Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6812

6812 Verwijzing naar het einde van een tijdperk

22 april 1957: Boek 73

U gaat een nieuw ontwikkelingsstadium binnen, want een verlossingsperiode heeft zich voltooid en een nieuwe begint. Al vaak is u dit gezegd zonder echter geloof te vinden bij u mensen. En toch is het van het grootste belang dat u eraan gelooft, omdat uzelf bepaalt of u zich positief of negatief ontwikkelt, maar het lot dat u te wachten staat, is in het ene of het andere geval heel verschillend, of bovenmate heerlijk en mooi, of verschrikkelijk kwellend.

Van nu af aan verloopt uw leven niet meer zo eentonig als tot nu toe, veeleer komt er een grote omwenteling zoals u zich die niet kunt voorstellen en daarom leeft u ook nog zo onverschillig verder, ofschoon u er steeds weer op gewezen wordt. Maar u gelooft niet wat u verkondigd wordt door de boden die Ik gezonden heb. En eens zult u het bitter berouwen dat u dat niet hebt aangenomen en er nog veel minder gevolg aan hebt gegeven wat u werd aangeraden. Mijn woord is de enige mogelijkheid om u erop te wijzen wat u te wachten staat en daarom spreek Ik steeds weer door de mond van een mens tot u - en Ik zou graag in zoverre geloof bij u willen vinden, dat u erover na zou denken en voor uzelf eens rekenschap zou afleggen over uw levenswandel. Wie luistert er echter naar Mijn woord? Wie herkent het als de stem van zijn Vader, Die Zijn kinderen wil redden van het verderf?

De geestelijke hoogmoed van de mensen is zo groot, dat ze hun eigen denken het hoogste aanslaan en niets willen aannemen, daar ze menen geen onderrichting nodig te hebben. Ze stellen zich tevreden met een dode leerstof die alle heilzame kracht verloren heeft. En diegenen die zich in de wereld uitgeven voor Mijn vertegenwoordigers op aarde, hebben zelf te weinig innerlijk contact met Mij - anders zouden ze van Mij hetzelfde aanspreken kunnen vernemen, dezelfde vermaningen en waarschuwingen. En ze zouden Mij dan ook door hun mond laten spreken zodat ook hun toehoorders hetzelfde zou worden overgebracht wat Ik steeds weer bekend maak: Dat u voor een grote omwenteling staat - geestelijk en aards.

U mensen maakt echter nog veel plannen voor de toekomst, u schept en werkt alsof u eeuwige tijden ter beschikking zouden staan. U wilt niet aan een beƫindiging van een tijdperk geloven, die u echter op korte termijn te wachten staat. Aards bent u dus onafgebroken bezig, maar wat doet u voor uw ziel? Waarom denkt u hier niet net zo aan, terwijl u toch weet dat u eens zult moeten sterven en toch niets van uw aardse goederen kunt meenemen in het hiernamaals?

Wanneer Ik u echter zeg, dat een plotseling einde het leven van alle mensen zal afbreken, dan zou dit u er toe moeten brengen, meer werk aan uw ziel te besteden en u de nutteloosheid van het aardse jagen en streven duidelijk te maken. Maar u gelooft niet en u kunt ook niet gedwongen worden tot dit geloof. Toch zult u het steeds weer van Mij moeten horen door Mijn boden, die u Mijn woord brengen. U zult niet kunnen zeggen dat u er niet van op de hoogte bent gebracht, u zult niet kunnen zeggen, dat u zonder waarschuwing bent verrast. En steeds weer zullen er mensen die vermanen en waarschuwen op uw pad komen en ook de gebeurtenissen rondom u zullen ertoe bijdragen, dat u gaat nadenken.

En zalig hij die daar acht op slaat en er zich op instelt dat er een grote verandering plaatsvindt. Deze zal Mij er waarlijk eens voor bedanken dat Ik hem heb gewezen op dat wat komen gaat - want de tijd is vervuld die u werd toegekend om u geestelijk te vervolmaken.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte