Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7445

7445 Gedachten aan de dood zijn gunstig voor de ziel

3 november 1959: Boek 78

Steeds weer wordt u aangemaand aan uw aardse einde te denken. Want u leeft alleen dan bewust op deze aarde, wanneer u denkt aan de tijd na de dood van uw lichaam, die u gedurende het aardse leven voor uzelf schept tot een gelukzalige staat of ook tot een toestand van nood en kwelling. Houdt u zich in gedachten vaak bezig met de dood, dan probeert u ook de bedoeling van uw aardse leven te doorgronden, omdat het u onbegrijpelijk voorkomt dat u alleen maar zou moeten bestaan voor de korte tijd op aarde die ook nog voor ieder mens van onbepaalde duur is.

En gevoelsmatig zult u al een voortbestaan van uw ziel moeten erkennen. Want uw ik, uw ziel, verweert zich tegen de gedachte van een totaal uitgewist zijn. Ze voelt het dat ze verder leeft. En de mens die eraan denkt dat zijn tijd in overeenstemming met de wil van God begrensd is, zal daarom toch in het bewustzijn van zijn verantwoordelijkheid op aarde leven. Daarom zijn zulke gedachten, dat u zich met de voor u eenmaal zekere dood bezighoudt, steeds alleen maar nuttig voor uw ziel. Want ze kunnen u alleen maar aansporen arbeid aan uw ziel te verrichten vanuit de innerlijke aandrang deze tot voltooiing te brengen zolang ze nog op aarde vertoeft. Want geen mens weet hoelang hem nog een leven op deze aarde is vergund.

Maar niet iedereen overdenkt zulke gedachten. Want hij die door de wereld wordt gelokt en gevangen gehouden, zal zulke gedachten steeds sterk afwijzen en op het leven willen veroveren wat ook maar mogelijk is. En dit zijn degenen die in het rijk hierna aankomen zonder enige geestelijke rijkdom, die hierboven arm en behoeftig worden aangetroffen in duisternis en algehele krachteloosheid. Voor dit lot zult u gewaarschuwd moeten worden. En u zult zeker proberen uw leven te veranderen, wanneer u zich meer met gedachten aan de dood bezighoudt.

Want u zult de dood in krachteloosheid en duisternis gevoelsmatig vrezen en tevoren al licht en kracht trachten te verwerven, omdat de Geest u van binnen hiertoe aanzet, zodra u maar korte tijd bereid bent Hem aan te horen, wat steeds door geestelijke gedachten wordt bevorderd. Want elke gedachte aan de dood en wat daarna komt is al een geestelijk gerichte gedachte die steeds een gunstige uitwerking zal hebben, wanneer de wil van de mens goed is. En dezen worden in het bijzonder aangesproken, omdat ze vaak een zwakke wil hebben, die door woorden of voorbeeld tot handelen moet worden gebracht.

Denk er vaak aan dat u zult moeten sterven. En denk eraan de toestand van uw ziel na de dood nog op deze aarde voor u te verbeteren. En u zult er alleen voordeel uit trekken voor uw ziel, want ze zal onwillekeurig haar best doen haar levenswandel juist - dat wil zeggen in de zin van God - te leiden, omdat ze de verantwoordelijkheid voelt. De mens kan wel de genade hebben een hoge leeftijd te bereiken, maar zijn aardse leven kan ook slechts heel kort duren, en steeds moet hij klaar zijn om het lichtrijk binnen te gaan.

Want hij kan ook in korte tijd rijp worden en vooruitgaan in zijn ontwikkeling. Maar daartoe moet hij ook de wil hebben en met een geestelijk gerichte blik zijn wandel over de aarde afleggen. En hij zal dan ook niet het uur van de dood hoeven te vrezen. Het zal alleen maar een verwisseling van zijn verblijfplaats betekenen, een verandering van de sfeer die nu de ziel opneemt in het rijk van het licht en de gelukzaligheid, waar ze leven zal en eeuwig geen dood meer hoeft te vrezen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte