Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8330

8330 De roep van de Herder - Grote geestelijke nood

17 november 1962: Boek 88

Slechts weinigen luisteren naar Mijn stem die van boven weerklinkt. Het is maar een kleine kudde die Ik op het einde bijeen kan brengen en naar huis leiden in een betere wereld, hetzij op aarde of ook in het geestelijke rijk. En daarom ga Ik nog tot aan het einde iedere afzonderlijke ziel achterna en lok en roep, opdat ze de weg naar Mij terugvindt.

Als goede Herder probeer Ik alle schaapjes te redden die in gevaar zijn omlaag te storten, die te hoog zijn geklommen en bezwaarlijk alleen de weg aankunnen. Geen van Mijn schaapjes zal Ik zonder hulp laten en Ik zal alles doen om ze te bevrijden uit de klauwen van Mijn tegenstander, die binnengedrongen is in Mijn kudde, die ze uit elkaar dreef en ze wil verhinderen dat ze de weg terugvinden naar hun Herder. En wie op Mijn lokroep acht slaat en er gevolg aan geeft, hem zal Mijn sterke arm ook beschermen tegen die aanvallen.

En daarom zal steeds weer Mijn stem weerklinken. En allen zullen hem kunnen horen, want daar er dichte duisternis is, moeten ze eerst Mijn roep horen. En geven ze er gevolg aan, dan zal het ook spoedig lichter worden. Ze zullen het licht en de vrijheid bereiken, want Ik ben waarlijk een goede Herder, die al Zijn schaapjes een onderkomen heeft bereid waarin ze zich behaaglijk voelen. Ik wil de mensen naar de gelukzaligheid leiden. Ik wil dat ze de weg naar huis vinden, naar hun vaderhuis, en spreek hen daarom steeds weer van boven toe. De mensen hebben veel hulp nodig in de laatste tijd voor het einde, omdat ze zwak zijn en voortdurend bedreigd worden door de vijand van hun zielen.

Maar slechts hoe weinigen nemen de hulp aan die hun Vader van eeuwigheid hun wil verlenen. Hoe weinigen luisteren naar Mij en geven gevolg aan Mijn Woorden.

En al openbaar ik me op nog zo ongewone wijze, ze slaan er geen acht op en dwingen Mij middelen te gebruiken die hen pijnlijk treffen, maar die toch nog succes kunnen hebben en daarom ook als bewijs van de Liefde mijnerzijds kunnen worden beschouwd. Ook dan zullen weer slechts weinigen de weg naar Mij vinden, maar terwille van deze weinigen laat Ik niets onbeproefd, want dezen zijn gered van het vreselijke lot van de hernieuwde kluistering en wat dit betekent, weet Ik alleen.

De geestelijke nood op aarde is enorm groot en die zet Mij aan om in te grijpen, wat u mensen aanstonds te wachten staat. Geloof deze aankondigingen van Mij en bereid u erop voor, door u in verbinding te stellen met Mij door gedachten of innig gebed. Want zodra u maar de band met Mij tot stand hebt gebracht, zult u niet meer verloren kunnen gaan, zelfs niet wanneer de graad van uw rijpheid nog gering is, want u hebt Mij Zelf erkend en u hoeft dan het lot van een hernieuwde kluistering niet meer te vrezen. En zelfs wanneer u uw aardse leven zult verliezen, kan Ik u toch opnemen in het geestelijke rijk, waar u steeds nog hoger zult kunnen klimmen.

Dan hebt u gevolg gegeven aan de roep van uw Herder en bent u naar Hem teruggekeerd en Mijn tegenstander heeft u moeten vrijlaten. Want zodra uw vrije wil Mij erkent, zult u tegenover het verlossingswerk van Jezus Christus ook niet meer afwijzend staan, wanneer het u naar waarheid wordt uitgelegd en met redenen omkleed. En u zult de weg naar het kruis nemen, al gebeurt het ook pas in het rijk hierna, maar de verlossing is u verzekerd. Roep Mij aan in grote nood wanneer Mijn Stem van boven voor u weerklinkt, die zich uit door de krachten van de natuur. Roep Mij, opdat u niet weer verloren gaat voor eindeloos lange tijd.

Maar tevoren zal Ik Mijn Woord overal heen sturen waar er nog een gewillige ziel is die Mijn stem als “stem van de Vader” herkent. En alles zal gebeuren wat mogelijk is om zielen van de ondergang te redden, die maar gewillig zijn, die hun weerstand tegen Mij opgeven en zich door Mij en Mijn Liefde laten vastpakken. Want Ik heb er waarlijk geen vreugde in dat de lijdensweg van Mijn schepselen wordt verlengd. Ik wil steeds alleen maar gelukzaligheid bereiden en al Mijn schepselen helpen gelukzalig te worden.

En daarom wil Ik alleen maar, dat de mensen over Mijn wezen te weten komen, dat Liefde, Wijsheid en Macht is; dat ze zich vol vertrouwen tot Mij wenden in elke aardse of geestelijke nood, opdat ze Mij hun wil bewijzen en Ik hen helpen kan.

En daarom zal Ik tot de mensen spreken tot het einde toe. Ik zal niet ophouden hen te waarschuwen en aan te manen. Ik zal Mijn schapen roepen en lokken, want Ik ben waarlijk een goede Herder, die zijn kleine kudde bijeen zal brengen voordat het einde komt.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte