Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/3708

3708 Het komen in de wolken - Het definitieve einde

9 maart 1946: Boek 47

Aan Mijn komst in de wolken gaat de grootste lijdenstijd vooraf die de aarde ooit gezien heeft, zoals het verkondigd is in woord en geschrift. Daar wijs IK de mensen voortdurend op en heb dat gedaan sinds het begin van dit tijdperk, om alle zeer nadrukkelijk tot bekering te vermanen die niet hetrechte pad bewandelen. En vanwege deze mensen liet IK steeds van tijd tot tijd plagen over de aarde komen die het naderende einde in hun geheugen moesten roepen, opdat zij zich ernstig bezorgd zouden maken over hun zielen en dan veranderen.

Maar het definitieve einde was nog niet gekomen, de tijdsduur die IK, volgens Mijn plan van eeuwigheid, vastgesteld heb voor de verlossingsperiode, was nog niet voleindigd. De aarde was nog niet rijp voor dat laatste vernietigingswerk, en evenzo waren de zielen van de onverbeterlijke mensen nog niet rijp voor de volledige ondergang, d.w.z.om ze opnieuw te kluisteren in de scheppingen van de nieuwe aarde.

Maar Mijn voorspellingen werden steeds weer vervuld in tijden van grote geestelijke nood; er kwamen rampen en noden over de aarde in verhoogde mate, zodat telkens met elke tijd van nood het einde gevreesd moest worden. Het was echter Mijn Wil dat voor de mensen steeds geheim bleef wanneer het einde voorgoed komt. Min of meer waren zulke tijden van nood ook nuttig voor de daardoor getroffen mensen, daar zij de weg tot MIJ weer terugvonden en een andere verhouding tot MIJ kregen dan tevoren.

Desondanks vervielen zij steeds weer tot het kwade. Zij werden steeds hardnekkiger en steeds groter werd daardoor ook hun afstand tot MIJ - hun weerstand tegen MIJ. Zodoende is nu de tijd gekomen waarin geen voorspellingen, geen vermaningen en waarschuwingen meer helpen, waarin de mensheid niet onder de indruk komt, ook niet van het hardste aardse leed, d.w.z. ook dit brengt niet teweeg dat de mensen MIJ herkennen en tot MIJ in de juiste verhouding komen. Hun wil blijft van MIJ afgekeerd en zij zijn alleen nog aards gezind en streven naar geen enkele geestelijke vooruitgang. Geen nog zo harde nood vermag het denken van de mensen te veranderen, en zodoende is nu de tijd van het einde onherroepelijk gekomen zoals IK het van eeuwigheid voorzag.

De aarde heeft opgehouden om voor de erop levende mensheid een verblijfplaats te zijn waar de geest zich kan ontwikkelen, en wordt daarom opgelost en in haar scheppingen totaal omgevormd, opdat dan op de nieuwe aarde een nieuwe verlossingsperiode kan beginnen. Maar eerst zal nog een groot leed over de aarde komen opdat de laatsten die Mijn Stem daarin herkennen, zich nog verzamelen. En ook de mijnen moeten dit leed meemaken, wel door MIJ op buitengewone wijze gesterkt maar er toch door aangeraakt, zodat zij met verlangen Mijn komst verwachten die IK alsmaar verkondigd heb, voor het einde van deze aarde.

En als die nood ondraaglijk wordt en de gelovigen zich in de grootste verdrukking bevinden en aards geen redding meer zien, kom IKZelf. Er zal een gejubel zijn onder de mijnen als zij MIJ zien in alle Heerlijkheid; voor hun ogen echter nog door wolken omhuld die de kracht van Mijn Licht temperen, opdat de mijnen die nog deel uitmaken van de aarde MIJ verdragen kunnen. Maar jubelen en juichen zullen zij over de vervulling van Mijn Woord.

De grote nood tevoren die IK steeds weer aankondigde door Mijn.zieners en profeten, door Mijn dienaren op aarde, heeft hun geloof versterkt opdat alles zo uitkomt zoals IK het voorspeld heb - en zodoende verwachten zij in vol vertrouwen Mijn komen in de wolken. Toch kom IK plotseling en onverwachts ook voor de mijnen, want IK verkort de dagen van nood daar ze ondraaglijk worden. IK wil niet dat de mijnen falen in het aangezicht van de grote verdrukking, daarom haal IK ze in Mijn rijk op de juiste tijd vóór het einde. Want Mijn Woord is waarheid en wordt vervuld evenals nu ook de tijd van het definitieve einde gekomen is.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte