Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8729

8729 De dag van het einde is voorzien sinds eeuwigheid

18 januari 1964: Boek 92

En al verweert u zich ook innerlijk tegen de gedachte dat alles om u heen zal vergaan, zoals het voortdurend verkondigd wordt, zo zal het toch met alle zekerheid in vervulling gaan. Want Mijn Woord is waarheid en het einde van deze aarde in haar huidige vorm is sinds eeuwigheid voorzien. Mijn heilsplan wordt afgewikkeld, want wat Ik eenmaal heb besloten, ondergaat geen verandering, omdat diepste wijsheid sinds eeuwigheid heeft ingezien wat voor Mijn plan - het terugbrengen van al het gevallen geestelijke - bevorderlijk is, en Ik daarom ook verwezenlijk wat is besloten. Dat u mensen nooit de juiste tijd wordt vermeld is te verklaren met uw wilsvrijheid, die dan in gevaar zou zijn als u precies dag en uur zou weten.

Maar nooit zal de mensheid zonder waarschuwing blijven. Steeds zal Ik er tijding van geven wat komen zal, opdat u zich kunt voorbereiden en het einde voor de mensen geen einde met schrik zal hoeven te zijn. En zo herhaal Ik dus steeds weer, dat het tijdsbestek is afgelopen dat voor deze verlossingsperiode of aardperiode aan het geestelijke werd toegekend, dat ook de noodzakelijkheid van een totale omvorming van het scheppingswerk aarde blijft bestaan, omdat alles volledig uit de ordening is getreden, omdat niets meer wordt benut ten behoeve van de verdergaande ontwikkeling van de ziel en omdat de aarde weer aan haar doel moet beantwoorden: de zielen tot rijp worden te brengen, waartoe echter een algehele omvorming van haar oppervlakte onvermijdelijk is.

En wanneer u nog steeds een termijn van genade is gegeven, geloof dan niet dat het einde is opgeheven. De dag wordt aangehouden die sinds eeuwigheid is voorbestemd. Alleen zult u moeten weten dat u al lang het dieptepunt hebt bereikt dat het einde tot gevolg heeft. Dus volgens de gesteldheid van uw ziel zou aan de voorwaarden voor een vergaan van de aarde al zijn voldaan. Doch Mijn besluit is onveranderlijk en zo zult u dus de tijd die u nog overblijft als een geschenk van genade kunnen beschouwen, want u zou nog kunnen veranderen, omdat het daar nooit te laat voor is.

En steeds weer roep Ik u daarom toe: “Geloof het, dat u kort voor het einde staat”. Want al gaat er ook nog korte tijd voorbij, hij is toch slechts als een ogenblik in vergelijking met het grote gebeuren dat zich dan zal voltrekken, dat een periode beëindigt waarvan u niet in staat bent het begin vast te stellen, omdat begin en einde van een aardperiode zo ver uit elkaar liggen, dat u daar geen duidelijke bewijzen voor zult kunnen leveren. Toch zult u van eindeloos lange perioden overtuigd kunnen zijn. En al is ook de afzonderlijke mens in het grote wereldgebeuren schijnbaar slechts onbelangrijk en nietig, zo is hij toch een eens oergeschapen geest, aan wiens terugkeer Mij veel gelegen is. En daarom zou Ik deze willen redden voor dit einde, opdat hij niet weer eindeloos lange tijd in kwelling en een ongelukkige toestand moet doorbrengen, die hij zelf van zich kan afwenden, wanneer hij maar acht slaat op Mijn aanmaningen en waarschuwingen die hem nog bereiken in de laatste tijd. De termijn van genade is nog maar kort en elke dag zou u als een geschenk moeten beschouwen. Want hij kan uw innerlijke verandering tot stand brengen, hij kan een ommekeer betekenen op de weg die u gaat.

Wanneer u maar gelooft aan een einde van deze aarde en bijgevolg ook aan een einde van alles wat op aarde leeft, zoals het u voortdurend werd verkondigd. Omdat de ene dag voorbijgaat als de andere en niets ongewoons brengt, gelooft u niet. En toch laat Ik u vaak trillen. U ziet zich geplaatst tegenover steeds andere natuurcatastrofen. U wordt steeds weer in andere toestanden van opwinding gebracht, die u wakker moeten maken uit een toestand van slaap, waarin u zich goed voelt. Maar u wilt niets aannemen als vingerwijzing van boven. U leeft gedachteloos voort. U smoort elk verantwoordelijkheidsgevoel in u. U leeft op aarde en verwerft toch niet het eeuwige leven. Integendeel, u gaat de dood tegemoet.

Maar u bent aan het einde van een aardperiode aangekomen. En gelooft u daar niet aan, dan zult u verrast worden en ook geen uitweg meer zien, die u echter tevoren steeds nog zou kunnen vinden, wanneer u de weg kiest naar Mij, wanneer u zich aan uw God en Schepper zou overgeven, opdat Ik u zal behoeden en beschermen tegen al het moeilijke dat de komende tijd voor u zal brengen; wanneer u Mij maar erkent als uw God, die uw Vader wil zijn. Dan zou u waarlijk ook het einde niet meer hoeven te vrezen. Want dan is de terugweg naar Mij voltooid en Ik kan u nu opnemen in het geestelijke rijk, waar u steeds nog hoger zult kunnen klimmen, wanneer u in een lage graad van rijpheid deze aarde verlaat. Maar u hebt Mij gevonden en nog op het laatste ogenblik de terugkeer naar Mij voltrokken. U bent Mijn tegenstander ontvlucht en nog op de oude aarde tot het juiste inzicht gekomen, dat alleen Ik uw heil en gelukzaligheid kan zijn, en u zult dan ook het einde niet meer hoeven te vrezen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte