La genialidad del hombre también es un cierto peligro para él, porque le sacrifica su vida interior. La certeza de estar en un nivel superior a menudo puede tener efectos devastadores, porque el ser humano es arrogante y cree que es superior a sus semejantes en conocimiento y juicio en todos los aspectos. Pero la arrogancia es el obstáculo para reconocer la verdad. La verdad solo encuentra entrada donde la humildad del corazón adorna al ser humano porque la gracia divina fluye hacia él.
Sin embargo, donde se ha formado la opinión de que las capacidades terrenales visibles también juegan un papel en el reconocimiento de la verdad, allí hay una cierta importancia personal reconocible y, por lo tanto, también una falta de poder cognitivo. Las tendencias antirreligiosas promueven el abandono de toda creencia en lo que se ha convertido en propiedad común a través de la tradición. Por eso muchas veces se renuncia sin vacilación a lo que es de origen divino.... la enseñanza en un Dios de amor, omnipotencia y sabiduría....
Y la actitud actual del hombre se justifica objetivamente de la manera más convincente, pero siempre partiendo de la visión errónea de que la muerte termina con la muerte corporal. Y el edificio que ahora se ha erigido, por lo tanto, carecerá de los cimientos y, por lo tanto, no resistirá una avalancha de evidencia de una persona profundamente religiosa.... sin embargo, esta evidencia se rechaza con la misma obstinación para no exponer la estructura autoconstruida al peligro de derrumbarse.
Si la mente humana altamente desarrollada no se inclina humildemente ante la Deidad insondable, sólo creará nociones erróneas y con estas nociones fortalecerá la arrogancia, y el resultado será un estado mental deplorable. A tal persona sólo se le puede hacer reconocer su debilidad e insignificancia a través del sufrimiento. Se le debe mostrar que la agudeza mental y capacidad de juicio son insuficientes, en cuanto estos no son un antídoto para él para que elimine su propia impotencia cuando Dios Mismo Se expresa a través de las fuerzas de la naturaleza.
Entonces cada persona vuelve pequeña, no importa qué talento, qué conocimiento intelectual llame suyo. En una emergencia terrenal, que prueba su propia impotencia, sólo la relación interior, la actitud hacia Dios, es importante, y esto determina su vida futura en la tierra y también espiritualmente. Todas las demás cualidades del ser humano, que sólo han de evaluarse puramente terrenales, no salen a la luz, y toda opinión preconcebida flaqueará, porque no se levanta ante la catástrofe que supera toda imaginación humana, que Dios manda para precisamente dar a esas personas para darles la oportunidad de llegar al pensamiento correcto.... a creer en Él.... amén
TraductorDe genialiteit van de mens is ook een zeker gevaar voor hem, want hij brengt zijn innerlijke leven ten offer. De zekerheid van een hoger niveau te zijn, kan vaak een verderfelijke uitwerking hebben, want de mens is arrogant en voelt zich in elk opzicht in kennis en beoordelingsvermogen superieur aan de medemensen.
Maar de verwaandheid is de hindernis voor het herkennen van de waarheid. Enkel waar de deemoed van het hart de mens siert, vindt de waarheid ingang, want de goddelijke genade stroomt naar hem. Waar zich de mening gevormd heeft dat voor het herkennen van de waarheid ook aards zichtbare aanleg meespreekt, is een bepaalde zelfverheffing op te tekenen en daarom ook een gebrek aan onderscheidingsvermogen.
Het antireligieuze streven bevordert een opgeven van elk geloof in dat, wat door overleveringen gemeengoed van de mensen werd. Daarom wordt vaak zonder enig bezwaar alles opgegeven wat van goddelijke oorsprong is: de leer in een God van liefde, almacht en wijsheid. En de huidige instelling van de mens wordt objectief op de meest overtuigende manier gestaafd, maar steeds uitgaand van de verkeerde opvatting dat het leven met de lichamelijke dood beëindigd is. En daarom zal het nu opgerichte gebouw het fundament ontberen en zal daarom tegen een stormaanval van bewijsvoering van een diepgelovig mens niet standhouden. Maar deze bewijsvoering wordt net zo hardnekkig afgewezen om hetgeen zelf opgebouwd is niet aan instortingsgevaar bloot te stellen.
Wanneer het hoogontwikkelde menselijke verstand zich niet in deemoed voor de ondoorgrondelijke Godheid buigt, zal hij alleen maar verkeerde opvattingen verwekken en met deze opvattingen de zelfverheffing versterken en dit heeft een beklagenswaardige zielentoestand tot gevolg. Zo’n mens kan alleen maar door lijden tot besef van zijn zwakte en onbeduidendheid gebracht worden. Er moet hem bewezen worden dat zijn scherpzinnigheid en beoordelingsvermogen gebrekkig zijn, doordat hij geen middelen heeft om de eigen machteloosheid op te heffen als God Zelf door de natuurkrachten tot uiting komt. Dan wordt elk mens klein, om het even welke begaafdheid, welke verstandelijke kennis hij de zijne noemt.
In een aardse noodsituatie, die hem de eigen onmacht bewijst, is enkel de innerlijke verhouding, de instelling ten opzichte van God, van betekenis en dit bepaalt zijn verdere leven, aards en ook geestelijk. Alle overige kwaliteiten van de mens, die enkel puur aards te waarderen zijn, komen niet tot hun recht en elke vooropgezette mening zal tot wankelen gebracht worden, want ze houdt geen stand bij het zien van de catastrofe, die al het menselijke voorstellingsvermogen overtreft, die God stuurt om juist deze mensen nog een mogelijkheid te geven juist te denken. Tot geloof in Hem te komen.
Amen
Traductor