Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8678

8678 Het voornaamste gebod moet vervuld worden: De liefde!

19 november 1963: Boek 91

Steeds weer wordt u die MIJ dienen wilt, gewezen op de grote geestelijke duisternis, die het nodig maakt dat Mijn evangelie wordt uitgedragen. Want dat alleen is het ware licht dat de duisternis doorbreken kan, aangenomen dat het in alle zuiverheid wordt aangeboden, zò als het eens van MIJ uitging en ook nu weer van boven naar de aarde gestuurd wordt. Want alleen de waarheid is een echt licht - dat wat echter misvormd werd zal altijd alleen de duisternis versterken. Daarom is de donkerte zo groot, omdat er veel leugen en dwaling werd ondergebracht in een geestelijk goed dat stralend licht waarborgde toen het van MIJ uitging. Daarom is het nodig dat de mensen juist onderwezen worden - dat hun opheldering gegeven wordt over gebieden die voor hen tot nog toe gesloten waren, of niet naar waarheid duidelijk zijn gemaakt.

Slechts een ding is van belang - dat de mensen hun wezen omvormen tot liefde - dat zij de eigenliefde overwinnen en veranderen in onbaatzuchtige naastenliefde. En deze voorname leer - het vervullen van Mijn gebod van de liefde - is in de schaduw gesteld, terwijl andere leringen op de voorgrond traden en daardoor het streven van de mensen in een verkeerde richting werd gedreven. Er worden geboden in acht genomen en nageleefd die geheel bijkomstig zijn en geen enkele vooruitgang voor de ziel opleveren. De liefde wordt terzijde geschoven, wat tegelijk betekent dat het licht niet helder stralen kan, dat het maar zwak schijnt - dat dus de mensen arm zijn aan inzicht en aan kennis overeenkomstig de waarheid. Dat zij voortgaan in duisternis van geest, dat ze een geheel verkeerde levensopvatting hebben, dat ze altijd alleen maar streven naar aardse goederen, omdat er voor hen geen innerlijk licht straalt, daar alleen de liefde dit in hen kan laten ontvlammen.

Werd er door alle predikers alleen de liefde gepredikt, werd de mensen steeds alleen voorgehouden de eigenliefde op te geven en de onbaatzuchtige naastenliefde te beoefenen, waarlijk - zij zouden dan ook in het licht van het inzicht wandelen. Zij zouden de waardeloosheid van aardse goederen inzien en ze zouden hun GOD als VADER leren zien, Wiens WEZEN alleen maar LIEFDE is. Zij zouden dan ook nader tot HEM komen, zij zouden de juiste verhouding van een kind tot de Vader tot stand brengen, want dit alles is een gevolg van de goddelijke Liefde.

Zo echter worden de mensen dwaalleren gegeven. Zij worden er toe gebracht gewoonten en gebruiken aan te nemen die alleen als uiterlijke vorm gewaardeerd kunnen worden en nooit een verandering tot gevolg hebben in de toestand van de ziel. Want voor MIJ heeft alleen dat waarde wat de levende verbinding met MIJ als resultaat heeft, terwijl die levende band met MIJ alleen door liefdewerken tot stand kan worden gebracht. Daarom zal IK steeds weer Mijn boden uitzenden die de mensen het evangelie van de liefde moeten verkondigen.

En steeds zal IKZelf u het zuivere evangelie doen toekomen, aan u die het wilt aannemen en doorgeven. Want door de goddelijke Liefde die u beoefenen moet komt u tot een levend geloof - u komt tot de innerlijke zekerheid dat IK u nabij ben en dat u met MIJ rechtstreeks omgang kunt hebben. En u verwerft u door het licht dat de liefde in u doet ontvlammen ook kennis die overeenstemt met de waarheid. U gaat dan niet meer blind door het aardse leven, maar u weet nu naar waarheid de reden van uw bestaan op aarde en het doel dat u bereiken moet - dus ook uw aardse opdracht die u vervullen moet.

En zodra u in de waarheid wandelt, zult u ook een geestelijke vooruitgang boeken. Uw aardse leven zal dan niet vergeefs zijn, u zult meer en meer tot voltooiing komen, wat echter alleen het gevolg is van de gave van de zuivere waarheid uit MIJ. En deze moet u zoeken en verlangen, dan zult u haar ook deelachtig worden. IK zorg dan steeds voor u en Mijn tegenstander heeft dan ook elke aanspraak op u verloren, zodra uw wezen zich weer tot die liefde veranderd heeft, zoals het was in het allereerste begin.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte