No importa cuán concienzudamente el ser humano intente permanecer en la verdad, la certeza de esto no se le garantizará mientras no combine su esfuerzo con la fe más profunda. Todo está plagado de errores, lo que sin ésta se presenta a los humanos y es aceptado por ellos.... El menor pensamiento en la fe, en cambio, será también la más pura verdad. Y ahora el ser humano considera la abundancia de pensamientos que fluyen dentro de él, si trata cualquier asunto con fe en Dios.... Es captado, por así decirlo, y se le imparte el conocimiento más profundo del lado espiritual, y pude estar seguro de la más pura verdad, pues esta es la transmisión mental más natural, que el ser humano se dirige inquisitivamente a los seres que pueden instruirle, en la medida en que surge en él el pensamiento que se alinea anhelante hacia la verdad.
La única forma de instrucción correcta es el deseo de preguntar, que se satisface inmediatamente respondiendo. ¿Quién es el único capaz de dar iluminación en todas las cosas? Sólo el divino Creador Mismo, y lo hace encargando a sus seres que Le sirven que informen a cada criatura de lo que estime conveniente saber. El tren de pensamiento de todo ser humano es el resultado de su más o menos fuerte voluntad de verdad. Porque la Verdad es Dios Mismo.... Si un ser humano desea la verdad, y esto con la más plena fe en Dios, entonces también desea a Dios Mismo. Y este deseo del espíritu humano por Dios establece también la conexión con el Espíritu divino, y así el espíritu en el ser humano es enseñado por el mismo Espíritu divino y por lo tanto sólo puede recibir la verdad más pura....
Pero donde, por el contrario, domina el mismo deseo, pero sin fe en Dios, allí la deidad no puede conectarse con la chispa espiritual que se alberga en el ser humano, y por eso el adversario aprovecha la oportunidad y transmite su voluntad al hombre y lo conduce al error y al pensamiento equivocado. La unión interior con Dios asegura cualquier anuncio.... Quien llama a Dios y entonces abre su corazón escuchando la respuesta, sólo puede escuchar la verdad más completa, porque Dios está dispuesto a dar allí donde sólo un corazón creyente exige un don divino, y la verdad es siempre y constantemente un don de arriba.... La verdad sólo puede venir de arriba, pero nunca puede nacer en las profundidades....
Y por lo tanto, es sabio que los seres humanos piensen en el divino Señor en cada pregunta, porque la verdad solo puede ser impartida por Aquel, Que es la Verdad en Sí Mismo.... y de nuevo, ningún hijo en la tierra pide ésta en vano, ya que el Padre en el cielo siempre quiere llevar a Sus hijos a la verdad....
Así que los seres espirituales perfectos deben revelarse como portadores de la verdad a aquellos que quieren recibir la verdad.... no deben encontrar ninguna resistencia si quieren expresarse, y esto a su vez presupone una fe profunda en Dios, en el poder espiritual, y la transmisión mental de este sobre el ser humano. De modo que la fe es la primera condición, sin la cual es impensable una impartición veraz de todo el conocimiento.... Cualquiera que haya encontrado una vez esta solución tan simple, cuando el humano reciba la garantía para el pensamiento correcto, no estará plagado de dudas, ni se volverá desanimado y vacilante para comprobar la veracidad de tales transmisiones.... sino que aceptará incondicionalmente lo que le transmite el espíritu, porque su actitud hacia Dios le asegura un pensamiento correcto....
Por otro lado, el ser humano que tiene constantes deseos mundanos no desea la verdad.... Instintivamente siente que las alegrías mundanas y el cumplimiento de los deseos no pueden ser el propósito de la vida en la tierra.... pero no quiere admitir esto, y así él también rehúye buscar estrictamente la verdad en todas las demás cosas, y esta evitación consciente de la verdad tiene como consecuencia que el príncipe de la mentira gana poder sobre su alma, y la Deidad eterna solo puede enviar poca ayuda a tal alma, después de todo, la misma resistencia siempre traerá las mismas malas influencias, porque Dios, como la Verdad eterna Mismo, que ser reconocido y por lo tanto creer en Él es la primera condición para llegar a la verdad....
amén
TraductorHoe gewetensvol de mens zich ook inspant om in de waarheid te staan, de zekerheid hierover zal toch niet gegarandeerd zijn, zolang hij zijn streven niet met het diepste geloof verbindt. Alles, wat zonder dit geloof de mensen voorgelegd en door hen aangenomen wordt, is met vergissingen doorspekt. Aan de andere kant zal de geringste gedachte in geloof ook de zuiverste waarheid zijn.
En nu let de mens erop, welke overvloed aan gedachten bij hem binnenstromen, als hij zich in het geloof in God met wat voor zaak dan ook bezighoudt. Hij wordt bij wijze van spreken vastgegrepen en hem wordt van geestelijke zijde de diepste kennis gegeven en hij kan zeker zijn van de zuiverste waarheid, want dit is de meest eigen overdracht van de gedachten, dat de mens zich vragend kan wenden tot de wezens, die hem kunnen onderwijzen, voor zover in hem maar de gedachte opduikt, die verlangend op het inzicht gericht is. De enige weg naar het ware onderwijs is het vragende verlangen, dat onmiddellijk beantwoordend gestild wordt.
Wie alleen is in staat om opheldering te geven over alle dingen? Alleen de goddelijke Schepper Zelf en Hij doet dit, doordat Hij Zijn Hem dienende wezens opdracht geeft om aan elk schepsel bekend te maken, wat hem begerenswaardig lijkt om te weten. De gedachtegang van elk mens is het gevolg van zijn meer of minder sterke wil naar de waarheid. Want God is de waarheid Zelf.
Als de mens naar de waarheid verlangt en dit in het volste geloof in God, dan verlangt hij ook naar God Zelf. En dit verlangen van de geest in de mens naar God brengt ook de verbinding met de goddelijke geest tot stand en zo wordt de geest in de mens door de goddelijke geest zelf onderwezen en het kan dus enkel de zuiverste waarheid ontvangen. Maar waar omgekeerd hetzelfde verlangen overheersend is, maar zonder geloof in God, daar kan de Godheid Zich niet verbinden met de zich in de mens bergende geestvonk en dus gebruikt de tegenstander de gelegenheid en geeft de mens zijn wil door en leidt hem naar dwaling en een verkeerd denken.
De innerlijke relatie met God beveiligt elke bekendmaking. Wie God aanroept en dan zijn hart opent en naar het antwoord luistert, kan enkel de volledige waarheid te horen krijgen, want God is overal, waar maar een gelovig hart goddelijke gaven opeist, tot geven bereid is en waarheid is te allen tijde een gift van boven. Waarheid kan alleen maar uit de hoogte komen, maar nooit in de diepte geboren worden. En daarom is het wijs van de mensen om bij elke vraag aan de goddelijke Heer te denken, want alleen Diegene, Die de waarheid in Zichzelf is, kan de waarheid geven. En een mensenkind vraagt hier weer niet tevergeefs om, omdat de Vader in de hemel Zijn kinderen steeds de waarheid binnen wil leiden.
Dus moeten ook de geestelijk volmaakte wezens zich als waarheidsdragers openbaren aan degenen, die de waarheid willen ontvangen. Ze mogen geen weerstand ondervinden, als ze zichzelf willen uiten en dit vereist weer het diepe geloof in God, in geestelijke kracht en de geestelijke overdracht van deze kracht op de mensen. Dus het geloof is de eerste voorwaarde, zonder welke een waarheidsgetrouw overdragen van alle kennis ondenkbaar is.
Degene, die eenmaal deze eenvoudigste oplossing, als het erom gaat wanneer de mens de garantie voor juist denken ontvangt, gevonden heeft, zal noch door twijfels gekweld worden, noch zal hij moedeloos en aarzelend zulke berichten op hun waarachtigheid onderzoeken. Maar hij zal onvoorwaardelijk aannemen, wat de geest hem overdraagt, want zijn instelling ten opzichte van God verzekert hem immers van het juiste denken.
De mens daarentegen, die een voortdurend werelds verlangen heeft, verlangt niet naar de waarheid. Hij wordt instinctief gewaar, dat wereldse vreugden en vervulling van verlangens niet het doel van het aardse leven kunnen zijn. Hij wil dit echter niet inzien en als hij er ook voor terugschrikt in alle andere dingen de strengste waarheid te zoeken en dit het bewuste vermijden van de waarheid ten gevolge heeft, zal juist de vorst van de leugen macht verkrijgen over diens ziel. En de eeuwige Godheid kan zo’n ziel weinig hulp sturen. Dezelfde weerstand zal ook dezelfde boze invloeden ten gevolge hebben, want God, als de eeuwige waarheid Zelf, wil erkend worden en daarom is het geloof in Hem de eerste voorwaarde om tot de waarheid te komen.
Amen
Traductor