La conciencia de haber provocado la noche de la muerte y de haberse privado del tiempo de gracia, que es la encarnación en la tierra, es paralizante para el alma. La vida terrenal con todas sus dificultades no es tan dolorosa como esta noche oscura de la muerte, y de eso no hay salida de momento, hasta que se da cuenta de las consecuencias de sus acciones y se da cuenta de que actuó de manera irresponsable cuando renunció a su vida terrenal.
El dolor más pesado ofrecido al Señor, parecerá más soportable al ser humano, pero quien no piensa en el Señor en la necesidad no puede ser consolado y da poder sobre sí mismo a los poderes malignos que lo rodean. Y estos se aprovechan de la falta de voluntad de las personas y las empujan a hacer algo de lo que luego se arrepientan amargamente. Y es de tanta importancia que se supere la lucha constante la vida terrenal. Es tan sumamente importante dar gracias por cada día de la vida terrenal que trae siempre nuevas resistencias al ser humano y reconocerla como necesaria para la salvación del alma humana, pero indeciblemente desventajosa para el alma si acorta por sí sola la vida en la tierra y ahora el ser humano pierde todas las gracias y medios porque no encontró la fuerza para resistir....
amén
TraductorHet bewustzijn de nacht van de dood te hebben veroorzaakt en zichzelf te hebben beroofd van de tijd van genade, die de belichaming op aarde is, is verlammend voor de ziel. Het aardse leven met al zijn moeilijkheden is bij benadering niet zo smartelijk als de duistere nacht van de dood en daar is vooralsnog geen uitweg uit, totdat ze zich bewust wordt van de draagwijdte van haar handelen en ze beseft, dat ze onverantwoordelijk handelde, toen ze haar aardse leven opgaf.
Het zwaarste leed, aan de Heer geofferd, zal voor de mensen draagbaarder lijken, maar wie in de nood niet aan de Heer denkt, kan niet getroost worden en geeft de boze machten om hem heen macht over zichzelf. En deze boze machten gebruiken deze willoosheid van de mens en sporen hem aan tot een daad, die hij nadien bitter berouwt.
En het is van zo’n groot belang, dat de eeuwigdurende strijd van het aardse leven overwonnen wordt. Het is zo buitengewoon belangrijk om dankbaar te zijn voor elke dag van het aardse leven, die de mens steeds nieuwe tegenstand brengt en deze tegenstand te herkennen als noodzakelijk voor het zielenheil van de mens. Het is echter onuitsprekelijk nadelig voor de ziel, als ze het leven op aarde eigenmachtig verkort en de mens nu alle genaden en middelen kwijtraakt, omdat ze de kracht tot tegenstand niet vond.
Traductor