Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7947

7947 Een leven in liefde beschermt tegen dwaling

22 juli 1961: Boek 83

Steeds weer moet Ik er de nadruk op leggen dat alleen de waarheid u gelukkig kan stemmen. Hoe vaak al is u dwaling bijgebracht en ziet u deze niet als zodanig in. Ik spreek hier alleen van geestelijke leringen die geen aards weten betreffen maar in geestelijke gebieden oprijzen, die u mensen nooit zult kunnen bewijzen, die alleen geloofd kunnen worden. Deze leringen moeten echter overeenstemmen met de waarheid, willen ze een zegenrijke uitwerking hebben. U zult geheel zonder weten kunnen zijn en er ook geen moeite voor doen iets te weten te komen, maar dan gaat u geheel doelloos over de aarde als mens, want u zult dan nooit het doel bereiken: uw voltooiing. Maar wordt u onjuist weten gebracht dan kan uw aards bestaan eveneens doelloos zijn geleefd, want onjuist weten is duisternis van de geest. Maar u zult in het licht moeten wandelen. Dan pas vervult u het doel van uw aards bestaan: uw ziel wordt geheel rijp, want u zult dan bewust leven en een levenswandel leiden naar mijn wil. Dus is het brengen van de waarheid en het aannemen ervan de eerste voorwaarde om uw doel te bereiken.

Maar u hebt een vrije wil en deze alleen bepaalt uw instelling tegenover de waarheid. Deze alleen bepaalt of u naar de waarheid verlangt en de dwaling zult willen afwijzen. En dan wordt u ook met zekerheid de waarheid aangeboden. En in haar licht zult u op aarde nu alle wegen bewandelen en uw doel bereiken. Deze wil is echter maar zwak aanwezig onder de mensen. Ze nemen meestal onverschillig alles aan en vanwege hun onverschilligheid blijft de dwaling veel meer bij hen vastzitten. Ze zien haar niet in als zodanig en hun aards bestaan kan dan nutteloos zijn geweest wanneer ze niet door een leven in liefde verlichting van de geest ondervinden en dan gered zijn van de ondergang. En het is doorslaggevend voor de mens dat hij besluit tot een leven in liefde, omdat hij dan ook in staat is de waarheid van de dwaling te onderscheiden.

En zo moet hij als eerste en belangrijkste waarheid de goddelijke leer van de liefde laten gelden. Neemt hij deze als zuivere waarheid aan en volgt hij ze na, dan zal het hem ook gemakkelijk vallen, dwaalleren op geestelijk gebied als onjuist te herkennen en hij zal ze afwijzen. Maar worden de mens andere leren als geloofwaardig voorgehouden die van menselijke oorsprong zijn, dan kunnen deze leren er heel gemakkelijk toe leiden dat de liefde voor Mij en voor de naaste terzijde wordt geschoven of dat Ik niet meer als hoogst volmaakt Wezen word beschouwd en dat Mij daarom ook de liefde niet kan worden betoond. En dan heeft de dwaling al gewonnen. Ze heeft donker verspreid en het denken van de mens verduisterd.

Alleen de waarheid brengt u het juiste licht. En u allen zult tot de waarheid kunnen komen, want Ik onthoud haar geen mens die haar begeert. En u moet toch steeds weten dat ook het verlangen naar waarheid in u zal groeien wanneer u de goddelijke geboden van de liefde vervult. Waar daarom u de liefde wordt gepreekt, wordt u ook in de waarheid onderricht. Want zodra de liefde voor Mij en voor de naaste door een prediker op de voorgrond wordt geplaatst, kan er ook gesproken worden van een verlicht denken van hem en zijn woorden zullen dan ook steeds alleen maar waarheid zijn. Hij zal onjuiste leerstellingen opzij dringen en ze u nooit voorhouden, omdat de liefde hem ertoe aanzet alleen de zuivere waarheid te verkondigen. En daarom blijf Ik u voortdurend aanmanen, mijn goddelijke leer van de liefde te ontplooien. Dan loopt u niet het gevaar een prooi te worden van de dwaling en zal ook zeker uw aards bestaan geen nutteloos bestaan zijn. U zult heldere wegen gaan. U zult nadenken en zelf een verlichte geest hebben, want de liefde is het goddelijke in u. De Liefde ben Ik zelf. En altijd zal Ik bij u aanwezig zijn, wanneer u in de liefde blijft. En waar Ik ben, kunnen ook alleen juiste gedachten zijn, omdat Ik zelf u zal verlichten door de geest die steeds alleen de zuivere waarheid aan u overbrengt.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte