Comparar anuncio con traducción

Otras traducciones:

Obstáculos.... Amor al prójimo....

Es un momento de lucha interior que tiene que atravesar la persona que se esfuerza por alcanzar a Dios para que su voluntad se fortalezca y finalmente se decida a favor o en contra de Dios. Porque nada se puede ganar sin luchar, y lo que se puede lograr fácilmente tiene poco valor. Pero el don divino.... la vida eterna.... es tan infinitamente precioso que ningún esfuerzo debería ser demasiado grande que promete esta posesión. Solo unas pocas personas usan toda su voluntad para aguantar todas las adversidades de la vida y, sin embargo, sirven a Dios con la mayor devoción, y la perseverancia será una bendición para ellas, porque al mismo tiempo la voluntad y el amor por Dios se fortalecen.... Quien quiera llegar a Dios por encima de los obstáculos, también aumentará su fuerza, y pronto le parecerá fácil lo que antes pensaba que era insuperable.

Luchar o servir solo puede llevaros al objetivo, pero donde sirváis voluntariamente, la lucha se volverá fácil para vosotros o se os salvará por completo. Pero a veces os volvéis perezosos en el servicio y por lo tanto tenéis que luchar contra las dificultades y obstáculos de los que no podéis salvaros, de lo que contrario puede ocurrir el peligro de un estancamiento, lo que sería una gran desventaja para el alma. Lo que es más difícil de alcanzar para el hombre a menudo lo motiva a la mayor actividad, y este es el propósito de tales adversidades que no os canséis ni os quedáis parados, sino que continuáis con paso firme el camino hacia arriba.... Y que pidáis fuerza para que os sea suministrado para superar todo lo que os obstaculiza en el camino de ascenso....

El mandamiento de amar al prójimo a menudo requiere el sacrificio de lo que es deseable para el hombre. Debe poder renunciar voluntariamente a lo que él mismo posee y lo que le falta a su prójimo, debe despojarse de ello con alegría de corazón, debe ver su más bella tarea terrenal en el hecho de que siempre da lo que alegra al prójimo. Entonces él experimentará lo mismo en sí mismo.... se le dará.... Recibirá lo que el Señor Mismo le ofrece, ya sea terrenal o espiritualmente. Dios siempre dará a aquel, quien mismo da a su prójimo. Y si entonces el corazón está involucrado en dar, al corazón también se le permitirá recibir.

Los dones terrenales o espirituales, presentados con amor, traerán éxitos terrenales y espirituales.... Éxitos espirituales sin medidas y recompensas terrenales en la medida en que esto sea beneficioso para el alma. De modo que el hombre no se privará jamás a sí mismo cuando el amor al prójimo le induzca a dar. Y por lo tanto, no existirían las necesidades y preocupaciones en la tierra, si cada ser humana brindaría amorosamente su ayuda al prójimo, porque Dios bendiga cada acto de amor. Sin embargo, los hombres carecen aún del conocimiento que solo el amor redime a la humanidad.

El amor propio está desarrollado fuertemente y esto a su vez impide que los hombres ejerzan el amor al prójimo, que solo tiene valor si se lleva a cabo sin ningún interés propio. Sin embargo, en su mayor parte, el hombre pensará en su propio bienestar y, dado que no hace nada para obtener la bendición de Dios y Su amor, tiene que ser avisado a través del sufrimiento y la necesidad de lo incorrecto de su pensar y actuar y de su omisión y así se conjuran el sufrimiento y la necesidad.

Porque el amor redime, pero la falta de amor hace que el hombre no sea libre y lo mantiene en las cadenas del adversario....

Pero Dios Mismo no puede acercarse a una criatura sin amor, y nunca se le puede ofrecer el don divino.... entonces el hombre sufre, que solo ama a su propio Yo y no se fija en la necesidad de su prójimo, porque no puede recibir nada más de lo que él da....

Amén

Traductor
Traducido por: Hans-Dieter Heise

Hindernis – Naastenliefde

Het is een tijd van innerlijke strijd, die de naar God strevende mens moet doormaken, opdat zijn wil sterk wordt en hij definitief besluit om voor of tegen God te zijn. Want zonder strijd kan niets verworven worden en wat moeiteloos te bereiken is, heeft maar weinig waarde. Maar de goddelijke gave, het eeuwige leven, is zo eindeloos kostbaar, dat geen moeite te groot zou moeten zijn, vanwege hetgeen het bezit hiervan belooft.

Maar weinig mensen gebruiken hun gehele wil om stand te houden tegen alle onaangename zaken van het leven en toch met de grootste overgave God te dienen en voor hen zal de volharing tot zegen strekken, want tegelijkertijd wordt de wil en de liefde voor God gestaald. De kracht van degene, die over hindernissen heen tot God wil komen, zal ook toenemen en, wat hij eerst voor onoverkomelijk hield, zal hem spoedig makkelijk lijken. Alleen worstelen of dienen kan u bij het doel brengen, maar waar u bereidwillig dient, zal de strijd makkelijk voor u worden of het zal u geheel bespaard blijven.

Maar soms wordt u slap in het dienen en moet u dus strijden tegen tegenspoed en hindernissen, die u niet bespaard kunnen blijven, omdat anders het gevaar van een stilstand op kan treden, die heel nadelig voor de ziel zou zijn. Wat moeilijker bereikbaar voor de mensen is, spoort hen vaak tot de grootste activiteit aan en dit is het doel van zulke onaangename zaken. Dat u niet moe wordt of stilstaat, maar vastberaden de opwaartse gang voortzet. En dat u om kracht vraagt, opdat het u gegeven kan worden voor het overwinnen van alles, wat hinderlijk voor u is op de weg naar boven.

Het gebod van de naastenliefde vereist vaak een opoffering van wat voor de mens begerenswaardig is. Hij moet bereidwillig op kunnen geven, wat hij zelf bezit en waar de naaste gebrek aan heeft. Dit moet hij met vreugde in het hart weggeven. Hij moet er zijn mooiste aardse opdracht in zien, dat hij steeds geeft, wat zijn naaste vreugde schenkt. Dan zal hij hetzelfde aan zichzelf ondervinden. Het zal hem gegeven worden. Hij zal in ontvangst nemen, wat de Heer Zelf hem biedt, hetzij aards of geestelijk.

Steeds zal God uitdelen aan degene, die zelf aan zijn naaste uitdeelt. En als het hart dus deelgenoot is van het geven, zal het hart ook mogen ontvangen. Aardse en geestelijke gaven, in liefde aangeboden, zullen aardse en geestelijke successen opleveren. Onbeperkte geestelijke successen en aards loon, voor zover dit voor de ziel nuttig is. Dus de mens zal, als de liefde voor de naaste hem tot geven aanleiding geeft, zichzelf nooit beroven. En daarom zou er nooit nood en bezorgdheid op aarde voorkomen, als elk mens zijn naaste liefdevol zijn hulp zou verlenen, want God Zelf zegent elke daad van liefde.

Het besef, dat alleen de liefde bevrijdend voor de mensheid is, ontbreekt hem echter. De eigenliefde is sterk ontwikkeld en deze weerhoudt de mensen er weer van de naastenliefde te beoefenen, dat slechts dan van waarde is, als ze zonder enig eigenbelang beoefend wordt. Maar meestal zal de mens aan zijn eigen welzijn denken en, omdat hij dus niets doet om Gods zegen en Zijn liefde te verwerven, door lijden en nood op het verkeerde van zijn denken en handelen, op zijn verzuim gewezen moeten worden en dus nood en leed veroorzaken. Want de liefde verlost, maar de liefdeloosheid bindt de mens en houdt hem vast in de boeien van de tegenstander.

Maar God Zelf kan een liefdeloos schepsel niet naderen en de goddelijke gave kan hem nooit aangeboden worden. Daarom lijdt de mens gebrek, die alleen zijn eigen ik liefheeft en geen acht slaat op zijn hulpbehoeftige naaste, want hij kan niets anders ontvangen, dan wat hij geeft.

Amen

Traductor
Traducido por: Peter Schelling