Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/4868

4868 Liefde voor de naaste

29 maart 1950: Boek 55

Wat u voor de geringste van mijn broeders doet, dat hebt u voor Mij gedaan. En daarmee bewijst u Mij de liefde voor Mij en voor de naaste. Want een werk van naastenliefde is tevens een bevestiging van de liefde tegenover Mij en zal u veel rijker maken dan wat u hebt opgegeven. En wie is uw naaste? Ieder mens die hulpbehoevend is en zich met een verzoek tot u richt, ongeacht of dat wordt uitgesproken of dat het onuitgesproken blijft. Want u zult het zelf beseffen wanneer uw hulp noodzakelijk en zinvol is, zodra de vonk van de liefde in u opvlamt en de nood van de medemens u raakt.

Maar u zult ook in overvloed kunnen leven en zonder een offer te brengen een werk van naastenliefde verrichten. Het wordt echter niet als zodanig beschouwd wanneer de liefde u ontbreekt, wanneer u helpt om van een lastige smekeling af te komen of om voor de medemensen uit te blinken. Er zijn zoveel motieven die de mensen ertoe kunnen brengen hulp te verlenen. Maar voor Mij telt alleen een werk van barmhartige naastenliefde, waartoe het hart u aanzet. En u zult de ervaring opdoen dat, wanneer de liefde in het hart van de mensen bekoelt, de hulp voor de medemensen wordt georganiseerd en dat nu in zekere zin mechanische werken van liefde worden verricht die wel de nood van de medemensen kunnen lenigen, maar die niet als werken van naastenliefde, als vervulling van mijn geboden van de liefde kunnen gelden en die daarom ook geen verlossing kunnen brengen. De linker hand moet niet weten wat de rechterhand doet. Het moet een geven in stilte zijn. Doch het zijn niet alleen materiƫle gaven die als werk van naastenliefde worden bestempeld. Elke andere hulpverlening, elke lieve blik en elk goed woord kan als liefdewerk worden gewaardeerd, als het uit het hart komt.

De geestelijke nood en de zielennood van de mensen is vaak nog groter dan de aardse nood en daar zult u hulp moeten bieden door bemoedigende woorden en vertroosting in het leed, door geestelijk op te bouwen, door het overbrengen van mijn woord en het terugvoeren naar het geloof waar zoiets nodig is. Dat alles valt onder het gebod van de naastenliefde. En Ik vraag van u alleen een week, meevoelend hart, en u zult mijn gebod van de liefde voor Mij en voor de naaste vervullen en ook de liefde in het hart van de naaste opwekken, die daardoor ook op de juiste weg kan worden geleid. Dan hebt u dubbel loon verworven. Maar niet ter wille van het loon zult u moeten helpen, alleen uit liefde voor Mij en dan zullen al uw werken gezegend zijn.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte