Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5669

5669 Het werkzaam zijn van de geest in alle geestelijke richtingen - Ware vertegenwoordigers

6 mei 1953: Boek 62

Allen die vanuit mijn geest getuigen, zijn mijn vertegenwoordigers op aarde. Allen die Mij levendig in het hart dragen, zijn van mijn geest vervuld als ze van Mij getuigenis afleggen. Want Ik kan Me aan hen openbaren door de geest en ze spreken dan de zuivere waarheid, daar Ik zelf hun de woorden in de mond leg, omdat Ik het zelf ben die door hen spreekt.

Daarom kunnen er in alle geestelijke richtingen ware vertegenwoordigers zijn, zodra de verkondigers van mijn leer zo innig met Mij zijn verbonden dat mijn tegenwoordigheid verzekerd is en dan ook de zuivere waarheid gegarandeerd is. Want dan kunnen ze alleen maar kunnen spreken in mijn geest. Ze zullen zwijgen over dat wat als dwaling is binnengeslopen. Ze zullen dan steeds dat tot inhoud van hun spreken maken wat geheel overeenstemt met de waarheid, omdat het mijn geest is die hen leidt. Daarom zijn er in alle geestelijke stromingen, in alle geloofsgemeenschappen, geweldige sprekers, die het hart van de mensen aanspreken, die succes hebben bij degenen die van goede wil zijn. Ze verkondigen met ijver het woord van God. Ze zijn overtuigde discipelen, die mijn evangelie uitdragen in de hele wereld.

Maar ze leven ook in de liefde, daar mijn geest anders onmogelijk in hen werkzaam kan zijn.

Dit is het teken dat een mens een ware verkondiger van mijn leer is: dat hij zelf de liefde beoefent, dat hij van de liefde voor Mij en voor de naaste zo doorstraald is, dat Ik zelf in hem aanwezig kan zijn en hij daarom een bruikbaar werktuig is voor Mij. Laat u daar onderrichten, waar liefde is te herkennen. Neem daar mijn woord in ontvangst, want daar wordt u waarheidsgetrouw onderricht. Daar zal u uitsluitsel gegeven kunnen worden, omdat Ik zelf daar ben waar de liefde is.

Want mijn woord kan ook worden gepredikt zonder leven. Het kan letterlijk worden overgebracht en het zal zonder kracht zijn en op de toehoorders weinig indruk maken, tenzij dezen vol verlangen zijn naar mijn woord.

Dan verlicht mijn geest hun denken en kunnen ze het dode woord ook zelf tot leven wekken. Het zal voor hen zo begrijpelijk zijn als zou een van liefde vervulde, geestelijk verlichte verkondiger het hun hebben aangeboden.

Mijn woord heeft kracht in zich, die door de liefde in de mens tot uitdrukking komt.

De van liefde vervulde verkondiger kan deze kracht uitstralen op de toehoorders, maar ook de luisteraar moet van liefde vervuld ernaar verlangen om door Mij te worden aangesproken, opdat het hem tot zegen zal strekken. Daarom zult u mensen zonder bezwaar iedere verkondiger van Gods woord gehoor kunnen schenken. Zodra u zelf het diepe verlangen hebt Mij te horen, zult u Mij ook horen. Maar zonder geest aangeboden en zonder geest ontvangen, blijft het een dood woord zonder zegen en kracht.

Ik behoed waarlijk allen die van goede wil zijn voor onjuiste opvattingen, zodra ze ernstig naar de waarheid streven, zodra ze zich tot Mij zelf wenden, opdat Ik hun geest zal verlichten. Maar wie lui en onverschillig is, wie luistert naar wat hem wordt verkondigd, zonder innerlijke drang de waarheid te weten te komen, diens gedachten zullen verward en verduisterd zijn. Want hij zelf doet er niets voor om zich licht te verschaffen. Hij laat zich door de stroom meevoeren zonder na te denken waarheen hij wordt gevoerd. En deze is waarlijk alleen het lot beschoren waaraan hij zelf schuldig is.

Onwetendheid of onjuist weten dat hem nooit de rijpheid van ziel zal opleveren. En hij zal nooit ter verontschuldiging kunnen aanvoeren, verkeerd onderricht te zijn, want alleen zijn wil was het, die zijn onwetende toestand heeft veroorzaakt. Maar wie wil dat hij in de waarheid wandelt, zal ook onderricht worden in de waarheid, indien hij zich tot Mij zelf wendt, de waarheid van eeuwigheid.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte