Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/4861

4861 Overal weerklinkt de Stem van GOD De ernst van de tijd

21 maart 1950: Boek 55

U leeft in een buitengewoon ernstige tijd en u wordt daar ook voortdurend op gewezen, daar het niet om de aardse ontwikkeling van het wereldgebeuren gaat maar om de geestelijke ontwikkeling van de mensen. U moet leren inzien dat de mensen zich in gevaar bevinden en staan in 't aangezicht van het aanstaande einde.

U moet het zelf toegeven dat ongewone gebeurtenissen uw gedachten op geestelijke problemen richten, en u moet ook toegeven dat de aanwijzingen over het einde overeenstemmen met alle voorspellingen die het einde betreffen. Daarom moet u deze voorspellingen ook in acht nemen en dankbaar denken aan HEM, DIE u waarschuwt en vermaant. U moet dus elke aanwijzing ernstig nemen en inzien dat al het aardse gebeuren (rampen, catastrofen, ziekten, experimenten, oorlogen etc. =opm.v.d.uitg.) in verband staat met het ontwikkelingsproces van de mensheid.

U moet weten dat elke gebeurtenis slechts een middel is om de mens aan te sporen tot zielearbeid, opdat hij vrijwillig naar GOD streeft. En deze tijd is daarom zo ernstig, omdat de gevolgen van de aardse levenswandel voor de mens van de grootste betekenis zijn. Want de verzuimde of verkeerd gebruikte tijd is niet meer in te halen, terwijl de verantwoording niemand bespaard blijft.

Alle vermaningen en waarschuwingen zijn alleen op zo'n manier mogelijk dat ze geen dwang tot geloven betekenen. Zij wijzen wel op het einde en op de Schepper en Behouder van alle dingen, maar bewijzen niets. En daarom zijn er slechts weinig mensen die in deze tekenen het daarop volgende einde erkennen en zich nu, in het bewustzijn van de geestelijke nood, geheel aan GOD toevertrouwen. En deze weinige moeten spreken van GOD en Zijn rijk en moeten proberen hun overtuigd geloof tot de medemensen over te brengen, en zij moeten te allen tijde in verbinding blijven met hun VADER van eeuwigheid. Zij moeten de vermaningen en waarschuwingen aanvaarden, om ze dan door te geven aan hen, die nog ver van GOD verwijderd zijn.

Wie dus ogen heeft om te zien die moet ook kijken, en wie oren heeft om te horen moet ook luisteren. Overal weerklinkt de Stem van GOD en overal is ZIJN werken te constateren. Overal worden de gedachten van de mensen vanuit den hogen beïnvloed, maar hun wil is vrij. En op geen mens oefent GOD dwang uit, zelfs dan niet als een buitengewone belevenis het ingrijpen van GOD laat zien. De afstand tot het einde wordt steeds kleiner en het aantal tekenen van de eindtijd zal steeds groter worden. Voor ieder mens wordt daardoor het geloven gemakkelijker gemaakt, want als zijn wil goed is zal hij zich voor deze aanwijzingen niet doof houden.

GOD werkt met Zijn genade overal in de wereld en overal flitsen kleine lichtjes op waarvan de stralen doordringend kunnen zijn, als zij niet verduisterd worden door de mens zelf. Door zijn onwil zich aan de werking van deze stralen (het licht der waarheid =opm.v.d.uitg.) over te geven. En gezegend is hij die zulk een lichtstraal volgt en zo de tijd van het einde niet in geestelijke duisternis behoeft door te brengen. Want hij zal dan met zekerheid de juiste weg volgen die tot het doel voert, die tot GOD voert, zijn VADER van eeuwigheid.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte