Comparar anuncio con traducción

Otras traducciones:

Pecado de herencia.... Liberación....

Las oportunidades más inimaginables se ofrecen al hombre para su liberación final, pero el impulso de pecar siempre es notable en él, y por eso la voluntad debe ser extraordinariamente fuerte para resistirlo y esforzarse por la liberación. Por lo que debe estar luchando continuamente con el deseo en sí mismo, porque este está mayormente dirigido lo que es un obstáculo para la liberación del espíritu, de lo contrario la resistencia no sería un mérito del ser humano. Es cierto que la fuerza del hombre no es suficiente para sobrevivir con éxito esta lucha, pero la voluntad le permite al hombre volver a pedir la fuerza de Dios, que ahora también está llegando a él. Por lo tanto, la voluntad debe oponerse siempre al pecado para que la liberación del espíritu tenga éxito.

El pecado es todo lo que va en contra de la voluntad divina, es decir, lo que separa el hombre de Dios. Y el ser humano nació del pecado, es decir, su alma, es la fusión de esencias espirituales, que por propia impulso se apartaron de Dios y actuaron en contra de Su voluntad, acercándose a las tinieblas y luchando contra la luz. Su resistencia contra Dios los puso en un estado de ser atado, y el alma es, por tanto, todavía algo no libre, algo cautivo, que primero debe liberarse por su propia voluntad durante la vida terrenal. Por lo tanto, primero debe luchar contra el pecado, es decir, todo lo que está dirigido contra la voluntad divina.

El alma solo se encarnó con el propósito de tener la oportunidad de redimirse a sí misma, y renunciar su voluntad que está dirigida contra Dios desde tiempos inmemorables, luchar contra ella y finalmente esforzarse por la unificación con Aquel de Quien surgió. De modo que ningún ser humano está libre del pecado de la antigua rebelión contra Dios al nacer.... y por eso la palabra pecado de herencia ahora también es comprensible. El hombre emprende la lucha contra su impulso inherente contra la luz. Siempre tendrá que luchar para reducir o eliminar el estado de oscuridad que lo rodea, y esta lucha requerirá toda su voluntad, pero tiene fuerza ilimitada a su disposición si deja seriamente que su voluntad se active y desea la fuerza de Dios.

Es la voluntad que es requerido de Dios, si el hombre entrega su voluntad a Dios, entonces Dios le da Su fuerza en tal medida que puede liberarse completamente de su estado de ser atado, que fue solo el resultado de ese pecado.... la voluntad dirigida contra Dios.... Al entrar en la vida terrenal, todo ser humano todavía llama propia la voluntad opuesta a Dios, pero puede renunciarla, es decir, haberla sometida a la voluntad de Dios y esto significa para el ser la liberación final de su cautiverio inmemorial.... amén

Traductor
Traducido por: Hans-Dieter Heise

Erfzonde - Vrijwording

Er worden de mens voor zijn uiteindelijke vrijwording de meest niet in te denken gelegenheden geboden, maar steeds is ook de drang in hem tot zonde duidelijk te merken en daarom moet de wil buitengewoon sterk zijn die drang te weerstaan en de vrijwording na te streven. Dus moet hij voortdurend strijden tegen het verlangen in zich, want dit zal meestal gericht zijn op datgene wat voor de vrijwording van de geest belemmerend werkt, daar anders de weerstand geen verdienste zou zijn van de mens. De kracht van de mens is weliswaar niet toereikend om deze strijd met succes te doorstaan, maar de wil laat de mens weer de kracht van GOD vragen, die hem dan ook wordt toegestuurd. De wil moet zich dus steeds tegenover de zonde verzetten, wil de vrijwording van de geest lukken.

Zonde is alles wat tegen de goddelijke Wil ingaat, dus de mens scheidt van GOD. De mens is geboren uit de zonde, d.w.z. zijn ziel is de vereniging van geestelijke wezenheden die uit eigen beweging met GOD braken en tegen Zijn Wil in handelden, doordat ze zich in duisternis begaven en het licht bestreden. Hun weerstand tegen GOD heeft hun de toestand van gekluisterd zijn opgeleverd, en dus is de ziel nog steeds iets dat onvrij is, gekluisterd, dat zich pas zal vrijmaken door zelf te willen gedurende het leven op aarde. De mens moet dus eerst strijden tegen de zonde, d.w.z. tegen alles wat gericht is tegen de goddelijke Wil.

De ziel is alleen maar belichaamd met het doel gelegenheid te hebben zichzelf te verlossen, om haar wil die sedert onheuglijke tijden tegen GOD was gericht, op te geven, er tegen te strijden en uiteindelijk de vereniging met HEM na te streven uit WIE ze is voortgekomen. Dus is geen mens bij zijn geboorte vrij van zonde vanwege de opstand van weleer tegen GOD en dus is nu ook het woord erfzonde begrijpelijk. De mens neemt de strijd op tegen de in hem aanwezige drang die gericht is tegen het licht. Hij zal steeds moeten strijden om de staat van duisternis die om hem is te verminderen of op te heffen, en deze strijd zal zijn hele wil nodig hebben, maar er staat hem onmetelijke kracht ter beschikking als hij zijn wil serieus aktief laat worden en de kracht uit GOD begeert.

Het is de wil, die door GOD wordt gevraagd. Geeft de mens zijn wil aan GOD ten geschenke, dan geeft GOD hem Zijn Kracht in zo'n mate, dat hij zich helemaal kan bevrijden uit zijn gekluisterde toestand, die alleen maar het gevolg is van die zonde - de tegen GOD gerichte wil. Ieder mens bezit bij het begin van zijn aardse leven nog de tegen GOD gerichte wil, maar kan bij het verlaten van deze aarde hem geheel hebben prijsgegeven, d.w.z. aan de goddelijke Wil hebben onderworpen, en dit betekent voor het wezen de uiteindelijke bevrijding uit zijn onheuglijke tijden durende gevangenschap.

Amen

Traductor
Traducido por: Gerard F. Kotte