Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8548

8548 Losmaken van de tegenstander - Toevoer van de waarheid

4 juli 1963: Boek 90

Laat het u voldoende zijn, te weten dat Ik Me om u bekommer in elke aardse en geestelijke benarde toestand, dat u nooit eenzaam en verlaten bent of op uzelf aangewezen, wanneer u zich maar niet verzet tegen mijn liefdevolle zorg. En zo zal Ik u ook altijd beschermen tegen aanvallen van mijn tegenstander, wanneer u te kennen geeft, nauw met Mij in verbinding te willen staan. Er is slechts één ding wat Ik van uzelf verlang: dat u een scheiding voltrekt tussen Mij en mijn tegenstander, dat u innerlijk zult beslissen voor Mij of voor hem. Want hij is en blijft mijn tegenstander, nog eeuwigheden lang, en nooit kan zijn doel ook het mijne zijn. U zult dus deze beslissing moeten nemen: hem af te wijzen en Mij te erkennen, en dan heeft u uw proef van het aardse leven doorstaan en staat uw terugkeer naar Mij niets meer in de weg.

Zolang u nu op aarde zult leven, zal hij alles doen om u voor zich te winnen. Vandaar de voortdurende verzoekingen die u ten val moeten brengen. En zijn beste wapen is uw denken te verwarren, u dwaling voor te schotelen en u zo de weg naar Mij te versperren, die alleen door de waarheid kan worden gevonden. Evenzo echter zal Ik tegenwerken en u de zuivere waarheid doen toekomen en nu ligt het alleen aan uzelf of u mijn of zijn gaven zult aannemen.

Staat u nu al met Jezus Christus in verbinding, dat de verlossing zich bij u heeft voltrokken, dan zult u ook de kracht bezitten om de tegenstander te weerstaan. Dan zult u ook de dwaling als zodanig herkennen en hem afwijzen. Maar moeilijk zal het voor u allen zijn wanneer uw wil nog verzwakt is omdat u nog niet verlost bent door Jezus Christus en u dan steeds weer mijn tegenstander ten offer zult vallen. Pas de verlossing door Hem geeft u de wilskracht en dan ook het juiste resultaat. Maar hiervan zult u verzekerd kunnen zijn, dat uw verlangen naar Mij, uw op Mij gerichte wil, u ook spoedig de verlossing door Jezus zal opleveren, omdat Ik zelf u dan van kracht kan voorzien en deze kracht zich nu zal uitwerken in zoverre, dat uw hart nu ontvankelijk is tegenover elke opheldering die Jezus en Zijn verlossingswerk betreft.

Zult u naar Mij willen, dan zult u ook Hem vinden Die u nu de juiste weg naar Mij aanwijst, thuis in uw vaderhuis. En opdat nu uw leven op aarde u de laatste voltooiing zal brengen, voorzie Ik u van een licht. Ik schenk u een waarheidsgetrouw weten, zodat u weer tot het inzicht zult komen dat u vroeger bezat, maar vrijwillig had weggegeven. Pas dit weten zal ertoe bijdragen dat u bewust uw aardse leven zult leven, dat u een doel zult nastreven dat u nu zult herkennen omdat u in het licht staat. De waarheid wordt u geschonken als u haar innig begeert. Dat geldt voor alle mensen, op welke manier ze ook de waarheid krijgen toegevoerd. Maar steeds benadruk Ik dat mijn Geest u in alle waarheid zal leiden, dat dus mijn Geest ook werkzaam zal zijn wanneer de mens de zuivere waarheid wordt overgebracht door mijn boden, want pas dan nemen ze de zuivere waarheid aan, wanneer mijn geest in hen werkzaam kan zijn. En mijn Geest spreekt tot het hart. Het hart echter zal beslissen wat het aanneemt of zal afwijzen. Schakelt zich nu echter het verstand in, dan kan dit ook een verkeerd oordeel vellen wanneer de mens het verstandelijk denken zal laten "voorspreken" en dan niet in staat is de zuivere waarheid als waarheid in te zien.

Begrijp dit: een mens kan mijn, door werkzaam zijn van de Geest verworven weten toegevoerd, ontvangen, maar hij zelf hindert zijn geest bij het aannemen van dat weten, omdat hij eerst zijn verstand raadpleegt en dit ook door mijn tegenstander beïnvloed kan worden, zodat de mens begint te twijfelen en zijn verstandelijk denken er tegenin brengt. Dan dus wordt het werkzaam zijn van mijn Geest verhinderd en komt de mens moeilijk tot het juiste inzicht, omdat hij zich niet geheel gelovig overgeeft aan Mij en mijn werkzaam zijn door de Geest.

Steeds moet Ik u de voorwaarde om de zuivere waarheid te verkrijgen bekend maken, want waarheid is goddelijk geestelijk goed dat zo waardevol is en daarom ook verworven moet worden met inachtneming van die voorwaarde, omdat u het vroeger lichtzinnig opgaf. Wie nu ernstig verlangt naar de vereniging met Mij, die zal ook evenzo ernstig vurig naar de waarheid verlangen, omdat Ik de eeuwige Waarheid ben. En dit verlangen naar waarheid is de belangrijkste voorwaarde en dit stelt ook voorop dat de mens zich vrij maakt van een geestelijk goed dat hem mijn tegenstander aanbood, zolang de mens nog bij zijn aanhang hoorde. En of hij ook zijn weten uit het boek der boeken heeft aangenomen, het beschermt hem er niet tegen dat hij de betekenis van het woord niet begrijpt zolang zijn geest nog niet gewekt is.

Daarom moet zijn hart zich geheel leegmaken en door Mij zelf laten vullen, dan zal hij gegarandeerd waarheid in ontvangst kunnen nemen en niet meer hoeven te vrezen in het donker voort te gaan. Integendeel, het helderste licht zal hem nu zijn weg verlichten. Want hoe sterker het verlangen naar vereniging met Mij is, des te minder weerstand biedt de mens aan de toevoer van geestelijk goed dat als werkzaam zijn van mijn Geest in de vorm van mijn woord naar u mensen toestroomt. Hij zal het aannemen, volledig ervan overtuigd dat het waarheid is, en nu ook voor zijn ziel daar voordeel uit trekken. Hij zal in het licht staan, alle geestelijke duisternis is van hem afgevallen, hij staat in het helderste inzicht en is gelukzalig zoals in het allereerste begin.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte