Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/3596

3596 God is het Woord - De tegenwoordigheid van God - Verschillende manieren van toesturen van het woord

7 november 1945: Boek 46

En dus ben Ik in het woord midden onder u, zoals Ik het beloofd heb. Ik laat u niet alleen en mijn aanwezigheid zult u ook voelen. En zo kom Ik u nader in het woord, want het Woord ben Ik zelf en wie mijn woord heeft, kan ook van mijn aanwezigheid spreken en zich zeker voelen in mijn nabijheid.

Ik zelf ben een Geest die niet materieel gebonden is in een vorm, maar die kracht en licht is in de hoogste graad en die door Zijn wil en Zijn denkvermogen als Wezen moet worden betiteld, die in liefde en wijsheid werkzaam is en dus licht en kracht laat uitstralen in de oneindigheid. En mijn liefde geeft de kracht en het licht een vorm, opdat u mensen u van hen bewust wordt - u die nog niet rijp genoeg bent om kracht en licht in zijn oer-substantie te ontvangen. En deze vorm is mijn woord, dat Ik aan u overbreng opdat u de rijpheid zult verkrijgen.

Een Geest die in zichzelf licht en kracht is, kan ook alleen maar in de vorm van licht en kracht aanwezig zijn. En dus moet mijn woord, de uitstraling van Mij zelf, licht en kracht bevatten. En dit kenmerkt mijn nabijheid. En dus heb Ik u de belofte gegeven onder u te vertoeven tot aan het einde der wereld, doordat mijn geest voortdurend bij u is die licht en kracht wilt ontvangen, doordat mijn woord voortdurend tot u komt, rechtstreeks van Mij uitgaand om u mijn aanwezigheid kenbaar te maken.

Ik ben bij u. En al ben Ik ook niet zichtbaar bij u, zo hebt u toch een bewijs van mijn aanwezigheid in handen als u Mij in het woord herkent. Want Ik zelf ben het Woord. En u ontvangt het onophoudelijk, zodra u Mij en mijn nabijheid begeert. Wie Mij dus herkent in het woord, zal ook diep gelukkig zijn vanwege mijn nabijheid. En elke twijfel, elke bangheid en elke zorg zal van hem afvallen, omdat hij die Ene naast zich weet, die hem helpend bijstaat in elke nood van lichaam en ziel.

Bijgevolg is mijn woord kracht en zegen brengend, want wie mijn woord begeert, opent voor Mij de deur van zijn hart, waardoor Ik nu binnen kan komen om bij hem mijn intrek te nemen. En Ik verlaat hem eeuwig niet meer als zijn wil eenmaal Mij geldt en hij Mij in het woord heeft herkend. Want het woord is de vorm waardoor Ik me uit, waardoor de volmaakte Geest van eeuwigheid zich aan de onvolmaakte wezens kenbaar maakt om hen tot volmaaktheid te brengen.

Ik ben dicht bij u. Wat aarzelt en vreest u dan nog, die mijn woord hebt, die het rechtstreeks ontvangt of verneemt door de mond van de ontvanger? Ik ben bij u allen, omdat u Mij uw liefde betuigt door het verlangen naar mijn woord. En het zij u gezegd, dat pas het toestromen van mijn woord u het zekere bewijs geeft dat Ik zelf bij u ben. Wie Mij niet wenst te horen, die verlangt niet naar mijn nabijheid. Zijn hart dringt hem niet naar Mij toe, want dit zou het verlangen koesteren naar de uiting van mijn liefde, naar een bewijs van aanwezigheid.

Het verlangen naar mijn woord kan wel verschillend van aard zijn. De mens kan getroost en gesterkt willen zijn door geestelijk bemoedigende woorden. Hij kan zijn weten op geestelijk gebied willen verrijken. Hij kan ook in dankbaarheid aan Mij denken en Mij dit kenbaar willen maken en daarom mijn nabijheid wensen. Hij kan in innige samenspraak met Mij willen verblijven en in gedachten mijn woord tot zich nemen. Doch steeds moet zijn gevoel geestelijk gericht zijn. Dan zal Ik me ook laten vinden. Zijn roep zal Mij naar zich toe trekken en door mijn woord zal Ik me te kennen geven, omdat anders de mens mijn nabijheid niet zou kunnen verdragen.

En mijn woord zal eveneens op verschillende manieren tot hem komen. Door het rechtstreeks werkzaam zijn van de geest in hem, zodat hij in staat is zelf mijn stem te vernemen. Door overdracht van een directe ontvanger die in mijn opdracht hem mijn woord verkondigt, of langs de weg van mentale overdracht van weten uit het geestelijke rijk. Door het lezen van mijn woord dat naar de aarde is gestuurd. Door een geestelijk onderhoud met medemensen. Steeds zal Ik me bekommerden om een hart vol verlangen. Want Ik zelf ben het Woord en dus vertoef Ik zelf midden onder de mensen als ze met een ernstige wil mijn woord aanhoren, Mij tot zich laten spreken.

Dan bied Ik hun het brood des hemels aan, mijn vlees en mijn bloed. En als ze Mij zelf dus eten en drinken, moeten ze ook zeer innig met Mij verbonden zijn. Als ze mijn woord opnemen in het diepe geloof dat Ik zelf het Woord ben, nemen ze Mij op in hun hart. En Ik zal ze voortdurend gelukkig maken met mijn tegenwoordigheid. Want Ik gaf u de belofte bij u te blijven tot aan het einde der wereld, en mijn belofte gaat op mijn woord in vervulling, omdat mijn woord waarheid is en blijven zal tot in alle eeuwigheid.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte