Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6689

6689 Van het nabijzijnd einde moet steeds weer melding worden gemaakt

15 november 1956: Boek 72

Elke gelegenheid die IK u bied, moet u aangrijpen om van het nabijzijnd einde melding te maken, want u gaat dit met reuzeschreden tegemoet. U zult weliswaar geen geloof vinden, veeleer zal men u uitlachen en bespotten, maar u moet het toch doen, want uw woorden zullen in het bewustzijn van de mensen terugkomen, zodra zich ongewone dingen op aarde afspelen, die de mensen niet begrijpelijk voorkomen.

Ook zij die helemaal ongelovig zijn, zullen dan aan uw woorden terugdenken en er zullen er onder hen weer enige zijn die met de mogelijkheid rekening houden dat de overige voorspellingen ook uitkomen. Ze zullen zich dan in hun gedachten met Mijn openbaringen bezig houden en dat kan voor hen van grote zegen zijn.

IK weet dat u nog maar weinig succes hebt bij uw medemensen, wanneer u hun Mijn evangelie zou willen brengen, zij daarentegen houden hun oren en harten gesloten. IK weet ook dat de aankondigingen van het nabijzijnd einde nog veel minder geloof vinden, maar IK laat niets over de mensen komen, zonder hen tevoren te waarschuwen en te vermanen en daartoe moet u MIJ uw mond lenen. Want IK Zelf kan hen niet aanspreken omdat hun geloof te zwak is en daarom hun harten ook niet in staat zijn Mijn Stem te vernemen. Maar IK kan het door u doen doordat u nu uitspreekt wat Mijn GEEST u heeft verkondigd.

Het wereldgebeuren neemt zijn loop, die steeds dichter naar het einde voert en enige mensen zullen het toch in verband brengen met dat wat ze van u vernomen hebben. Hun gedachten zullen erop gericht worden en dit kan hun in de komende tijd nog zegen brengen. U zult weinig geloof vinden - dat weet IK en IK zeg het u steeds weer - maar toch is het beter dat u hen erover onderricht, dan dat hun geen enkele aanwijzing toekomt en het einde hen overvalt daar ze volledig onwetend zijn. En daarom is ook elke dag nog een genadegeschenk voor de mensheid, want hij kan geestelijk nog benut worden, zowel door u doordat u informerend werkzaam bent, alsook door diegenen die door u van Mijn evangelie horen.

Dezen zouden zich alleen maar uw woorden ter harte hoeven te nemen en zo te leven zoals het Mijn Wil is. Ze hoefden alleen maar hun best te doen Mijn geboden van de liefde na te komen en ze zouden dan tot aan het einde nog veel voor hun ziel kunnen bereiken. Daarom, word niet moede en verslap niet in de arbeid voor MIJ en Mijn rijk, want deze is in de eindtijd het meest urgent en overtreft alle aardse bezigheden aan waarde - ofschoon hij door de mensen niet als arbeid wordt gezien en hem alle waarde wordt ontzegd.

Maar de mensen weten niet welk nutteloos werk ze zelf verrichten wanneer ze zich alleen maar aards bezig houden zonder enig geestelijk streven, zonder geestelijk doel. En ook daarop moet u hen opmerkzaam maken dat ze immers toch niets zullen behouden, dat alles zal vergaan en dat ze alle levenskracht nutteloos verkwisten, die ze slechts aards gebruiken. Ze moeten weten dat ze er zich geestelijke goederen mee zouden kunnen verwerven en er dan onvergankelijke schatten voor de eeuwigheid mee zouden kunnen vergaren.

En nog eens: geloof zult u weinig vinden, maar woorden die het hart en het verstand eens heeft opgenomen, kunnen wel uit het bewustzijn verdwijnen, maar ze komen zeker weer tevoorschijn hoe meer het naar het einde loopt en dan kunnen ze nog uitwerking hebben als ze maar ernstig genomen worden. Ieder mens wordt in de komende tijd nog door MIJ aangesproken. En u staat MIJ daarbij bij inzoverre, dat u de schakel bent tussen MIJ en hen, dat u alleen maar uitspreekt wat IK aan allen te zeggen heb. En de gebeurtenissen in deze tijd zullen uw woorden nog onderstrepen; en daarom, houd u steeds gereed, u Mijn dienaren op aarde, opdat IK u te allen tijde kan roepen als IK u nodig heb om in Mijn plaats te spreken.

Geloof niet dat u vergeefse arbeid verricht, want IK Zelf zegen uw activiteiten, en IK help u waar uw kracht niet toereikend is. Want de tijd tot aan het einde moet nog goed benut worden en daarom moet nog elke gelegenheid worden aangegrepen waar er aan een ziel nog reddend werk kan worden verricht, opdat ze aan de macht van Mijn tegenstander wordt ontrukt.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte