Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5932

5932 Kruisdood - Goede Vrijdag

16 april 1954: Boek 64

Een onvoorstelbaar werk van barmhartigheid voltrok zich door Mijn dood aan het kruis. En dit werk van barmhartigheid betreft de gehele mensheid: de mensen van het verleden, van de tegenwoordige tijd en van de toekomst. Ik ben voor alle mensen gestorven. Ik nam de zondelast van alle mensen op Me, want alle mensen komen met hun oerschuld beladen op de wereld. Deze oerschuld dus bewoog Mij voor de mensheid te lijden en te sterven, omdat Ik deze oerzonde wilde goedmaken bij diegene, tegen wie ze was gericht; omdat Ik de rechtvaardigheid van God genoegdoening wilde verschaffen.

U mensen bent zich noch van de grootte van uw schuld bewust, noch van de diepte van Mijn Liefde, die voor u het verlossingswerk heeft volbracht. Maar hoe ook Mijn lijden en leed u worden omschreven, u zult toch niet bij benadering de mate van lijden en smart kunnen beseffen die Ik voor u heb verdragen, omdat niet alleen het lichaam, maar nog meer Mijn Ziel leed, die voor de zondigheid van de mensen sidderde, die zich niet kon verweren toen alle krachten van de hel tegen haar waren en haar aandeden wat ze haar maar aan kwaad konden aandoen. Want Mijn Ziel was helder en rein. De afstand van haar tot de mensen die in de duisternis verkeerden was enorm en ze bevond zich temidden van demonische sferen, waar haar niets anders dan satanisch werkzaam zijn tegemoet trad.

Mijn ziel, vol van licht en liefde, keek in de diepste diepten en ze huiverde voor zoveel zonde en duisternis. Het lichaam leed eveneens onuitsprekelijk, want wat de mensen maar konden bedenken aan kwellingen en vernederingen, deden ze Mij aan en ze verheugden zich nog over hun afschuwelijk handelen. Tegen Mij was de hel losgelaten. Het was de zwaarste strijd die een mens ooit had uit te vechten: overwinnaar te blijven door de Liefde, die al deze ongelukkige mensen gold die de satan in zijn macht had en aan wie Ik de vrijheid wilde teruggeven.

Ik zag de overgrote verdorvenheid van degenen die Mij pijnigden en leed en stierf toch ook voor hen. Want Ik wist dat ze slechts de handlangers waren van hem tegen wie Ik streed. Ik wist dat de satan zelf tegen Mij was en het doel van Mijn verlossingswerk was hem te overwinnen. De mensheid uit zijn macht te bevrijden was de missie die Ik vrijwillig op Me had genomen toen Ik naar de aarde afdaalde. Mijn Liefde voor de mensen was overgroot en daarom leed Ik des te meer, omdat Mijn Liefde op een manier werd vergolden, dat alleen haat en liefdeloosheid tegen Mij sprak uit alles wat Mij werd aangedaan. Maar Ik wilde lijden, omdat Ik de mensen wilde bevrijden van schuld. En Ik ging bewust de zware weg naar het kruis. Ik dronk de kelk leeg tot op de laatste druppel.

Ik liet geen weldadige bewusteloosheid toe, die Mij voor korte tijd van lijden en kwellingen bevrijdde. Ik dwong Mijn lichaam vol te houden tot Mijn uur was gekomen. Want Ik wilde lijden, omdat er voor u mensen geen ander verlossingswerk mogelijk was dan de gevolgen van alle zonden op te vangen en op Mijn lichaam en Ziel te laden, wat anders ieder mens zelf zou hebben moeten dragen, die daaronder bezweken zou zijn. Ik leed voor de gehele mensheid en moest daarom onmetelijk lijden, omdat de schuld onmetelijk groot was.

Maar u mensen zult zich geen voorstelling kunnen maken van Mijn lijden door de gang naar het kruis, en van de kwellingen van het sterven aan het kruis. Want u zou zelf ineenzakken onder het geweld van de indruk, als Ik u slechts een blik zou willen laten slaan op de uren die aan Mijn kruisdood voorafgingen. Maar eens zult u er zelf aan kunnen deelnemen. Eens zal u duidelijk worden wat Ik voor u heb gedaan en waarom Ik het deed.

En u zult Mij loven en prijzen en eeuwig dankbaar zijn, dat Ik u heb gered van de eeuwige dood, dat Ik u door Mijn verlossingswerk heb bevrijd uit de handen van hem die de dood van uw ziel wilde. En dan zal u ook Mijn Liefde duidelijk worden, die naar u uitgaat tot in eeuwigheid.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte