Comparar anuncio con traducción

Otras traducciones:

Obra de las fuerzas espirituales.... Vida interior.... Rejilla.... Misericordia de Dios.... Necesidad de dolor....

Está en el poder del Altísimo hacer que surjan mundos enteros.... y también es posible que Él disuelve todo en un nada, pero lo que es de Dios nunca perecerá, y si la tierra y sus habitantes están enredados en la más profunda oscuridad, nunca será destruida, sino que las fuerzas buenas intentarán reconquistar a todos los seres de la tierra. Una lucha interminable será para todos aquellos poderes que se opongan a este esfuerzo de las buenas fuerzas espirituales. Tal proyecto ciertamente se extenderá por milenios, pero el amor divino nunca cesa, y este amor tiene el efecto de que ningún ser puede alejarse para siempre de la Deidad suprema, sino que se acerca gradualmente a su punto de partida nuevamente, aunque sea por un periodo verdaderamente infinitamente largo.

No hay duda de que las fuerzas espirituales llegan a situaciones en las que todo su esfuerzo y trabajo parece desesperado, pero en virtud de su perfección puede abordar los problemas más difíciles.... pueden iniciar a las personas en todo, tanto terrenal como espiritualmente.... primero pueden educarlo para que sea una persona capaz de pensar y juzgar, poniendo preguntas en su corazón que él busca sondear.... pueden aclararle los milagros de la creación, de modo que el espíritu en él se agite.... y después de que una persona ha sido preparada de esta manera, se acercan a él con la tarea más importante de la vida....

Dirigen su mente hacia arriba, hacia el Creador eterno y ahora empieza un despertar de la vida interior en el hombre terrenal debidamente educado.... una búsqueda y pregunta.... un toque y una sensación. Y cuando el hombre ha llegado hasta aquí, entonces ya no está perdido por la eternidad, entonces el Padre celestial Mismo le pone en condiciones de cuidar esta vida interior para que crezca y florezca y dé fruto. Quien un vez haya alcanzado este nivel ya no podrá retroceder, porque ha comido el pan de la vida y lo anhelará para siempre y, sin embargo, también estará satisfecho.

El ascenso es extremadamente difícil solo para el cansado y perezoso, porque así como no hace nada para exponer su cuerpo a ningún esfuerzo, también deja el alma en constante inactividad, que es como la muerte. Porque un persona espiritualmente activa está en la fuente de vida, por así decirlo, donde encuentra refrigerio en abundancia, pero el perezoso, como en un desierto, como si fuera en un desierto, no encontrará ningún refrigerio, simplemente porque lo pasa siempre descuidadamente.... tampoco tiene deseos para el fortalecimiento espiritual y, por lo tanto, su alma está constantemente necesitada, mientras el cuerpo esté vacío de la gracia divina. El alma no sale tan fácilmente de su caparazón. (15.09.1938) en cierto modo es como una rejilla que solo se puede abrir a través de la misericordia y el amor de los demás....

Si el hombre ahora no se hace digno de esta misericordia, tampoco se le puede conceder apoyo, pero nuevamente el acto más mino de amor es suficiente para permitir que el alma reciba la misericordia y el amor de Dios. En la esfera del mundo del más allá, solo la misericordia y el amor pueden intervenir ayudando, porque el alma no puede hacer nada por sí misma.... solo tiene que tener la voluntad de separarse de la materia y exigir hacia arriba.... de lo contrario, sin embargo, ella depende completamente del amor de otros seres espirituales o de la oración de las personas terrenales, mientras que la existencia terrenal le brinda oportunidades cada hora o diariamente para cultivar un campo de amor por sí misma, que nuevamente le dará frutos ricos para la vida del más allá, y que ella no necesita morir de hambre allí.

O el alma abandona la vida terrenal con un tesoro de bienes imperecederos, como son las obras de amor al prójimo.... O se queda completamente vacía frente a la puerta de entrada a la eternidad y el recuerdo de lo que se ha descuidado en la tierra. El estado de su impotencia es tan extremadamente deprimente que, si la humanidad lo supiera, nunca se endurecería tanto para preparar este estado para su alma.... Pero si se lo dicen, no lo creen y siguen siendo incapaces de aprender porque todas las comunicaciones del otro mundo estorban su disfrute de la vida, y es por eso que prefieren negarlo todo e ignorar fácilmente las cosas que provienen del reino de lo invisible.

El mundo quiere ser tocado con fuerza.... Con todo amor y bondad solamente el divino Salvador no hace nada, porque ellos no escuchan esta voz de amor o la ignoran deliberadamente.... así que solo tales sucesos pueden traer ayuda que sacuden la calma del hombre, para que sólo entonces tome conciencia de que no está viviendo arbitrariamente en la tierra, sino que todo debe tener su razón bien considerado y su propósito final.... Si no se escucha a Dios en Su amor, debe dejar que el hombre sienta Su poder, para que a través de esto se rompe la resistencia y reconoce la grandeza de Aquel, Que lo ha creado....

Amén

Traductor
Traducido por: Hans-Dieter Heise

Arbeid van de geestelijke krachten - Innerlijk leven - Hek - Barmhartigheid van God - Noodzakelijkheid van lijden

Het ligt in de macht van de Allerhoogste ganse werelden te laten ontstaan en het is voor Hem eveneens mogelijk alles in het niets op te lossen. Maar wat uit God is, zal nooit vergaan. En al raakt de aarde met haar bewoners in de diepste duisternis verstrikt, dan zal ze toch nooit vernietigd worden, maar de goede krachten zullen meteen proberen alle wezens op aarde weer terug te winnen. Ze zullen een eindeloze strijd aanbinden met alle krachten die dit streven van de goede geestelijke krachten tegenwerken. Dit voornemen zal zich evenwel over duizenden jaren uitstrekken, toch houdt de goddelijke liefde nooit op. En deze liefde zorgt ervoor dat er geen enkel wezen zich voor eeuwig van de hoogste Godheid verwijdert, maar dat het geleidelijk aan weer zijn uitgangspunt nadert, ook al duurt het werkelijk eindeloos lang. Het staat buiten kijf dat de geestelijke krachten hierbij in situaties komen, waar al hun moeite en arbeid uitzichtloos lijkt. Toch kunnen ze door hun volmaaktheid de moeilijkste problemen aanpakken. Ze kunnen de mens in alles inwijden, zowel op aards als op geestelijk gebied. Ze kunnen hem vooreerst tot een mens omvormen die bekwaam is te denken en te oordelen, hem vragen in het hart leggen die hij probeert te doorgronden. Ze kunnen hem de wonderen van de schepping aanschouwelijk maken zodat de geest in hem actief wordt. En nadat een mens zo is voorbereid, komen ze bij hem met de belangrijkste opdracht van het leven.

Ze richten zijn bewustzijn naar boven, naar de eeuwige Schepper. En in de goed onderlegde mens begint nu het innerlijke leven te ontwaken, een zoeken en vragen, een tasten en voelen. En als de mens zover is gekomen, dan is hij niet meer verloren voor de eeuwigheid. Dan plaatst de hemelse Vader zelf hem in de positie zijn innerlijk leven te verzorgen, opdat het groeit en gedijt en vrucht draagt. Wie deze graad eenmaal bereikt heeft, kan niet meer terugvallen, want hij heeft van het brood des levens gegeten en zal daar eeuwig naar verlangen en toch ook verzadigd worden. Alleen voor de vermoeide en de trage is de weg omhoog enorm zwaar. Want zoals hij niets onderneemt om zijn lichaam niet te belasten, zo laat hij ook de ziel in voortdurende passiviteit, wat gelijk is aan de dood. Want een geestelijk werkzame mens is als het ware bij een levensbron, waar hij rijkelijk verfrissing vindt, maar voor de trage mens zal er net zoals in een woestijn geen verkwikking te vinden zijn. Hij gaat er steeds achteloos aan voorbij, heeft geen enkel verlangen naar geestelijke sterking en zijn ziel is daardoor voortdurend behoeftig, zolang zijn lichaam zonder goddelijke genade leeft. Dan verlaat de ziel haar omhulsel niet zo gemakkelijk. Dit is in zekere zin als een hek dat slechts door de barmhartigheid en liefde van anderen te openen is.

Wanneer nu de mens zich niet waardig maakt voor deze barmhartigheid, kan hem ook geen bijstand verleend worden. Toch is wederom de kleinste daad van liefde voldoende om de ziel de barmhartigheid en de liefde van God te laten toekomen. In de sfeer van de wereld aan gene zijde kan alleen de barmhartigheid en de liefde helpend ingrijpen, want de ziel is uit eigen kracht tot niets in staat. Ze moet slechts de wil hebben zich van de materie af te scheiden en naar boven verlangen. Anders is ze echter volledig op de liefde van andere geestelijke wezens of op het gebed van de mensen op aarde aangewezen, terwijl het aardse bestaan haar elke dag of elk uur mogelijkheden biedt, voor zichzelf een liefdesveld te bebouwen, dat wederom voor haar leven aan gene zijde rijkelijk vrucht draagt en ze daar geen gebrek hoeft te lijden. Ofwel verlaat de ziel het aardse leven met een schat aan onvergankelijke goederen, zoals daar zijn de liefdeswerken aan de naasten.

Ofwel staat ze volledig leeg voor de toegangspoort van de eeuwigheid en gedenkt berouwvol wat ze verzuimd heeft op aarde. Haar hulpeloze toestand is zo vreselijk bedrukkend, dat ze - als de mensheid daarvan zou weten - nooit zo hard zou zijn geworden om voor haar ziel deze toestand te bereiden.

Maar of het hun ook gezegd wordt, ze geloven het niet en ze blijven zoals voorheen niet voor rede vatbaar. Want alle mededelingen van gene zijde verstoorden hun levensgenot en daarom ontkennen ze liever alles en zetten ze zich met gemak over dingen heen die uit het onzichtbare rijk komen. De wereld wil hard aangepakt worden. Met alle liefde en goedheid alleen richt de goddelijke Heiland niets uit, want deze stem van liefde horen ze niet of negeren ze met opzet. Daarom kunnen er nu nog slechts zulke gebeurtenissen hulp bieden, die de rust van de mens verstoren, zodat hij zich dan pas bewust wordt dat hij niet zomaar op aarde leeft, maar dat alles zijn weloverwogen grond en einddoel moet hebben.

Als God niet in Zijn liefde gehoord wordt, dan moet Hij de mens Zijn macht laten voelen, zodat daardoor de weerstand gebroken wordt en hij de grootheid inziet van Degene die hem geschapen heeft.

Amen

Traductor
Traducido por: Gerard F. Kotte