Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5607

5607 De wegneming

20 februari 1953: Boek 61

Slechts een kleine schaar zal MIJ bij het einde van de aarde kunnen aanschouwen in alle Heerlijkheid, want dezen zullen weggenomen worden voor de ogen van hun medemensen. De achterblijvenden zijn dan prijsgegeven aan de lichamelijke en wat veel erger is, aan de geestelijke dood. Zo gauw de mijnen de aarde verlaten hebben zal de vernietiging plaats vinden en alles wat in, op en boven de aarde leeft zal door de vlammende elementen verteerd worden, die uit de aarde losbreken en geen scheppingswerk overslaan. Maar de mijnen zullen door dit vernietigingswerk niet getroffen worden, want IK zal hen voordien al wegnemen. De aanblik van hun plotselinge wegneming zal de mensen met ontzetting slaan, want de mijnen zullen voor hun ogen in de hoogte verdwijnen. Zien kunnen MIJ echter alleen de mijnen als IK kom in alle pracht en heerlijkheid, voor de anderen blijf IK onzichtbaar omdat nimmermeer MIJ in heerlijkheid zal aanschouwen die een prooi is van Mijn tegenstander. Maar voordat zij tot bezinning komen over de bovennatuurlijke verschijning der wegneming is hun einde reeds gekomen, want de aarde zal zich openen en allen verslinden die van MIJ afgevallen zijn - en het ook blijven tot het einde.

De gebeurtenis van de wegneming is onbegrijpelijk voor de mensen van deze aarde, want er speelt zich iets af wat helemaal in strijd is met de wet. Iets tegen-natuurlijks, dat ongelooflijk lijkt voor hen die niet in MIJ geloven en niets van Mijn heilsplan van eeuwigheid weten. Toch zal het gebeuren zoals IK het u heb aangekondigd: de nog in het lichaam levende mensen verplaats IK naar een oord waar vrede is, en dat geschiedt in een ogenblik. Zij zelf zullen deze gebeurtenis bewust beleven en vervuld zijn van lof en jubel voor MIJ. Zij hebben de test van getrouwheid doorstaan en ontvangen daarvoor nu het loon, voor hun liefde en hun geloof in MIJ daarvoor open IK voor hen nu het paradijs.

Dan zal weer een nieuwe verlossingsperiode beginnen en de mijnen zullen de stam zijn van het nieuwe geslacht op de nieuwe aarde. Maar alleen het geloof kan dit bevatten, het verstand verweert zich hier tegen en zal twijfelen tot de dag van het einde gekomen is.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte