Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6319

6319 Vrede in God

26 juli 1955: Boek 68

Alleen in verbondenheid met Mij vindt u de ware vrede. Alleen wanneer mijn straal van liefde u treft, voelt u gelukzaligheid. En zelfs wanneer u zult menen aards geluk te hebben gevonden, dan is het toch niet duurzaam zolang u niet met Mij verbonden bent. De ware vrede is alleen in de aaneensluiting met Mij te vinden, omdat alleen de ziel deze gewaar wordt en deze zich niet tevreden stelt met het aardse geluk. Weliswaar kan het denken en streven van de mens alleen aards gericht zijn, dus het lichaam de ziel er eveneens toe bewegen aardse vreugden na te streven, maar de ziel zal zich nooit werkelijk gelukkig voelen, want wat de ziel werkelijk gelukkig maakt, kan alleen in het geestelijke rijk zijn oorsprong hebben. En geestelijke goederen kan ze alleen ontvangen door rechtstreekse aaneensluiting met Mij. Dat zult u mensen pas ervaren wanneer u eenmaal geestelijk gevoed bent, wanneer u daardoor hebt ingezien met welke liefde uw Vader zich naar u over buigt. Dan zal niets anders u ook maar enigszins meer kunnen bevredigen, ook al heeft het lichaam nog verlangens waaraan het zou willen voldoen. Maar alleen dat wat de ziel van Mij uit toestroomt, bereidt haar gelukzaligheid. Dan wordt de ziel gewaar dat haar begeren gestild wordt, terwijl aardse vervulling toch geen echt geluk is, maar alleen een voorbijgaande roes.

Maar wereldburgers begrijpen dat niet. Ze jagen voortdurend alleen aardse goederen en vreugden na en ze trachten het in hen ontstane gevoel van leegte steeds met nieuwe zintuiglijke genoegens te onderdrukken. Ze voelen zich steeds alleen maar zolang bevredigd als ze zwelgen te midden van wereldse genoegens, om met zichzelf en de wereld ontevreden te zijn wanneer een afnemen van deze wereldse vreugden zich voordoet. Ze zullen nooit de ware vrede vinden, omdat Ik zelf Mij het recht voorbehoud deze te verlenen en haar altijd alleen kan uitdelen aan hem die zich op Mij richt en naar ware gelukzaligheid verlangt.

De wereld kan u mensen deze vrede niet geven, want ze is een deel van Mij, ze heeft niets met de wereld te maken. De mensen kunnen zich echter wel midden in de wereld ophouden en toch gelukkig zijn in mijn vrede. En dat zult u mensen moeten nastreven, opdat voor u ook dan het aardse bestaan tot bron van gelukzaligheid kan worden, wanneer u hierin steeds alleen de verbinding zoekt met Mij. En u brengt de verbinding met Mij tot stand door werkzaam te zijn in liefde. Dus zal onbaatzuchtige naastenliefde u wederom de diepste vrede opleveren. U zult niets meer verlangen, maar steeds alleen willen geven en des te dieper en meer gelukkig stemmend zal de vrede zijn die uw ziel vervult. En zelf bent u rijk, want u zult in dezelfde mate ontvangen, zoals u uitdeelt. U zult dus ook aards geen nood lijden, u zult daarom aardse goederen niet meer hoeven te begeren, omdat u alles zult ontvangen wat u nodig hebt, en naar meer geen verlangen hebt. Dan zal de innerlijke vrede uw hart vervullen, die echter niet met de aardse voldoening mag worden verwisseld. Want Ik wil u de vrede geven die de wereld u niet geven kan. Zo luidt mijn belofte, die ook vervuld wordt wanneer u de verbinding met Mij zoekt, wanneer u mijn geboden in acht neemt en in liefde werkzaam zult zijn en Mij daardoor ook de mogelijkheid geeft u te bedenken net zoals u uitdeelt. Dan zal een diepe vrede in uw hart neerdalen en u zult al op aarde gelukkig zijn.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte