Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/4080

4080 Gods Liefde en Erbarmen in de laatste tijd voor het einde

8 juli 1947: Boek 50

Gods grote Liefde en Erbarmen zal duidelijk aan het licht komen in de laatste tijd voor het einde, waarin de gelovigen in de meest benarde toestand leven. Het zal een tijd zijn van bitterste nood voor de mensen die Hem trouw willen blijven, want de tegenstander zal rigoureus optreden tegen iedereen die voor zijn geloof en voor Jezus Christus en Zijn leer opkomt. De maatregelen die worden getroffen om het ongeloof door te drijven, zullen zo scherp zijn, dat de mensen weinig weerstand bieden en bijna uitsluitend zullen verklaren tegen God te zijn.

Maar zij die bekend zijn met de waarheid, die in liefde leven en daarom ook in het juiste Godsbesef, die Jezus Christus als Verlosser aanroepen om Zijn bijstand, dezen zullen in de maatregelen ook diegene herkennen, die als antichrist is aangekondigd voor de laatste tijd voor het einde. En ze zullen daarom des te standvastiger zijn en in vol vertrouwen wachten op Gods hulp en op Zijn komst. En dezen zullen ook niet worden teleurgesteld. Gods grote Liefde zal hun duidelijk worden, want Hij is hen te allen tijde nabij, zodat ook de ongelovigen Hem zouden kunnen herkennen, als ze niet van slechte wil en daarom geheel in de macht van satan zouden zijn.

Maar wie nog zwak is en niet geheel van God afvallig, die pakt de Erbarmen Gods nog vast en er worden hem veel bewijzen geboden van het goddelijk werkzaam zijn, zodat het hem gemakkelijk wordt gemaakt te geloven en stand te houden tegen alle bedreigingen door de wereld. Alleen de goede wil mag niet ontbreken, dan zal Gods Hand zich nog in het laatste uur naar hem uitstrekken.

Wat er in deze tijd gebeurt, is de mensen moeilijk te voorspellen. Want steeds weer bedenkt de satan nieuwe plannen en overtreft hij zichzelf in wreedheden, in onmenselijke maatregelen en schandalige handelingen tegen de gelovigen. Schijnbaar is het lot van de gelovigen ondraaglijk en toch zullen ze zoveel Kracht van God betrekken, dat ze al het moeilijke kunnen verdragen en de nood niet zo voelen, omdat hun blik op de hemel is gericht en de wereld en het aardse hen niet meer lokt. Tevens horen ze de Stem van de Heer. Ze weten dat Hij de dagen zal verkorten, want Zijn belofte heeft hun de troost gegeven en dus rekenen ze er elke dag op dat verlossing uit de aardse nood hun ten deel valt.

En toch komt de laatste dag ook voor deze nog bij verrassing. Hij zal komen wanneer er geen mogelijkheid meer bestaat zielen te winnen. En dit zal heel gauw het geval zijn, want de scheiding zal spoedig voltrokken zijn. De moed om getuigenis af te leggen is slechts gering en de beslissing voor of tegen God wordt in korte tijd geƫist. En daarom zal ze ook de inleiding zijn van het einde, want de kwelling, waaraan de gelovigen nu zijn blootgesteld, vereist de hulp van God, daar anders een gevoel van zwakte zich ook van de kleine schare van de zijnen meester zou maken. En God zal dit nooit toelaten. En zo zal Hij komen als Redder in de hoogste nood en Hij zal de zijnen tot Zich halen. En dan komt het oordeel, zoals het is verkondigd in woord en geschrift.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte