Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7878

7878 De genade het Woord te ontvangen legt verplichtingen op

25 april 1961: Boek 82

...ten eerste het doorgeven van wat van boven tot u komt en ten tweede - het instaan tegenover de medemensen voor wat u als waarheid inziet. Het dient tot niets als u die Mijn Woord in ontvangst neemt, zelf tevreden bent met dit weten dat u toekomt. U moet zelf dit weten in alle overtuiging aan uw medemensen die dit weten ontbreekt, doorgeven. En u moet u niet in de war laten brengen door tegenwerpingen, want deze komen altijd van mensen, terwijl IK Zelf u toch de zuivere waarheid verschaf, die altijd zal standhouden tegen zulke bedenkingen. Zodoende heb IK wilskrachtige dienaren nodig, die zich inzetten voor dat wat zij ontvangen. En dezen zullen ook altijd duidelijk kunnen beoordelen waar er dwaling is - en zullen er tegen ingaan, omdat zij in Mijn dienst staan en deze plicht hebben als getrouwe knechten in Mijn wijngaard.

IK stuur daarom de waarheid naar de aarde toe omdat u, mensen licht nodig hebt, omdat u in duisternis rondgaat, omdat u veel misvattingen aangeboden werden en nog steeds aangeboden worden. De waarheid alleen voert u naar de zaligheid, de dwaling verlengt de weg naar het doel, want ze zal steeds deze weg verduisteren - zodat u, mensen op zijwegen geraakt en er een lange tijd voor u nodig is tot u op de rechte weg naar omhoog bent aangekomen, op de weg van de waarheid, waar dat licht u verlicht dat van MIJ naar de aarde straalt terwille van uw heil.

Verheug u toch dat u helder licht mag ontvangen en gebruik dat licht. Ga de weg die u gewezen wordt, houd u aan Mijn Woord dat u van boven toeklinkt, dat Mijn dienaren u brengen in Mijn opdracht en waar zij met recht ook voor kunnen instaan als zuivere waarheid, daar zij het van MIJ ontvangen hebben.

En waar u, mensen nu 'n duidelijke werking van de GEEST kunt vaststellen, daar is de zuivere waarheid uit MIJ. En neem deze aan, maar vermeng haar niet met leringen waarvan de oorsprong twijfelachtig is. En omdat IK wil dat de waarheid uit MIJ onvermengd behouden blijft, maak IK het ook tot een plicht voor hen die haar van MIJ ontvangen, dat zij met alle standvastigheid uitdragen wat van MIJ is uitgegaan. Want dezen zullen het ook weten dat zij MIJ daarmee dienen, omdat zij de overgrote genade inzien van dat wat zij ontvangen door Mijn GEEST.

Wanneer dus de zuivere waarheid in gevaar is, misvormd te worden, moet ze door waakzame ogen behoed worden, want Mijn tegenstander benut elke gelegenheid die zich aan hem voordoet om de waarheid uit MIJ werkeloos te maken. En het gelukt hem, zodra vreemde opvattingen en ideeën worden toegevoegd die door het menselijk verstand bedacht zijn - en niet als het inwerken van de GEEST te bestempelen is.

Wel moet Mijn Woord verbreiding vinden, maar in alle zuiverheid moet het de medemensen worden aangeboden zo, als het van MIJ Zelf is uitgegaan. En dat dit Woord zuiver blijft daarvoor zullen Mijn knechten zorg dragen, zover het in hun macht ligt. Want het zaaigoed moet niet verontreinigd worden, opdat het goede vruchten zal afwerpen.

Wie IK echter een ambt geef, die geef IK ook de kracht het uit te oefenen. En daarom zal IK u ook steeds zo leiden dat uw oog gericht wordt naar waar uw werk nodig is, waar u uw ambt kunt uitoefenen. IK zal uw gedachten juist leiden, zodat u werkzaam bent in Mijn Wil. Want Mijn Woord te ontvangen is een genade van de grootste betekenis, en wie MIJ dienen wil, die zal ook altijd Mijn ondersteuning ondervinden, hij zal steeds die weg gaan die volgens Mijn Wil is.

IKZelf zal hem leiden, IKZelf zal zijn denken juist richten en IK zal hem de kracht geven naar Mijn Wil werkzaam te zijn.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte