Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/5056

5056 "Waar twee of drie verzameld zijn in mijn naam ...."

7 februari 1951: Boek 57

Waar twee of drie verzameld zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden. Mijn aanwezigheid trekt u zelf naar u toe als u Mij aanroept in uw hart. Als u om mijnentwil samenkomt, als u Mij tot het onderwerp van uw gesprekken maakt. Ik ben in uw midden en meng Me in uw gesprekken, want Ik vervul u met kracht en leid uw gedachten in goede banen. Daarom zult u steeds zeker kunnen zijn van mijn aanwezigheid en ook dat Ik alles verdrijf wat u vanaf duistere zijde in het nauw zou willen brengen. Want waar mijn licht straalt, daar vlucht het duistere geestelijke dat u schade wil berokkenen. Dan bent u ontoegankelijk voor zijn kwade invloed en staat u open voor de lichtstralen vanuit het geestelijke rijk. Dan zult u ook mijn woord vernemen zoals het van Mij uitgaat, en zijn kracht en werking voelen.

Ik zelf vertoef in uw midden en deel mijn genadegaven uit, ieder bedenkend naar behoefte. En uw ziel zal jubelen omdat Ik zelf haar voedsel geef. Dan eet u allen aan de tafel des Heren. Ik deel uit en u ontvangt. Brood en wijn, mijn vlees en mijn bloed. U bent mijn gasten die Ik voor het avondmaal heb uitgenodigd en die gewillig aan mijn uitnodiging gevolg hebben gegeven, en daarom uitermate rijk door Mij bedacht zullen worden met hemelse gaven, met mijn woord dat kostelijke verkwikking is voor uw ziel. Wanneer Ik bij u tegenwoordig ben zult u nooit gebrek hoeven te lijden, want uw Vader zorgt waarlijk bovenmate rijk voor Zijn kinderen die Hem liefhebben en Hem gehoorzaam willen zijn. Komt u nu in mijn naam bijeen, dan dringt u ook als kinderen naar Mij toe, naar uw Vader, en mijn hart verheugt zich over uw liefde en komt naar u toe om u ook mijn liefde voor u kenbaar te maken.

Elke roep vanuit een liefdevol hart, elk verlangen naar Mij vervul Ik. Want Ik wil met u spreken en Ik wil dat u naar Mij luistert. Ik ben steeds bij u als u Mij toegang verleent tot de kring terwijl u wacht. Waar mijn naam valt, uitgesproken met de mond of ook in het hart, daar is de plaats waar Ik Me graag ophoud, ofschoon u niet in staat zult zijn Mij met lichamelijke ogen te zien. Elke gedachte van u trekt Me aan, dus hoeft u ook niet te twijfelen aan mijn aanwezigheid. En waar de mensen samenkomen om met elkaar te spreken over mijn rijk, daar is ook de mogelijkheid gegeven Mij zelf te uiten. Want hun harten hebben totaal geen weerstand tegenover mijn goddelijke kracht en deze kracht maakt bij hen de tongen los. Ze spreken, gedreven door mijn geest. Hun gedachten zullen op het juiste gericht zijn, omdat ze nooit in dwaling kunnen verkeren waar Ik zelf werkzaam ben. Mijn werkzaam zijn is zeker als een mens Mij in liefde is toegedaan. Op geestelijke gesprekken zal altijd mijn zegen rusten, want ze zijn voor Mij toch het bewijs dat mijn kinderen ernaar verlangen in de waarheid te staan, dat ze Mij liefhebben en dat hun denken naar Mij uitgaat.

Waar twee of drie verzameld zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden. Deze woorden van Mij zult u serieus moeten nemen, want ze zijn een belofte mijnerzijds die u te allen tijde troost en kracht kan geven, zodat u nooit alleen bent als u aan Mij denkt. En vol vertrouwen zult u dan ook elke hulp van Mij kunnen verwachten, want als Ik bij u ben zie en hoor Ik ook uw leed. Ik ken elk verzoek van uw hart en vervul het naar uw geloof. Ik vertoef in uw midden. Hoe sterker dit geloof aan mijn aanwezigheid is, des te sterker zal ook uw geloof aan mijn hulp zijn als u in nood bent. Maar Ik wil ook dat u Mij zult vragen en zo uw geloof aan mijn tegenwoordigheid bewijst. En daarom zegen Ik degenen die zich openstellen en naar mijn antwoord luisteren, die bereid zijn mijn stem te vernemen als Ik tot hen spreken wil. Want Ik spreek steeds door de mond van uw medemensen, het zij in woord of weerwoord, of ook in het rechtstreeks toespreken van degene die binnen in zich luistert naar mijn stem.

Ik wil Me aan u mensen openbaren en ben daartoe steeds bereid, maar niet altijd vind Ik mensen die ook bereid zijn naar Mij te luisteren. Aan hen geef Ik in overvloed woorden van liefde en wijsheid, woorden van raad en vertroosting zoals Ik het heb beloofd. Want als Ik in uw midden ben, wil Ik Me niet verborgen houden. En daar u niet in staat bent Mij te zien, zult u Mij moeten horen. En zalig zij die geloven en in mijn naam samenkomen, want Ik zal ze zegenen. En ze zullen mijn zegen voelen als kracht die zich uit in het verlangen naar boven, naar Mij en naar het eeuwige leven.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte