Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6273

6273 Het onderwerpen van de wil - Verantwoordelijkheid

2 juni 1955: Boek 67

U draagt geen verantwoordelijkheid meer voor uw aardse leven zodra u zich aan Mij hebt overgegeven, zodra u Mij het recht hebt verleend op u in te werken, zodra u uw wil hebt opgegeven en deze helemaal aan mijn wil onderwerpt. Dan kan Ik voor u handelen. Dan kan mijn wil in u tot zijn recht komen, dan kan mijn geest in u werkzaam zijn die u waarlijk steeds zo zal leiden als het nuttig voor u is. Maar dit vraagt een sterk geloof, een overtuigd geloof dat u mijn kinderen bent en u vol vertrouwen aan uw Vader zult kunnen overgeven omdat Hij u liefheeft en machtig en wijs is.

Wanneer u eenmaal deze verhouding tot Mij tot stand hebt gebracht, dan bent u al op aarde gelukzalig te prijzen. Dan gaat u alleen nog uw weg over de aarde om anderen te kunnen helpen hetzelfde in te zien, want u zelf hebt Mij onderkend en u bent in vrije wil van Mij geworden door de overgave van uw wil aan Mij. Uw denken, willen en handelen worden nu bepaald door Mij en toch hebt u een vrije wil. Uzelf denkt, wilt en handelt zoals het met mijn wil overeenstemt omdat mijn wil in u al zo machtig is geworden dat deze u vervult en u daar niet tegenin zult kunnen handelen.

Maar dan zult u ook niet hoeven te vrezen dat u Mij verdriet zult kunnen doen. Dan zal alles wat u onderneemt goed en juist zijn, zolang u de innige verbinding met Mij in stand houdt. Maar u bent steeds aan verzoekingen blootgesteld. Dat wil zeggen: mijn tegenstander zal steeds deze innige verbinding met Mij willen verstoren doordat hij uw ogen en gedachten op zaken tracht te richten die bij zijn rijk horen. En wanneer het hem lukt dat u een prooi wordt van zijn wensen, dan maakt u zelf de band met Mij losser en dan zult u op uw hoede moeten zijn.

Beveel u daarom elke dag opnieuw aan in mijn liefde en genade en wil dat Ik u leid en voor u zorg, en u zult Mij dan steeds het recht geven Mij tussen u en mijn tegenstander te plaatsen wanneer hij u wil verleiden. Dat is uw zekere wapen tegen hem, dat u Mij tot uw Hoeder maakt, dat u van Mij zult willen zijn en u aan Mij overgeeft. Dan ketsen alle overvallen op u af, dan sluit u uw ogen voor de prikkels van de wereld. Dan zult u alleen voor Mij leven en in Mij, dan zijn al uw gedachten gericht op uw geestelijke voltooiing. Dan lokt u alleen de omgang met Mij en uw arbeid geldt onverdeeld alleen geestelijke doelen. En dan richt u rondom u een sterke muur op die mijn tegenstander niet meer kan neerhalen.

Wat er op de overgave aan Mij aan zegen rust zult u in zijn volle omvang niet kunnen beseffen. Maar wanneer Ik u zeg, dat u dan vrij bent van alle verantwoordelijkheid, van alle zorg om uw geestelijk welzijn, wanneer Ik u zeg dat u dan niet meer zult kunnen vallen omdat Ik u vasthoud en veilig naar boven leid, dan zou u zich nergens anders om bekommeren dan u van mijn liefde te verzekeren. U zult Mij willen toebehoren en nu alles aan Mij overlaten, en het zal goed aflopen.

Maak u daarom geen zorgen over het aardse, want er wordt met alles rekening gehouden wanneer u zich aan Mij overgeeft, zodat Ik voor u zorg. Geestelijk en lichamelijk zult u nu onder mijn hoede staan. En Ik voorzie in geestelijke en lichamelijke behoeften, want elke weerstand die u eens van Mij scheidde, hebt u opgegeven wanneer u zich nu onvoorwaardelijk aan Mij overgeeft. Dan is de scheiding opgeheven. En met Mij verenigd te zijn is een zekere garantie voor denken, willen en handelen volgens mijn eeuwige ordening. Want u zelf bent nu alleen nog uitvoerders van mijn wil, maar in volledige vrijheid, want u ondervindt geen dwang meer van welke kant dan ook omdat u dezelfde wil in u draagt en Mij nu toebehoort tot in alle eeuwigheid.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte