• Volver

Cristianismo – Enseñanza de amor.... Reconociendo la Deidad de Jesús....

La actividad del amor es una condición previa para el conocimiento del amor infinito de Dios, porque el hombre sólo llega a ser conocedor cuando vive en el amor, porque el amor y la sabiduría no pueden pensarse el uno sin el otro. Entonces el almo conduce al conocimiento; en consecuencia, el humano que ama podrá comprender tanto la idea de la redención como la de Jesucristo como Redentor del mundo. Porque tan pronto como el humano está en la cognición, también sabe acerca de la terrible situación en la que se encuentran todos los seres en su curso por la vida terrenal.

Se le hace evidente la gran distancia del ser de Dios como la debilidad del mismo sin la ayuda divina. Y por eso reconoce también la bendición de la obra de Redención.... sabe que sólo el amor tiene un poder redentor y que Jesucristo Se sacrificó por amor a la humanidad, para que a través de Su muerte en la cruz evitó la muerte eterna de los seres, así que los ha redimido. Y aunque el humano esté completamente alejada de la fe cristiana.... su trabajo en el amor le trae conocimiento sobre la obra redentora de Jesucristo.

Todo aquel que vive en el amor sabe también que Jesucristo Mismo encarnó el amor, y jamás se Le opondrá, lo afirmará en su corazón y también delante del mundo, porque el amor en su corazón se decide por Él; Por lo tanto, la enseñanza cristiana siempre será la enseñanza del amor, y una enseñanza nunca predicará un amor que vaya en contra de Jesucristo. El amor del ser humano debe ser desinteresado, debe dar y no exigir....

Vivir como seguidor de Jesús significa renunciar a todo lo que al ser humano le parece deseable y no exigir nada para sí mismo.... Quien observa este andamiento sigue a Jesús, y su caminar sobre la Tierra le trae la redención de la esclavitud espiritual, su espíritu reconoce la Deidad de Jesús y él no duda ni un momento, incluso si el mundo entero quiere levantarse contra él y robarle su fe en el Redentor.

El reconocimiento de la verdad no depende cómo se le presente, sino que sólo el hombre que deja hablar más a su corazón se vuelve conocedor, y esto se expresa en obrad de amor desinteresado al prójimo. Dios es el Amor, y Jesús Se formó al Amor, por eso la Deidad estaba en Él en toda plenitud. La divina enseñanza del amor debería ahora formar a los humanos de tal manera que el corazón humano pueda convertirse en la morada de Aquel Que es el Amor mismo. Jesús fue el primero en transmitir esta enseñanza a los humanos y la confirmó a través de Su muerte en la cruz.

E incluso que los humanos se han vuelto completamente carentes de amor, la divina enseñanza del amor nunca será completamente erradicada, porque proviene de Dios y todo lo divino es imperecedero. E incluso si se niega al divino Redentor, mientras una chispa de amor brille en el corazón humano, él defenderá al divino Redentor, y esto le traerá mayor amor, y aprenderá a creer cada vez más profundamente e inquebrantable que Dios descendió a la Tierra y se encarnó en el hombre Jesús para redimir a la humanidad, para adquirir la vida eterna para quienes se forman al amor....

amén

Christendom - Liefdesleer - Onderkennen van de goddelijkheid van Jezus (2)

De liefdadigheid is voorwaarde voor het weten van de oneindige liefde Gods, want wetend wordt de mens pas als hij in de liefde leeft, omdat de liefde en de wijsheid niet zonder elkaar te denken zijn. Dus leidt de liefde tot het inzicht, bijgevolg zal voor de liefdevolle mens zowel de verlossingsgedachte begrijpelijk zijn, als ook Jezus Christus als Verlosser van de wereld. Want zodra de mens het inzicht heeft, is hij ook op de hoogte van de ontzettende noodtoestand waarin al het wezenlijke zich bevindt bij zijn gang door het aardse leven. De grote verwijdering van het wezen van God wordt hem duidelijk, zoals ook de zwakheid ervan zonder goddelijke hulp. En daarom ziet hij ook de zegen van het verlossingswerk in. Hij weet dat alleen de liefde verlossende kracht heeft en dat Jezus Christus uit liefde voor de mensheid zich zelf heeft geofferd, dat Hij dus door Zijn kruisdood de eeuwige dood van de wezens afwendde, dus dezen heeft verlost. En al staat de mens ook volledig veraf van het christelijk geloof, zijn werkzaam zijn in liefde levert hem het inzicht op in het verlossingswerk van Jezus Christus.

Wie in de liefde leeft, die weet ook dat Jezus Christus zelf de Liefde belichaamde en hij zal zich nooit of te nimmer tegen Hem keren. Hij zal in het hart en ook voor de wereld positief tegenover Hem staan, want de liefde in zijn hart kiest voor Hem. De christelijke leer zal daarom steeds alleen de leer van de liefde zijn, en nooit zal een leer liefde prediken die zich tegen Jezus Christus opstelt. De liefde van de mens moet onbaatzuchtig zijn. Ze moet geven en niet eisen.

In de navolging van Jezus leven betekent alles opgeven wat de mens aantrekkelijk voorkomt en niets verlangen voor zichzelf. Wie dit gebod van de liefde in acht neemt, die volgt Jezus na en zijn aards bestaan levert hem de verlossing uit de geestelijke gevangenschap op. Zijn geest onderkent de goddelijkheid van Jezus en hij twijfelt geen ogenblik wanneer de hele wereld zich tegen hem zou willen keren en hem het geloof in de Verlosser wilde ontnemen. Het inzien van de waarheid hangt er niet vanaf hoe die hem wordt aangeboden. Veeleer wordt alleen die mens wetend die meer zijn hart laat spreken en dit komt tot uitdrukking in werken van onbaatzuchtige naastenliefde.

God is de Liefde en Jezus vormde zich tot Liefde. Bijgevolg was de Godheid in alle volheid in Hem. De goddelijke leer van de liefde moet nu de mens eveneens zo vormen dat het menselijke hart tot woning kan worden van Hem die de Liefde zelf is. Jezus bracht deze leer als eerste aan de mensen over en versterkte ze door Zijn kruisdood. En al zijn de mensen nu ook volledig liefdeloos geworden, toch zal de goddelijke liefdesleer nooit geheel uitgeroeid kunnen worden, want hij is van God en al het goddelijke is onvergankelijk. En al wordt de goddelijke Verlosser ook verloochend, zolang er nog een vonk van de liefde in het hart van de mens gloeit, zal hij opkomen voor de goddelijke Heiland en dit zal hem meer liefde opleveren en hij zal steeds dieper en onwankelbaarder leren geloven dat God naar de aarde is afgedaald en zich in Jezus heeft belichaamd om de mensheid te verlossen, om voor diegenen het eeuwige leven te verwerven die zich tot liefde vormen.

Amen