La obra del espíritu divino no puede ser comprendida ni refutada. El ser humano, enfrentado a un proceso que no puede entender, quiere descartarlo como fantasía o imaginación, pero nunca puede refutarlo si su capacidad de juicio está desarrollada, puesto que se ve frente a fuerzas que no puede explicar y que por tanto no puede ni va a negar. La humanidad está convencida de que todo proceso espiritual puede ser explicado científicamente, y también que en ninguna parte el conocimiento humano es deficiente. Esta convicción descarta desde el principio que se pueda buscar una explicación de los procesos misteriosos de otra manera que no sea intelectualmente. Así, el hombre querrá ahora también comprender intelectualmente de dónde provienen tales resultados espirituales. Pero nunca podrá refutar estos resultados, porque entonces tendría que ahondar en problemas que son irresolubles para él sin ayuda espiritual. Por tanto, sólo puede juzgar afirmando o negando el surgimiento, pero nunca lo que surgió, pues esto último esta mas allá de su capacidad.Quien sólo se mira a sí mismo y a todo lo que le rodea con ojos terrenales no desea desentrañar los problemas que están fuera de lo terrenal, y tampoco puede juzgarlos. Pero aquel que, aunque sea sólo un poco, sondea lo sobrenatural, al dejar que sus pensamientos se desplacen a veces a regiones desconocidas para él, también estará siempre cuestionando el infinito, y tal cuestionador moderará su juicio. Sólo quien tiene conocimiento espiritual por sí mismo puede juzgar, y su juicio será siempre afirmativo, pues reconoce el obrar divino porque el espíritu en él hace contacto con el mismo poder espiritual fuera de él y, por lo tanto, la realización debe ser la misma, ya que sólo hay una verdad que Dios mismo imparte a los que desean su espíritu. Si el mundo reconoce que no se puede probar nada en sentido contrario a la sabiduría que viene a la tierra desde arriba, no la rechazará. Sin embargo, si la evaluación se deja en manos de personas incompetentes, la obra experimentará un bloqueo temporal que, sin embargo, también está permitida por la voluntad de Dios para inducir a un determinado círculo a ocuparse de ella más a fondo. Sin embargo, el Señor protege su obra, aunque parezca que el poder humano es mayor y que toda esperanza está perdida. Porque el Señor tiene su plan, y toda la rabia humana no sirve de nada si va en contra de Su voluntad divina. Pronto llegará el tiempo de la separación, el tiempo del desprendimiento de lo que el hombre tiene querido.... Y como no lo entrega voluntariamente, el Señor lo toma por la fuerza.... Y ese tiempo es precedido por acontecimientos que evidencian públicamente lo que el Señor quiere.... La humanidad tendrá que tomar nota de ello, y Dios lo llevará a cabo, aunque de una manera diferente a la esperada. Porque Dios reconoce tanto el peligro como la bendición de la ignorancia y el conocimiento....
Amén
TraductorHet werkzaam zijn van de goddelijke geest kan niet weerlegd worden, ofschoon het niet begrepen kan worden. De mens kan weliswaar in onbegrip voor een gebeurtenis staan en dus uit een gebrek aan kennis iets af willen doen als fantasie of inbeelding, maar nooit kan een mens, wiens beoordelingsvermogen sterker ontwikkeld is, het werkzaam zijn geheel weerleggen, want hij stuit op krachten, die hij voor zichzelf niet kan verklaren en daarom ook zonder enige scrupules zal ontkennen.
Het is de overtuiging van de mensheid, dat elke geestelijke gebeurtenis opgehelderd kan worden. Dat dus nergens de menselijke kennis onvoldoende is. En deze overtuiging sloot vanaf het begin af aan uit, dat er een andere dan een verstandsmatige verklaring voor raadselachtige gebeurtenissen gezocht zou moeten worden. Daarom zal de mens nu ook verstandmatig willen doorgronden, waar zulke geestelijke resultaten tot stand komen.
Maar hij zal nooit in staat zijn om deze resultaten te weerleggen, want dan zou hij zichzelf moeten verdiepen in vraagstukken, die zonder geestelijke hulp onoplosbaar voor hem zijn. Hij kan dus slechts het ontstaan zelf verklaren, bevestigend of afwijzend, maar nooit hetgeen ontstaan is. Want dit onttrekt zich aan zijn beoordeling.
Degene, die zichzelf en alles om zich heen alleen met aardse ogen bekijkt, heeft er ook geen zin in om vraagstukken die buiten het aardse liggen te ontraadselen, dus kan hij ook niet oordelen. Maar degene, die een beetje in contact treedt met het bovenaardse, doordat hij zijn gedachten soms af laat dwalen in voor hem onbekende gebieden, die zal ook steeds een vragende instelling hebben ten opzichte van de oneindigheid en degene, die vraagt, is terughoudend met zijn oordeel.
Alleen degene, die zelf geestelijke kennis heeft, kan oordelen en diens oordeel zal steeds bevestigend zijn, want hij herkent het goddelijke werkzaam zijn, omdat de geest in hem zich met dezelfde geestelijke kracht buiten hem in verbinding stelt en dus het inzicht hetzelfde moet zijn, omdat er maar één waarheid is, die God Zelf geeft aan degenen, die naar Zijn geest verlangen. Wanneer door de wereld wordt erkend, dat niets kan worden bewezen in de tegenovergestelde zin van wat aan wijsheden de aarde van boven toegestuurd wordt, zullen dergelijke wijsheden niet worden afgewezen.
Wordt echter de beoordeling aan onbekwame mensen overgelaten, dan ondervindt het werk een tijdelijke inbeslagname, die echter ook door Gods wil toegelaten is om een bepaalde kring ertoe te brengen om zich daar uitvoeriger mee bezig te houden. Maar de Heer beschermt Zijn werk, ook al lijkt de menselijke macht groter en alle hoop verloren. Want de Heer heeft Zijn plan en al het menselijke woeden is tot niets in staat, als het tegen Zijn goddelijke wil in gaat.
De tijd van de scheiding zal spoedig komen. De tijd van het losmaken van datgene, wat de mens liefheeft. En omdat hij het niet vrijwillig opgeeft, neemt de Heer het met geweld. En aan deze tijd gaan gebeurtenissen vooraf, zodat duidelijk wordt, wat de Heer van plan is. De mensheid moet er kennis van nemen en God zal dit bewerkstelligen, ofschoon ook op een andere manier dan verwacht wordt. Want God herkent zowel het gevaar als ook de zegen van de onwetendheid en de kennis.
Amen
Traductor