Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8576

8576 De betekenis van het aardse leven Het werkzaam zijn in de liefde

31 juli 1963: Boek 90

Steeds weer wil IK u opheldering geven hoe het met de loop van het aardse leven als mens gesteld is, omdat de kennis daarover, zodra u eraan gelooft, u dan uw levenswandel met verantwoordelijkheidsbesef laat leiden. Het kan u ook worden uitgelegd en toch op een volledig ongeloof afstuiten, maar steeds weer zult u in het aardse leven in omstandigheden komen waarin u nadenkt over het doel van uw bestaan, en dan zullen ook steeds weer deze gedachten in u opkomen en u zult aan die gesprekken terugdenken die u opheldering moesten verschaffen. En ieder denkend mens zal er ook steeds weer over piekeren, en naar gelang zijn wil, tot een juist inzicht komen.

IK wil steeds maar dat de gedachten van de mens zich niet alleen met wereldse zaken bezig houden, maar in dat gebied dwalen dat wel niet bewijsbaar is, maar toch niet te loochenen valt als er ernstig over wordt nagedacht. Eerst dan, als de mens deze weg al denkend begaat,is zijn aardse leven tot voordeel van zijn ziel, wier rijping zin en doel van het aardse leven is. Daarom is het nodig dat de mens er steeds weer op gewezen wordt dat hij niet alleen op aarde leeft om zich een uiterlijk goed leventje en rijkdommen te verwerven. Hij zal weliswaar meestal niet willen geloven - en hij kan ook niet tot geloven gedwongen worden, maar hij zal af en toe daarover nadenken en kan daardoor ook tot andere gedachten komen, zodat hij zich met zijn gedachten meer bezighoudt met het rijk dat hem niet bewezen kan worden. Het zal nu aan zijn levenswandel liggen of hij gelovig wordt, want zodra hij maar het werkzaam zijn in de liefde niet uit het oog verliest, zodra hij van goede wil en tot helpen bereid is, zal hij ook leren geloven en in zijn ontwikkeling opwaarts gaan.

Daarom moeten de mensen steeds maar tot liefdewerken worden aangespoord, wat vaak al door een goed voorbeeld bereikt kan worden. Dan zal ook het ongeloof wijken, want de liefde wekt onherroepelijk het geloof tot leven. Dus is een liefdevol leven absoluut nodig om ook tot geloven te komen. De liefde echter is verkoeld onder de mensen en daarom moeten de harten worden aangeraakt, opdat ze gewillig worden lief te hebben, want het vermogen om lief te hebben heeft ieder mens, omdat hem door MIJ een klein vonkje van Mijn GEEST werd toegevoegd voor zijn leven op de aarde.

En de bereidheid tot liefde kan ook weer alleen door grote nood worden opgewekt, dat zware slagen van het noodlot de mensen treffen waarbij zij dan op elkaar zijn aangewezen en waar dan de wil tot helpen tevoorschijn komt, als 'n mens niet geheel verhard is en dus een aanhanger van Mijn tegenstander, die dan echter ook reddeloos verloren is als de tijd die hem gesteld is zijn ziel tot voltooiing te laten komen voorbij is. Zonder liefde is het aardse leven nutteloos, de ziel wint niets en blijft in haar oude toestand, als ze niet nog afzinkt in de diepte waaruit ze zich al omhoog gewerkt had en alleen nog maar de laatste klim omhoog moest doen. Zonder liefde komt zij geen stap verder, en tot liefhebben kan geen mens gedwongen worden. Het is een aangelegenheid van de vrije wil, maar het is de enige mogelijkheid het doel op aarde te bereiken, dat de ziel tot voltooiing komt en zich weer in haar oerwezen verandert.

En dus moet steeds maar weer de goddelijke leer van de liefde verkondigd worden, de mensen moeten steeds weer gewezen worden op de geboden van de liefde tot GOD en de naaste, steeds weer moeten zij door nood en ellende worden getroffen, opdat de liefdevonk in hen ontvlamt en tot een heldere vlam wordt. En daarom leid IK voor MIJ op aarde steeds weer leraren op, die hun medemensen de liefde prediken en hun Mijn Wil verkondigen en hen proberen in te leiden in de kennis die alleen door een leven in liefde verkregen kan worden.

Daarom zend IK ook nu weer Mijn discipelen van de eindtijd uit in de wereld om Mijn evangelie te verkondigen dat IKZELF naar de aarde stuur. Steeds weer werk IK duidelijk zichtbaar en op een ongewone manier om geloof te vinden, omdat de mensen zich al te ver van het geloof hebben afgekeerd, omdat ze de plaatsen niet meer opzoeken waar hun Mijn Woord verkondigd wordt, en omdat ook daar Mijn Woord al aan kracht verloren heeft terwijl de verkondigers van Mijn Woord (de priesters = opm.v/d uitg.) geestelijk niet ontwaakt zijn.

De mensen moeten tot leven komen. Zij moeten leren levend te geloven, omdat zij er dan pas naar streven naar MIJZelf te gaan en leren liefhebben en dan ook opwaarts klimmen in hun ontwikkeling. Maar zonder liefde zullen zij op aarde niets bereiken. Wat er ook gedaan wordt, steeds moet de liefde eraan ten grondslag liggen, anders zijn het dode werken. U, mensen moet dit alles weten en u zelf dan afvragen wat u beweegt tot al uw woorden, daden en gedachten. En alleen als de liefde u ertoe aanzet zal alles wat u denkt, spreekt en doet, goed zijn in Mijn Ogen en u een hogere graad van rijpheid opleveren. Waar echter de liefde ontbreekt daar is alles nutteloos. Want alleen vanwege de ommekeer van uw leven tot liefde bent u op aarde en alleen dit is en blijft uw doel, dat u zich door de liefde verbindt met MIJ, DIE de "eeuwige LIEFDE" Zelf ben.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte