Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8486

8486 Het leven van Jezus voor zijn leerjaren

3 mei 1963: Boek 89

Ik zal u altijd in alle waarheid onderrichten, zodra u dit maar wenst. En Ik zal u ook antwoord geven op vragen die u bezighouden, omdat u het antwoord ook alleen omwille van de waarheid wenst, dat wil zeggen: haar duidelijkheid zou willen bezitten, waar zich verschillende meningen willen handhaven. Wanneer Ik u de opdracht geef, waarheid te verbreiden, zult u ook steeds opheldering moeten verkrijgen, wat het ook mag zijn.

De weg van de mens Jezus over de aarde kan niet meer worden aangetoond. Er kan u mensen alleen op geestelijke wijze verslag worden gedaan hoe en waar Jezus de jaren doorbracht die aan Zijn eigenlijke werkzaamheid als leraar voorafgingen. Maar een ding is zeker: Hij heeft het meest eenvoudige leven geleid te midden van Zijn familie en Hij bleef steeds uiterst terughoudend, ook in de kring van de mensen die in Zijn ouderlijk huis verkeerden.

Hij hield zich verre van alle vermakelijkheden, evenals van grotere bijeenkomsten. Hij bleef steeds op zichzelf en werd innerlijk rijp door Zijn buitengewoon tot helpen bereide instelling tegenover Zijn zich in nood bevindende medemensen. Want Zijn hart was vol liefde en deze liefde veroorzaakte dat Zijn wijsheid toenam, dat zich aan Hem een weten ontsloot, dat Hij alles duidelijk inzag, ofschoon in het begin dit innerlijke licht bliksemsnel in Hem oplichtte en dan weer voor enige tijd afnam, en Hij weer als ieder mens sprak en dacht. Maar Hij was al Zijn leeftijdsgenoten ver voor in weten. Hij weigerde echter van mensen onderrichtingen aan te nemen.

Een ding zult u mensen mogen geloven: de liefde is de beste leermeester. Wie de liefde in zich tot de juiste ontplooiing brengt, komt van binnen uit tot kennis die hem van de kant van een medemens nooit zo volledig kan worden aangeboden. U zult nu moeten weten dat de ziel van Jezus uit het lichtrijk kwam. Dat ze wel het licht opgaf voor de tijd van haar aards bestaan, maar nooit de liefde die haar vervulde, omdat ze als reinste lichtwezen werd doorstraald door mijn eeuwige vaderliefde.

Als mens kon het licht van de liefde niet in alle volheid werken, omdat de medemensen het niet zouden hebben kunnen verdragen. Maar in de mens Jezus straalde het verder. En het ontsloot Hem al het weten, om welke reden Hij ook zeer spoedig de grote nood van de mensheid en Zijn missie inzag en zich bewust hierop voorbereidde.

U weet nu echter ook dat Hij als knaap al in de tempel onderrichtte. Dat Hij de schriftgeleerden antwoorden gaf die dezen versteld lieten staan. Dit bewijst u dus dat Hij al als knaap over een weten beschikte dat Hem niet door mensen werd geleerd, maar die de heldere vlam in Hem als basis had. Zijn liefde werd steeds sterker en dus nam ook Zijn wijsheid toe. En Hij werd al in Zijn jeugd vijandig bejegend door de leraren en schriftgeleerden, omdat Hij zich niet door hen liet onderrichten, maar zich verre hield van elke school.

Over de tijd tussen Zijn onderrichting in de tempel en het begin van Zijn eigenlijke werkzaamheid als leraar zijn voor de latere generaties geen aantekeningen overgebleven. En daarom worden de meest verschillende veronderstellingen en verklaringen verdedigd, zoals het menselijk verstand had bedacht. En er bestaan geen gegevens, omdat het leven van Jezus zich in alle stilte in het ouderlijk huis voltrok. Omdat Hem in deze tijd elke goddelijke capaciteit verloren scheen gegaan. Hij trad buiten het gezichtsveld van de openbaarheid en leidde een geheel teruggetrokken leven. En als zoon van een timmerman oefende Hij ook als zodanig Zijn beroep uit. Hij werd met niets buitengewoons geconfronteerd, want dit waren de jaren waarin Jezus als mens rijp moest worden, omdat Hij de mensen de gang over de aarde wilde voorleven die naar het rijp worden, naar de volmaaktheid leidt.

In deze tijd was alles stil om Hem heen. Hij bezat geen ongewone begaafdheid. Hij maakte eerder de indruk van een geestelijk achtergebleven mens, omdat Hij zich van alle mensen terugtrok en steeds maar kort in Zijn antwoorden was, en ook het gebruikelijke wereldse weten Hem vreemd scheen. En Hij vermeed vooral de omgang met degenen die bij de tempel hoorden en wier taak het moest zijn, de mensen geestelijk te leiden. En zo was er ook spoedig geen mens in Zijn omgeving - ook van Zijn naaste verwanten niet - die nog van een goddelijke zending van het eens zo ongewone Kind overtuigd was.

Deze tijd van Zijn leven op aarde is voor Jezus bijzonder pijnlijk geweest. Want wat naar buiten toe niet meer herkenbaar was, dat lag toch diep in het innerlijk verborgen, alleen moest Jezus zelf daarin Zijn weg vinden. Hij moest als mens zich grondig met alles bezighouden. Hij moest als mens alle innerlijke driften en hartstochten bestrijden die het lichaam net zo in het nauw brachten als bij andere mensen. Hij moest lijden en strijden en door dienen in liefde rijp worden. Want op grond van Zijn liefde die wijsheid uitstraalt, zag Hij snel alle samenhang in. En Hij wist dat Hij zelf eerst een graad van rijpheid moest verkrijgen die Hem dan in staat stelde Zijn missie uit te voeren.

En deze ontwikkelingsgang legde Hij in alle stilte en teruggetrokkenheid af als eenvoudige timmermanszoon die Zijn geboortestreek niet verliet. Die alleen ten behoeve van het innerlijk rijp worden vaak de eenzaamheid opzocht, door zich terug te trekken in afgelegen gebieden, door bergen te beklimmen en zich daar vaak dagenlang in eenzaamheid op te houden, alleen met Zijn God en Vader verbonden en volhardend in gebed om kracht en versterking voor dat wat voor Hem lag en wat Hem vaak tot in detail voor ogen stond en Hem in vreselijke toestanden van angst verplaatste, waarin Hij dan hulp zocht bij Mij.

En Ik was met Mijn Zoon. Ik sterkte Hem en Ik schonk Hem steeds helderder inzicht, zodat Hij zich steeds opnieuw aanbood om het werk, dat de mensheid verlossing moest brengen van zonde en dood, tot een goed einde te brengen.

Geheel onjuist is echter de mening dat de mens Jezus zich een diep weten zou hebben eigen gemaakt door de omgang met wijzen en leraren in vreemde landen. Wie zou Jezus wel beter hebben kunnen onderrichten dan Ik zelf? Ik zelf was echter in de mens Jezus als gevolg van Zijn overgrote liefde. Het is een volledig absurde gedachte dat Jezus onderrichtingen van de kant van een medemens nodig zou hebben gehad, om dan Zijn werkzaamheid als leraar op aarde in Zijn geboortestreek te kunnen uitoefenen.

Wanneer u mensen nu het bewijs hebt dat Ik zelf de waarheid naar de aarde leid, als er maar aan bepaalde voorwaarden is voldaan, hoeveel eerder dus was Jezus in staat door Mij rechtstreeks te worden onderricht, Die toch U mensen allen overtrof in liefde en volledige overgave aan Mij.

Alleen wie nog geen besef heeft van de uitwerking van een leven in liefde, kan zulke beweringen opstellen dat Jezus zich in andere landen de kennis zal hebben verschaft om onderrichtend op te treden, dat Hij andere mensen moest opzoeken om hun leren te bestuderen.

Wat Ik bij een eenvoudig mensenkind klaarblijkelijk laat gebeuren, dat Ik de zuivere waarheid van boven naar hem toe zal leiden door de geest, dat zult u mensen waarlijk ook aan de mens Jezus moeten toekennen, Die naar de aarde afdaalde om Mij zelf door zich tot u te laten spreken. Die dus waarlijk geen leraren nodig had, maar de diepste wijsheid rechtstreeks van Mij in ontvangst nam en door deze onderrichtingen als mens geschikt werd om te onderrichten en aan de medemensen de zuivere waarheid over te brengen. En u zult nu ook deze woorden van Mij als zuiverste waarheid in ontvangst kunnen nemen, want Ik wil toch dat u niet dwaalt en dat u uitsluitsel wordt gegeven aangaande hetgeen waarover u zelf nog onwetend bent.

Het gaat er bovenal om dat u mensen een duidelijk beeld krijgt wie Jezus in diepste wezen eigenlijk is en waarom Hij in de onaanzienlijkste en armzaligste omstandigheden ter wereld kwam en daarin is opgegroeid. Want ofschoon Hij mens was als ieder ander, heeft Hij de mensen toch bewezen dat eenieder in zich de hoogste geestelijke capaciteiten kan ontwikkelen en dat Hij vanuit zich zelf een weten bezat dat Hij nu aan de mensen overbracht, maar dat Hij het nooit nodig had zich door anderen te laten onderrichten of kennis te nemen van leren, daar Hem toch alles bekend was. Daar Hij anders niet de hoogste volmaaktheid bereikt zou hebben op aarde die tot de algehele vereniging met Mij voerde, dat Hij - in Wie Ik zelf mens ben geworden om u te verlossen - één werd met Mij.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte