Traducido por: Gerard F. Kotte