La mayor astucia del enemigo es nublar el pensamiento de la gente y hacer que sometan a sus planes. Si el ser humano pide al Espíritu divino con la más profunda humildad, su pensamiento será correcto y comprenderá claramente el significado de estas palabras. Reconocerá también que la voluntad de reinar tuvo que excluir la obra del Espíritu divino, que el pensamiento ahora era erróneo y que tuvo que surgir una doctrina falsa que distorsionó gravemente el significado de la Palabra divina. Y Dios no lo prohíbe a los hombres, porque no toca el libre albedrío a los hombres.... Enseño el Evangelio a Sus discípulos y les encargó difundirlo con las palabras: “Id y enseñad a todos los pueblos”....
La profunda fe de Sus discípulos garantizaba la obra de Espíritu Santo, por lo que los discípulos no podían enseñar otra cosa que la verdad. Así que la seguridad para un siervo de Dios que enseña la verdad será, que éste está en la más profunda fe, es decir, en la fe viva. Éste será un verdadero sucesor de Pedro y un seguidor de la iglesia que el Mismo Jesucristo fundó, pero que nunca debe representar un poder mundano, sino que sólo debe extenderse puramente espiritualmente entre todos los pueblos de la tierra.
Dios nunca ha encomendado al hombre la tarea de fundar un instituto en la tierra y ahora entrelazar la pura enseñanza divina en el marco de mandamientos emitidos por el hombre, sino que hasta cierto punto exigir obligatoriamente el cumplimiento de los mandamientos, lo que va en contra de la voluntad divina. El hombre debe absorber la enseñanza de Cristo con total libertad de voluntad y esforzarse por cumplir la voluntad divina. Esta enseñanza debe ser presentada a las personas por maestros verdaderamente creyentes que quieran servir a Dios, quienes entonces también son iluminados por el Espíritu de Dios cuando proclamen esta enseñanza.
Pero el Espíritu de Dios nunca puede estar activo donde ha surgido un edificio de poder mundano y fortalecer este poder era el único propósito de las muchas ordenanzas y mandamientos que supuestamente fueron emitido con la ayuda del Espíritu Santo y así surgió la enseñanza de la infalibilidad del jefe de la iglesia. Una y otra vez el Espíritu Santo está obrando para refutar estas enseñanzas erróneas y dar iluminación, pero una y otra vez la voluntad humana es tan fuerte como para rechazar la verdad pura y adherirse a enseñanzas falsas.
Y no se puede obligar a la voluntad del hombre a aceptar la verdad; ni puede ser obligado a reconocer a Dios Mismo como el Dador de lo que se le presenta como verdad. Él mismo debe ser libre de reconocer la verdad y para eso tiene mucho poder asistencial a su disposición.... Aquel que sólo tiene un pequeño deseo de verdad dentro de sí será indicado y podrá invocar el poder de cognición en la oración en cualquier momento, quien esté dispuesto, es decir, quien esté seriamente interesado en tomar el correcto camino en la tierra....
amén
TraductorDe grootste list van de tegenstander is, het denken van de mensen te vertroebelen en aan zijn plannen te onderwerpen. Als nu in diepste deemoed de mens de goddelijke Geest vraagt, zal zijn denken juist zijn en zal hij het duidelijkst de zin van deze woorden inzien. Hij zal ook inzien, dat de wil om te heersen het werkzaam zijn van de goddelijke Geest uit moest schakelen, dat nu het denken verkeerd was en een valse leer, die de zin van het goddelijke Woord ernstig misvormde, zo moest ontstaan. En God weert de mens niet, want hij tast de vrije wil van de mens niet aan. Het evangelie heeft Hij Zijn discipelen geleerd en Hij heeft hen de opdracht gegeven, het te verbreiden met de Woorden: “Ga heen en onderwijs alle volkeren.” De diepe gelovigheid van Zijn discipelen garandeerde het werkzaam zijn van de heilige Geest en dus konden de leerlingen niets anders dan de waarheid onderwijzen. Dus zal er steeds de zekerheid bestaan voor de waarheid van een onderwijzende dienaar Gods, als deze in het diepste - dus levende - geloof vaststaat. Deze zal een echte navolger van Petrus zijn en een aanhanger van de kerk, die Jezus Christus Zelf heeft gegrondvest, maar die nooit een wereldse macht zou vormen, maar zich alleen zuiver geestelijk zou uitbreiden onder alle volkeren der aarde.
Nooit heeft God de mensen als opgave gesteld, op aarde een instituut te vestigen en nu, in het kader van menselijk uitgevaardigde geboden, er de zuivere goddelijke leer weliswaar tussen te voegen, echter in zekere zin dwangmatig de vervulling van de geboden te eisen, wat tegen de goddelijke Wil ingaat. De mens moet in volledige vrijheid van wil de leer van Christus in zich opnemen en trachten de goddelijke Wil te vervullen. Deze leer moet de mensen worden aangeboden door waarachtig gelovige leraren, die God willen dienen en die dan ook verlicht zijn door de Geest Gods, als ze deze leer verkondigen. Maar de Geest uit God kan nooit dáár werkzaam zijn, waar een bouwwerk van wereldlijke macht is ontstaan en het enige doel van de vele verordeningen en geboden - die zogenaamd met de hulp van de heilige Geest werden uitgevaardigd - was, deze macht te versterken en zo de leer van de onfeilbaarheid van het hoofd van de kerk ontstond. Steeds weer is de heilige Geest werkzaam om deze onjuiste leren te weerleggen en de mensen opheldering te geven. Maar steeds weer is de menselijke wil zo sterk, de zuivere waarheid af te wijzen en de dwaalleren aan te hangen. En de wil van de mens kan niet worden gedwongen de waarheid aan te nemen. Hij kan ook niet onder dwang ertoe worden gebracht God Zelf als Gever van dagene, wat hem als waarheid wordt voorgehouden, te erkennen. Het moet aan hemzelf worden overgelaten, de waarheid in te zien. Maar er staat hem daar veel behulpzame kracht ter beschikking. Die maar een weinig verlangen naar de waarheid in zich heeft, zal erop gewezen worden en wie gewillig is - dat wil zeggen aan wie het er serieus om te doen is - de goede weg op aarde te gaan, zal in het gebed te allen tijde om het vermogen van het inzicht kunnen verzoeken.
Amen
Traductor