Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/4804

4804 De moeizame weg omhoog - Aardse beloning

28 december 1949: Boek 55

Wat u tot uw heil strekt is uw levenslot. De opvoeding van een mens tot kind van God zal altijd een lijdensweg zijn, die gegaan moet worden met een wil die naar Mij is gekeerd tot aan het eind, opdat Ik het dan kan opnemen in mijn rijk, opdat Ik het aan mijn hart kan drukken om hem zijn trouw te belonen. En zo moeten ook zielen van het lichtrijk deze weg gaan, wil hun belichaming op aarde het resultaat opleveren ter wille waarvan ze de belichaming zijn aangegaan.

Een leven op aarde zonder tegenspoed en lijden beperkt ook de mogelijkheden om rijp te worden en is alleen diegenen beschoren die geen aanstalten maken geestelijke rijkdom te vergaren, die dus alleen aardse doelen nastreven, zich aan mijn tegenstander verkopen, die hun wereldse ondersteuning verleent om hun zielen niet meer te verliezen.

Benijd daarom nooit mensen bij wie alles lukt, die aards genieten in een luxueus leventje en weinig beproeving hebben te verduren. Weet dat hun zielen vanaf het begin van hun belichaming tot aan het einde bijna geen vooruitgang boeken, dat ze wel leven doch ten prooi zijn gevallen aan de geestelijke dood, dat ze dus als het ware op aarde al het loon ontvangen voor daden, die niet de liefde als motivatie hadden, maar toch de medemensen hebben geholpen in hun noden. Niets blijft de mens onbeloond, doch wee, wanneer alleen aards loon wordt gegeven. Armzalig zullen de mensen na hun dood het hiernamaals binnengaan en groot zal daar hun nood en duisternis zijn.

Duld alles wat u wordt opgelegd en vermeerder uw geestelijke goederen wanneer aardse nood op u drukt, opdat u in het geestelijke rijk wordt beloond en daar geen gebrek hoeft te lijden. En weet dat alleen een weg vol doornen u naar het doel leidt, dat het de rechte weg is die erg moeizaam en steil omhoog voert. En als de weg vlak is, vraag dan om een snel opwaarts gaan en om kracht om elke nog zo lastige weg te kunnen gaan. En kijk niet vol afgunst naar diegenen die kunnen genieten van hun aardse leven, want eens zijn ze te beklagen, terwijl u nog het rechtmatige loon in het vooruitzicht hebt, dat Ikzelf u geef als u mijn rijk bent binnengegaan.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte