Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8409

8409 „Wie in de liefde blijft“

11 februari 1963: Boek 88

„Wie in de liefde blijft, blijft in Mij en Ik in hem." Aan deze woorden van Mij zult u steeds moeten denken om de grote betekenis te beseffen van elk werk van liefde dat u verricht. Daar Ik de Liefde zelf ben, zult u zo in rechtstreekse verbinding met Mij moeten staan wanneer u de liefde betracht. Want dan doet u ook een beroep op de kracht die zijn oorsprong heeft in Mij. Dat zult u echter steeds alleen dan kunnen zeggen, wanneer een bezigheid van u de liefde als beweegreden heeft.

Want u zult ook uw levenskracht kunnen gebruiken wanneer u op aarde werkzaam bent ter wille van aardse doelen. Maar alleen wanneer liefde u aanzet om werkzaam te zijn, is de band met Mij, de eeuwige Liefde, gegarandeerd. Dan zal Ik bij u aanwezig zijn. Ik zelf zal in u werken en mijn aanwezigheid is het grootste resultaat dat u zult kunnen bereiken. Uw liefde trekt Mij tot u, of ook: liefde is mijn oer-substantie en u bent hetzelfde in uw oer-wezen. Wanneer u werken van liefde verricht, neemt u dus Mij zelf in u op. Uw liefde verenigt zich met Mij en uw wezen keert langzaam terug in de oertoestand, waarin het geheel doorstraald was door en in verbinding stond met Mij.

U zou zich steeds weer mijn woorden moeten voorhouden, dat u Mij aanleiding geeft tot mijn voortdurende aanwezigheid wanneer u voortdurend werken van liefde verricht. En wat het betekent, steeds zeker te zijn van mijn tegenwoordigheid, wil Ik u uitleggen, opdat u deze band met Mij met heel uw vermogen nastreeft.

Ik richt dan al uw gedachten. Ik overreed u tot uw doen en willen. Ik leid u op al uw wegen. Ik bescherm u tegen elk gevaar van lichaam of ziel. Ik schenk u kracht in overvloed, zowel geestelijk als ook aards. Ik houd mijn tegenstander ver van u, want hij kan nooit daar zijn, waar Ik ben. Ik verlicht uw geest en Ik leid u ook heel zeker naar het doel. Dat alles brengt de liefde in u tot stand. Want zodra u werken van liefde verricht, behoort uw wil Mij ook toe. En u gaat bewust de weg die terugvoert naar Mij, uit wiens liefde u bent voortgekomen.

Van mijn aanwezigheid zeker te zijn, zal uw weg over de aarde gemakkelijk maken. Want dan vreest u niets, omdat u zich veilig en geborgen voelt in mijn tegenwoordigheid. "U blijft in Mij en Ik in u" zodra u zich in de liefde ophoudt, zodra u werkzaam bent in mijn wil en met mijn kracht. En u zult zich hiervan bewust moeten zijn, dat Ik alleen liefde van u verlang en u dan geheel het doel van uw aardse leven vervult. Dat u deze weg over de aarde dan niet tevergeefs gaat, maar zeker het doel bereikt.

Want u zult op aarde alleen dat ene moeten toelaten, dat de kracht van mijn liefde u weer kan aanstralen. En dat gebeurt wanneer u zelf werken van liefde volbrengt, wanneer u in onbaatzuchtige liefde de naaste gedenkt. Wanneer u hem bijstaat in elke nood en benauwenis, hetzij geestelijk of ook aards. Wanneer u zich over al diegenen ontfermt die nog ver van Mij af staan en probeert ze naar Mij te leiden en steeds alleen de liefde u drijft werkzaam te zijn op aarde.

Elke bezigheid die liefde als drijfveer heeft, is door Mij gezegend. Want steeds opent u daardoor voor Mij zelf de deur naar uw hart, waar Ik nu met mijn liefde naar binnen kan stralen, waarin Ik zelf kan binnengaan en er mijn intrek in kan nemen, omdat Ik, als de eeuwige Liefde, alleen daar kan vertoeven waar liefde is. U zult nu ook begrijpen, dat de mensen die geen enkel werk van liefde verrichten, nog heel ver van Mij af staan. Want alleen de liefde laat mijn aanwezigheid toe. Maar zonder liefde blijft de afstand bestaan, die u gedurende het leven op aarde zult moeten verkleinen en helemaal opheffen, wil dit leven door u niet voor niets geleefd zijn.

Maar in de eindtijd is de liefde onder de mensen bekoeld. Daarom is mijn aanwezigheid bij hen ook onmogelijk. Daarom is er ook geen geloof in Mij als God en Schepper meer te vinden. En voor velen is het aardse bestaan nutteloos en zal daarom voortijdig voor dezen beëindigd zijn. Want zonder liefde is er geen geestelijke vooruitgang. Er is geen band met Mij en geen verlossing uit de vorm. Zonder liefde is er geen licht en blijft de mens in de macht van mijn tegenstander, van de vorst der duisternis. Want zonder liefde leeft de mens zonder God. Hij blijft van God verwijderd en gaat een smartelijk lot tegemoet wanneer het einde is gekomen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte