Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/7052

7052 Een ernstig wijzen op Gods ingreep en gevolgen

1 maart 1958: Boek 75

Slechts korte tijd scheidt u van de dag, dat Mijn Stem zo geweldig zal weerklinken, dat Ze door niemand kan worden genegeerd. Het duurt nog maar even, dat u nog in normale omstandigheden zult leven. Maar dan zal er een chaos zijn. En u mensen zult voor ontzaglijke opgaven worden geplaatst, om u en uw medemensen het leven draaglijk te maken door ongewone hulpverlening en de chaos meester te worden, en met de geringste middelen die u ter beschikking staan u weer draaglijke omstandigheden te scheppen. Want u, die in de gebieden woont die door een natuurgebeuren van onvoorstelbare omvang worden getroffen, zult alles verliezen.

U mensen zult het niet geloven en het ook niet kunnen geloven, omdat nooit tevoren een dergelijke natuurramp is meegemaakt. Maar het einde dat hierop volgt eist zo’n ingreep van Mijn kant, omdat Ik nog eenmaal alle mensen wil aanspreken om ze tot bezinning en tot rede te brengen, om nog te redden die van goede wil zijn.

En dit aangesproken worden zal door geen mens niet kunnen worden gehoord. Maar of ze hun hart en oren nu openen, staat hen nog steeds vrij. Want ook dan nog zullen de meeste mensen zich afgezonderd van Mij houden. Ze zullen volharden in hun isolering, die ze al zijn aangegaan door hun ongeloof. En ze zullen voor zich voor dit gebeuren alle andere verklaringen zoeken en geven, dan die ene, dat Ik tot hen wil spreken, dat een God Zich aan hen bekend wil maken, die hen toespreekt om ze tot bezinning te brengen, om ze aan te zetten zich met Hem te verbinden in de grootste nood en het grootste gevaar.

Talloze mensen zullen hun leven verliezen. En het oog van de overlevenden zal reusachtige verwoestingen aanschouwen. De nood zal uitermate groot zijn en alleen het vaste geloof in Mij en Mijn hulp zal in staat zijn ze te bezweren - dat echter slechts zeer weinig mensen bezitten. Wat aards niet mogelijk schijnt, zal door Mijn hulp toch nog mogelijk zijn. En Ik zal vaak daar wonderbaarlijk inwerken, waar ware gelovigen op Mij en Mijn hulp vertrouwen.

Maar er moet een schok over de aarde gaan. Ook de harten der mensen moeten ongewoon worden getroffen, opdat ze zich in de grote nood behulpzaam tonen tegenover de naaste. En er zal ook overal zichtbaar een verbetering van de toestand inzetten, waar deze liefde in onbaatzuchtigheid - in het hulpvaardig zijn voor de medemens - duidelijk zichtbaar is. Want alleen dit is de bedoeling van Mijn gewelddadig ingrijpen: dat de mensen hun “ik” eens achterstellen en onbaatzuchtige naastenliefde beoefenen. Dan kan Ik hun lot ook opheffen. Dan kan Ik ze voorzien van het meest nodige. En Ik zal Me waarlijk om diegenen bekommeren, die de onbaatzuchtigheid laten blijken.

Er zal een nood zijn, zoals die nooit tevoren werd meegemaakt. Maar Ik moet zo duidelijk spreken, opdat een ieder Mij herkennen kan in Mijn Macht en ook Mijn Liefde zal kunnen worden beseft door degene, die alleen al let op de ongewone handreikingen, die menselijk niet te verwachten zouden zijn. Wie de innige band met Mij maar tot stand brengt of versterkt, zal te allen tijde ook zeker zijn van Mijn hulp. Maar de mensen zonder geloof zijn er slecht aan toe. Ze zullen proberen zichzelf te helpen en vaak ten koste van hun medemensen. Maar ze zullen geen winst behalen, noch aards, noch geestelijk.

Het duurt niet lang meer tot aan dit rampzalige gebeuren. Maar u mensen wordt daar opmerkzaam op gemaakt en dat is al een ongelofelijke genade. Want u weet dan ook tot Wie u zich zult moeten wenden, Wie u helpen kan in de grootste nood en het grootste gevaar. Daarom maak Ik u steeds weer dit gebeuren bekend. En wie er naar luistert, moet vragen om een sterk geloof, om kracht en sterkte om standvastig te kunnen blijven. En dan zal hij ook in deze nood de weg inslaan naar Mij, Die alleen hem helpen kan. En hij zal niets hoeven te vrezen, want de mijnen zal Ik bijstaan, het maakt niet uit op welke manier. En tot de mijnen reken Ik alle die in Mij geloven, die tot Mij bidden, die zich dus met Mij verbinden en daarom ook altijd zeker kunnen zijn van Mijn bescherming en hulp. En aan dezen is de taak opgedragen, ook hun medemensen op Mij te wijzen, opdat ook zij de weg naar Mij inslaan, wanneer het uur gekomen is, dat beslissend is voor het wel en wee van alle mensen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte