Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6958

6958 De juiste weg wordt de mensen getoond

31 oktober 1957: Boek 74

Ik kan altijd alleen een licht voor u ontsteken en de weg verlichten, maar gaan moet u de weg zelf in vrije wil. Ik kan u wel mijn begeleiding aanbieden, maar wederom, Ik zal ze u niet opdringen, juist omdat Ik u niet dwing, maar u moet uzelf bij Mij aansluiten en Mij vragen of Ik als uw Begeleider onderweg steeds aan uw zijde wil gaan. Dan pas kunt u niet verkeerd gaan. Van mijn kant wordt waarlijk alles gedaan om u het opwaarts gaan, de weg tot Mij, mogelijk te maken. Maar toch wordt u nog de vrijheid gelaten naar eigen goeddunken te willen en te handelen. Daarom falen echter zoveel mensen, omdat zij hun vrijheid misbruiken terwijl hun weerspannige wil niet met geweld wordt gebroken.

Op aarde kunt u de mensen wel tot gehoorzaamheid dwingen en u kunt ook uw macht aanwenden waar u denkt dat onterecht weerstand wordt geboden. Maar mijn heilsplan van eeuwigheid sluit ieder gebruik van macht uit waar het gaat om het terugwinnen van het geestelijke. Want wat Ik als laatste doel bereiken wil kan alleen de vrije wil van het wezen bewerkstelligen. En dit doel zal mijn liefde onophoudelijk nastreven en ze zal ook de juiste middelen vinden om de wil van het geestelijke op zich te richten, zodat dit nu weer vrijwillig de weg gaat die terugvoert naar het vaderhuis. De liefde bereikt veel en iedere invloed die een liefhebbend wezen uitoefent op het geestelijke dat nog besluiteloos is kan succesvol zijn, kan daarentegen moeilijk terrein winnen als het wezen zich nog tot mijn tegenstander voelt aangetrokken.

Maar de wil van de mens wordt gerespecteerd en er wordt onafgebroken getracht hem te winnen. Aan de mensen wordt steeds weer de weg getoond, dus een licht ontstoken. Steeds weer worden de mensen met mijn woord vertrouwd gemaakt dat als licht van boven helder en duidelijk de mens zijn aardse opdracht voor ogen stelt en in zijn helder schijnsel het kruis van de goddelijke Verlosser laat zien. En kon de blik van de mens eenmaal op deze verlichte weg vallen, dan kan zijn wil ook beslissen of hij deze weg inslaat en zich naar het kruis begeeft. Deze weg moet ieder mens zelf gaan. Het heeft geen nut hem wel te zien maar niet ook te betreden. Het helpt dus niets "alleen maar kennis te nemen" van mijn woord of van het werk van verlossing door Christus, het is nodig de weg te gaan die langs het kruis van Golgotha voert. Mijn woord moet worden nageleefd, zoals het door de mens Jezus op aarde ten volle is ontplooid, dan wordt ook de weg gegaan die u mensen getoond wordt in helder licht.

Aldus mag geen mens geloven dat het onverschillig is welke weg hij gaat, geen mens mag geloven op zijwegen hetzelfde doel te bereiken. En ook mag geen mens geloven zonder de juiste leiding te mogen gaan, want dan zal zijn weg hem onvermijdelijk naar de diepte voeren, weer terug naar waar hij vandaan gekomen is en waaruit mijn liefde hem reeds omhoog geholpen heeft. Hij moet zich aan Mijzelf toevertrouwen en om mijn leiding vragen. Eens moet hij de weg bezien die hij in helder lichtschijnsel voor zich ziet liggen, en hij mag niet terugschrikken als hij daarop het kruis ziet dat hem laat zien dat hij door leed moet gaan. Hij moet steeds aan het heerlijke doel denken dat alleen op deze weg bereikt kan worden, en hij moet als hij deze weg wil gaan Mij steeds om kracht vragen en zich aan mijn leiding toevertrouwen.

En hij zal dan waarlijk de weg omhoog kunnen afleggen omdat Ik hem altijd zo leid dat hij aan alle gevaarlijke klippen voorbij gaat, dat hij elk hindernis makkelijk kan overwinnen en de hoogte zonder moeite beklimmen kan. Want Ik zal hem steeds van kracht voorzien zodat hij niet vermoeid hoeft te raken, al schijnt hem de weg nog zo steil. Maar alleen zal hij dat doel nooit bereiken, want zodra hij alleen gaat zal spoedig een ander hem vergezellen, die hem zeer snel weer van de juiste weg af leidt naar de diepte. Maar mijn liefde zal u blijven volgen, want mijn liefde geeft geen van mijn schepselen op.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte