Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/3936

3936 Gods wil om te helpen is groter dan de nood

15 december 1946: Boek 49

Groter dan de wil van God om te helpen is de nood nooit. Hij weet waarom Hij ze over u laat komen en zodra ze haar doel heeft bereikt, dat ze u tot de innige verbinding met Hem heeft aangespoord, zal Hij ze ook opheffen en u zichtbaar te hulp komen. Want Zijn macht is eindeloos groot en Zijn liefde is eindeloos diep. En als u gelooft dat Hij u niet zonder reden wil laten lijden, dat Hij alleen het goede voor uw ziel daarmee beoogt, hoeft u zich alleen aan Hem en Zijn genade over te geven en Hij zal u helpen in elke nood en elke benarde toestand.

Maar steeds zult u het lot van uw ziel voorop moeten stellen. Steeds zult u in de eerste plaats erop bedacht moeten zijn geestelijk te rijpen, dat wil zeggen de wil van God te vervullen, want alleen om die reden bent u op de wereld, dat u zich vormt naar de wil van God. Slaat u geen acht op Zijn wil, dan zult u daar door leed toe moeten worden gebracht. Maar komt u uit vrije wil Zijn wil na, dan zal het leed voor u ook steeds te verdragen zijn, ofschoon u het ter wille van u zelf of van uw medemensen op u zult moeten nemen. Want in een tijd van een geestelijk laag niveau waarin de gehele mensheid nalatig is in het vervullen van de goddelijke geboden, moet er ook over de gehele mensheid leed en nood komen in vergrote mate, wil ze veranderen en het doel van haar aardse leven vervullen.

Begrijpelijkerwijs zullen ook die mensen er nu door getroffen worden die zich de goddelijke wil steeds tot richtsnoer van hun levenswandel maken, maar steeds zal voor dezen de nood te verdragen zijn. Steeds zal Gods hulp voor hen duidelijk te herkennen zijn, steeds zal Hij hun Zijn liefde laten voelen en hen bijstaan op grond van Zijn almacht en Zijn liefde die steeds bij de zijnen kenbaar zal worden. Want Hij wil hun geloof versterken. Hij wil zich zelf aan hen openbaren als steeds hulpvaardige, welwillende Vader die Zijn kinderen niet in de nood zal laten als ze tot Hem roepen om hulp. En elke aardse en geestelijke noodtoestand moet de mensen ertoe aanzetten Hem te roepen in hun hart, in geest en in waarheid. Want door het innige aanroepen van God verbindt de mens zich met Hem en kan hij de kracht van Hem in ontvangst nemen die nodig is om zijn ziel rijp te laten worden.

En steeds weer uit God zich duidelijk tegenover de zijnen. En wie daarop let kan zich dagelijks en ieder moment overtuigen van Zijn liefde en zorg en hij zal Hem prijzen en loven in uw hart en Hem dankbaar zijn. Want geen nood is groter dan de macht en liefde van Degene die ze zendt. Steeds weet Hij een uitweg, zelfs wanneer aards de nood onoverwinnelijk schijnt. Geloof daarom in Hem en twijfel niet aan Zijn liefde. Want ze pakt u vast en zal u nooit meer laten gaan, opdat u Hem zult moeten onderkennen en van Hem zult worden en blijven tot in alle eeuwigheid.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte