Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6551

6551 Het streven naar de Geestesgaven Het kenmerk van de kerk van CHRISTUS

20 mei 1956: Boek 70

U moet er ijverig naar streven de gaven van de GEEST te verkrijgen, want die kunnen u niet geschonken worden. U moet ze verwerven doordat u uzelf geschikt maakt voor het werkzaam kunnen zijn van Mijn GEEST in u. Geloof niet dat ze u gegeven kunnen worden als u geen arbeid aan uw ziel hebt verricht, wanneer uw wezen zich niet zodanig veranderd heeft dat het tot liefde geworden is.

Uw ziel moet een zekere graad van rijpheid bereikt hebben voordat Mijn GEEST in u kan werken, dit niveau van rijpheid vereist van u een vaste wil om op aarde geheel en al naar Mijn geboden te leven, het stelt zelfoverwinning voorop, een onzelfzuchtig dienen van de naaste en een volledig zich naar MIJ toekeren. Dan pas kan IK Mijn GEEST over u uitgieten en kan de mens die gaven ontvangen waarvoor hij in het bijzonder geschikt is en die zijn verdere arbeid voor MIJ en Mijn rijk bepalen.

Allen kunt u de gaven van de GEEST deelachtig worden, want allen bent u geroepen om ijverig mee te werken voor Mijn rijk. Maar weinigen slechts zijn uitgekozen, want slechts weinigen vervullen de voorwaarden verbonden aan het werken van Mijn GEEST. Slechts weinigen nemen het met de arbeid aan hun zielen zo ernstig, dat ze zich vormen tot een opnamevat van Mijn GEEST en slechts weinigen kan IK daarom toerusten met de gaven van de GEEST.

Wie echter deze gaven bezit is op aarde reeds zalig, want die weet zich innig met MIJ verbonden. Hij weet dat IKZelf in hem werk en hij zal daarom met succes werkzaam zijn voor Mijn rijk.

U mensen kunt dus uw lidmaatschaap van de kerk van CHRISTUS - tot de kerk, die IKZelf op aarde stichtte niet anders bewijzen dan door het bezit van een geestesgave, want dit is het kenteken van Mijn kerk. En er zijn verschillende gaven die getuigen van het werken van Mijn GEEST. Steeds echter komt er een kracht aan het licht die ongewoon lijkt. Er zal in die mens een vermogen te voorschijn komen dat hij zich niet door ijver, studie of lichamelijke kracht heeft eigen gemaakt - maar dat hem klaarblijkelijk werd geschonken, het zij dat hij wonderen verricht, zieken geneest of dat hij in wijsheid onderwijst of de profetische gave bezit.

Al deze dingen bewijzen dat zij tot de kerk van CHRISTUS behoren, want zij hebben het levend geloof in zich dat uit de liefde is voortgekomen. Zij hebben daarom zo'n innige verbinding met MIJ dat IK door Mijn GEEST in hen werken kan, zoals IK dat goed acht voor hun zieleheil en dat van hun medemensen.

U mensen hoeft dus alleen serieus uw best te doen en in de liefde te leven, om tot een levend geloof te komen. Dan zult u ook alles doen wat uw ziel de graad van rijpheid oplevert en dan zult u Mijn tegenwoordigheid in u bewust zijn. En vanuit dit bewustzijn zult u ook over ongewone kracht beschikken, die IK zodanig over u mensen verdeel dat het voor u en voor uw omgeving nuttig is.

En wie zich nu zo'n ongewone geestesgave verworven heeft die is ook een getrouwe dienaar in Mijn wijngaard, want hij werkt met deze gave om zijn medemensen tot een levend geloof aan MIJ in JEZUS CHRISTUS te brengen. Want wie door Mijn GEEST verlicht is, die zal ook steeds van MIJ - zijn goddelijke Verlosser in JEZUS CHRISTUS getuigen, omdat die verlossing door JEZUS eerst moet zijn gebeurd, voordat Mijn GEEST werkzaam kan zijn - voordat Mijn geestesgaven uitgedeeld kunnen worden. Want alleen de mens die door het bloed van JEZUS is verlost, heeft ook de kracht zo aan zichzelf te werken dat zijn ziel de graad van rijpheid bereikt die vereist is geestesgaven te ontvangen.

Met de hulp van JEZUS CHRISTUS kan en zal het u, mensen gelukken. Daarom zal ook ieder geestelijk ontwaakt mens van HEM, DIE Zijn GEEST beloofd heeft, getuigen. En iedereen die een geestelijke gave bezit, getuigt, dat hij door JEZUS CHRISTUS verlossing vond uit de nacht van de dood. En in hem werkt dan Mijn Kracht, in hem schijnt nu Mijn Licht en in hem ben IK Zelf en werk door Mijn GEEST.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte