Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/4996

4996 Kwade machten worstelen heviger om de ziel vóór het einde

9 november 1950: Boek 56

De demonen omringen u en proberen aanhoudend een verbinding te verstoren die er tussen het geestelijke rijk en de aarde bestaat. En dus proberen ze op uw wil in te werken, om een licht te doven dat u, mensen de weg helder moet verlichten in de laatste tijd vóór het einde.

De boden die IK gezonden heb, worden vaak door deze duistere wezens in het nauw gebracht, omdat ze het licht haten en schuwen, omdat ze het in hun duisternis niet kunnen verdragen. Maar de lichtwezens beschermen u en laten het niet toe dat u in de strijd tegen de duistere machten het onderspit delft.

Het is een worstelen van beide machten, zowel om uw ziel, alsook om de zielen van hen die de weg naar de Bron des levens gevonden hebben en zich daaraan willen laven. En beide proberen de overhand te verkrijgen. Het is de laatste tijd vóór het einde. En de satan heeft veel macht. Maar dwingen kan hij de mensen die MIJ liefhebben en op MIJ aansturen, niet.

Maar hen erg in het nauw brengen en hun zielen verontrusten, zal hij steeds, en dit zijn de verzoekingen waaraan u - Mijn werkers en knechten op aarde - altijd bent blootgesteld. Maar u moet noch de verzoekingen noch de verleider zelf vrezen, want Mijn Liefde beschermt allen die MIJ zijn toegedaan.

En daarom moet u zich niet in de war laten brengen, maar onbezorgd de weg der waarheid verder bewandelen, de weg van het licht die naar MIJ voert en die de tegenstander u niet kan versperren ondanks list en geweld. Want deze weg is Mijn gebied en wie erover gaat, is tegen alle aanvallen van de vijand gevrijwaard.

Hij kan niet bij hem komen, omdat het heldere Licht hem verblindt en zijn intriges herkend worden als hij probeert hem met list van de rechte weg af te lokken. Veel demonen omringen u, maar u schade toebrengen kunnen ze niet, zolang u uw toevlucht tot MIJ neemt in gebed, zolang u MIJ in uw hart bent toegedaan en MIJ alleen dienen wilt.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte