Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6681

6681 Over de wegneming

30 oktober 1956: Boek 72

Steeds weer zal u door Mijn Woord opheldering worden gegeven in alle geestelijke vraagstukken, die u niet alleen kunt oplossen. Waar dus Mijn Geest wordt ingeschakeld zal ook uw denken juist zijn, en volgens de waarheid. En alleen de waarheid heeft een zegenrijke invloed, want een verkeerd denken is voor de ziel nutteloos en versterkt hoogstens nog het omhulsel dat haar omgeeft. Want steeds gaat een verkeerd denken niet van MIJ uit, maar van Mijn tegenstander.

De mensen zijn meestal niet in staat de zuivere en onverholen waarheid te accepteren. Zij moeten net als kinderen door beeldspraak en gelijkenissen onderwezen worden, die toch volgens de waarheid zijn. Waar dit echter het geval is probeert Mijn tegenstander op te duiken om deze parabels te verdraaien, en het juiste denken van de mensen te verhinderen.

Daarom is de "verlichting van Geest" absoluut noodzakelijk om een goede verklaring te kunnen geven. Ook om zelf alles goed te kunnen begrijpen wat de mensen in gecamoufleerde vorm werd aangeboden door zieners en profeten, die in Mijn opdracht zo hebben voorspeld.

De geestestoestand der mensen hield de zuivere waarheid tegen bij hen, die niet erkenden dat alleen de geestelijke ontwikkeling het doel is van het aardse levensbestaan. Die daarom Mijn geschreven Woord – het boek van de vaderen – (de bijbel =opm.v.d.uitg.) totaal zouden hebben verworpen, wanneer de gebeurtenissen van het einde hun onverholen waren voorspeld, deze zouden dan nooit geloof hebben gevonden, en dit dus oorzaak geweest zou zijn van een geheel afwijzen van Mijn Woord.

Een onverholen beschrijving van de laatste gebeurtenissen heb IK destijds niet gegeven, maar IK heb steeds verklaringen gegeven waar het nodig was. En teweeg gebracht door deze verhullingen zijn allerlei meningen verkondigd en ieder mens houdt het bij zijn eigen mening, naar gelang van zijn geestestoestand. Maar toch zal alleen maar een verlichte geest ook zuiver kunnen denken, en zo de gecamoufleerde waarheid kunnen ontsluieren.

Het voorspelde einde is nu echter nabij. Maar de gebeurtenissen die zich afspelen in het einde, zullen alleen door weinig mensen bewust kunnen worden gevolgd. Zij moeten echter het navolgende mensengeslacht op de nieuwe aarde in kennis stellen van Mijn Macht en Heerlijkheid. Van het beëindigen van de oude-en het begin van de nieuwe verlossingsperiode, want deze uitverkorenen neem IK weg van deze aarde zodra het einde is gekomen. Maar zodra dit geschiedt zal er een huilen en weeklagen te horen zijn op aarde. Want de gebeurtenis van de wegneming is te zien door alle mensen op de aarde en zal een ontzaglijke ontzetting teweegbrengen, omdat ze buiten de natuurwetten omgaat. En de mensen die nu achterblijven weten dat zij aan het verderf zijn prijsgegeven.

Mijn komen in de wolken kan door deze mensen niet worden gezien, want IK ben niet zichtbaar voor diegenen die aan Mijn tegenstander toebehoren. Alleen de mijnen kunnen MIJ waarnemen en zullen verheugd en lovend de armen naar MIJ uitstrekken.

IK zal ze tot MIJ omhoog trekken voor de ogen van hun medemensen. En bij het aanschouwen van dat gebeuren zullen nog enkelen uit de diepste nood en ellende tot MIJ schreeuwen. Hoewel niet gedreven door hun angst, maar door een plotseling inzicht en een diep berouw. Ik weet van deze weinigen en spreek ze daarom steeds weer aan. Zij hebben slechts een diepe schok nodig om hun weerstand op te geven, en zich van ganser harte aan MIJ over te geven. Dat zijn de mensen die uit hun graven zullen opstaan, (uit het graf van hun doods geloof = opm.v.d.uitg.) en nu worden weggenomen van de aarde omdat IK hun harten ken. Want zij schreeuwen hun geloof naar buiten in het Verlossingswerk van JEZUS CHRISTUS, en vinden daarom verlossing van zonde en dood.

En de "graven" zullen nog velen vrij geven, "doden" die opstaan ten leven. Mensen, die door het laatste gebeuren op deze aarde meer geschokt zijn dan zij willen toegeven. Bij wie alleen het grafdeksel (de geestelijke blindheid = opm.-v.d.uitgJ behoeft weggewenteld te worden, wat de onmiddellijk nà de wegneming beginnende aardschokken teweeg zullen brengen.

Alles wat vóór de wegneming nog zal gebeuren kan bijdragen te helpen tot het ontwaken van de dode zielen. Want de hel zal de kwaadwilligste geesten over de aarde uitspuwen. Maar ook uit het lichtrijk zullen hoge wezens neerdalen. Daardoor zal het worstelen om de zielen van de mensen duidelijk te herkennen zijn, en door de mijnen gevolgd kunnen worden. Zij kunnen nu de vervulling beleven van hetgeen hun tevoren werd voorspeld. Van de mijnen zullen de schellen van de ogen vallen, want nu wordt begrijpelijk wat voor hen tot nog toe verborgen was. Maar de geestelijk ontwaakte mens kan dit gebeuren met zekerheid begrijpen.

Maar omdat de mensen van de eindtijd bijzonder sterk door de wereld in beslag zijn genomen, daarom is hun over de kennis van Mijn heilsplan weinig bekend. Maar toch is juist dat heilsplan de sleutel tot alle openbaringen, die in verhulde vorm de mensen werden gegeven.

Van de afzonderlijke verlossingsperioden weten de mensen niets, zelfs als zij geloven in een vereffening, in een laatste gericht en in een ondergang van de wereld. Zij trachten de openbaringen over het einde volgens hun eigen mening uit te leggen, maar hoe meer zij daarmee met het menselijke verstand bezig zijn, des te verwarrender zijn hun resultaten. Mijn GEEST onthult hen op de eenvoudigste wijze zowel de tekenen, als ook de gebeurtenissen van het einde. De wegneming van de mijnen is de laatste gebeurtenis die zich op deze aarde afspeelt vóór de vernietiging, vóór de totale verandering van de uiterlijke vorm van deze aarde. Deze vernietiging wist alles uit wat op haar leeft, en er blijft voor de mensen geen lange tijd meer om over dit gebeuren te kunnen discussieren.

Dat zou onbetwistbaar een dwang beteken om te moeten geloven, voor de achtergeblevenen. Dan zou geen mens de kennis van een aanwezige GOD meer kunnen ontkennen, en zou gedwongen zijn in MIJ te geloven. Maar zulke middelen om uw geloof te winnen gebruik IK niet. Dus is het einde van deze aarde gekomen wanneer IK de mijnen van de aarde wegneem. En de ontzetting daarover zal samenvallen met de ontzetting over de zekere dood van het lichaam, die de achtergeblevenen nu zien aankomen.

Want dan zal de aarde openscheuren en vuur zal uit haar losbarsten. En de mensen zullen verstard staan en tot geen denken in staat zijn. Uitgezonderd de weinigen die maar een kleine stoot nodig hebben om MIJ te herkennen, en die dan tot MIJ roepen in hun grootste nood. Maar diegenen ken IK en heb daarom ook erbamen met hen, en hun zielen hoeven daarom ook niet het smartelijke lot van de hernieuwde kluistering van de anderen te delen.

Maar wat zich ook zal afspelen, het kon alleen in beeldspraak aan de mensen worden voorgesteld. Zij hadden het nooit kunnen begrijpen zolang hun Mijn heilsplan van eeuwigheid niet duidelijk gemaakt kon worden, en dat liet het lage geestelijke peil van de mensen niet toe.

Maar Mijn Woord werd de mensen te allen tijde gepredikt, en Mijn Woord spoorde hen steeds aan tot werkzaam zijn in liefde. En het navolgen van Mijn Woord en het nakomen van Mijn geboden der liefde zou de mensen ook in kennis gesteld hebben van Mijn heilsplan en dan zou ook de bijbel voor hen begrijpelijk zijn geweest. Want de openbaringen werden steeds begrepen door hen, die door een leven in de naastenliefde tot verlichting van Geest kwamen. Maar hoe dichterbi] het einde is, des te meer verwart het denken van de mensen zich, en des te raadselachtiger is voor hen de beeldspraak die zij alleen met hun verstand proberen op te lossen.

De mensen zouden zich steeds aan dat moeten houden wat IKZelf sprak toen IK op aarde wandelde, als zij Mijn Woorden in ernst in zich zouden opnemen en zouden naleven. En met verbazing zullen zij dan zien dat het helder in hen wordt. Dat zij het volle begrip verkrijgen van alles wat voor hen tot nog toe onbegrijpelijk was. Want dan kan Mijn GEEST in hen werken en voor hen een helder "Licht" ontsteken.

Maar wie gelooft door ijverig te studeren (ook theologie = opm.v.d.uitg.) zelf tot inzicht te komen maar daarbij verzuimt te leven volgens Mijn Wil, die zal steeds meer in een verkeerd denken geraken, en wat hij denkt te ontdekken zal hij weer moeten verwerpen en in zichzelf geen opheldering vinden. Alleen Mijn geboden van de liefde en de vervulling ervan verzekeren u het juiste denken, en dan wordt ook elk woord, iedere voorspelling en iedere aanwijzing op het einde begrijpelijk. Want dan wordt u verlicht door Mijn GEEST Die Zich nooit vergist, en Die u steeds zal leiden in de waarheid.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte