Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2828

2828 De omvang van de verwoesting - Natuurcatastrofe

28 juli 1943: Boek 37

De mensen kunnen zich er geen voorstelling van maken op welke wijze God Zich zal uiten, omdat er zich een werk van verwoesting zal voltrekken, zoals het in zijn omvang nog niet werd meegemaakt. En daarom zullen de voorspellingen geen geloof vinden en ook zonder uitwerking blijven. Want iets buitengewoons willen de mensen niet accepteren en een ingreep van God, die scheppingen verwoest, houden ze voor totaal uitgesloten.

Maar God uit Zich in een vorm die ongewoon is, omdat het doel van de verwoestingen is, de mensen uit het dagelijkse leven weg te rukken en in andere levensomstandigheden te verplaatsen, die het denken en hun levenswandel moeten veranderen. En daarom zal God door de krachten van de natuur de mensen Zijn Macht en Zijn Kracht bewijzen. Hij zal Zich hiermee in ongebreidelde uitbarstingen aan de mensen openbaren, opdat ze zich tot Hem wenden om hulp, opdat ze Hem in hun hart belijden en Hem aanroepen om Zijn bijstand. Het zal een gebeuren zijn, dat de mensen doet verstijven. Want het woeden van de krachten der natuur zal geweldig zijn. Zo geweldig, dat ze denken dat het einde van de wereld is gekomen.

En de mensen zullen niet weten welke omvang de natuurcatastrofe heeft aangenomen. Ze zullen alleen maar hun naaste omgeving kunnen overzien en over de eigenlijk omvang van het werk van verwoesting niets weten, omdat elke verbinding met de omgeving is verbroken. Het zullen vreselijke uren zijn. Uren van de grootste nood en diepste vertwijfeling, omdat geen mens tegen de krachten der natuur is opgewassen, omdat allen over zich moeten laten komen wat hun door God is opgelegd.

De goddelijke Stem zal hoorbaar zijn voor ieder, want Ze zal zo krachtig weerklinken, dat niemand zijn oor ervoor kan sluiten. Ze zal angst en verschrikking teweegbrengen. En toch is het de Stem van de Liefde, Die tot de mensen spreekt. Alleen zo geweldig, omdat op een zachte Stem geen acht wordt geslagen en omdat de mens geroepen moet worden, wil hij niet ten onder gaan aan de manier van leven, zoals hij die leidt: zonder God en zonder het geloof aan een voortbestaan na de dood.

Weliswaar zal ook deze duidelijke uiting van God door de meeste mensen niet worden herkend als datgene wat ze is. Een God, Die bestuurt en het lot voorbestemt, zal door velen helemaal worden afgewezen. Maar het geweldige natuurgebeuren zal de mensen ertoe brengen na te denken. En dan is de wil van ieder afzonderlijk bepalend, in hoeverre zijn denken in overeenstemming is met de waarheid en hoe hij nu de op hem af komende gedachten op zich in laat werken.

Hij kan tot het ware inzicht komen wanneer hij zich niet afsluit voor de dragers van de waarheid, die door middel van gedachten proberen hem te onderrichten, en wanneer hij de mensen aanhoort, die hem de Liefde Gods en de zin en het doel van het leven op aarde verkondigen. God geeft alle mensen de gelegenheid tot het juiste inzicht te komen. En alleen het verlangen naar de waarheid is nodig, om zich de verschrikkelijke belevenis ten nutte te maken. Maar slechts weinigen zullen dit verlangen hebben en ze zijn niet anders te helpen, wanneer ook deze natuurcatastrofe zonder indruk te maken aan hen voorbijgaat.

God gebruikt het uiterste middel voor de definitieve scheiding. Hij probeert nog eenmaal het denken van de mensen te veranderen. Hij houdt hun de vergankelijkheid van het aardse voor ogen en laat ze in toestanden geraken, waarin ze Hem zullen zoeken en naar Hem verlangen om hen dan bij te kunnen staan. Hij laat derhalve een werk van vernietiging zich voltrekken, dat echter tegelijkertijd een verlossing betekent voor het in de vaste vorm gekluisterde geestelijke.

De onwetende mensheid ziet alleen maar de overweldigende verwoesting, maar de wetende mens is op de hoogte van de noodzaak en de zegen van zulke verwoestingen voor de geestelijke ontwikkeling van het wezenlijke. Hij kent ook het gevaar waarin de mensheid zich bevindt, dat ze haar Schepper niet erkent, dat ze onverantwoordelijk voortleeft en haar hoogste doel van het leven op aarde niet vervult. En hij weet dat God Zijn geweldige Stem nu laat weerklinken, omdat Hij medelijden heeft met de mensheid, die Zijn besturen en werkzaam zijn niet beseft. Hij weet dat God alleen maar de dwalende zielen wil helpen, opdat ze Hem herkennen als Hij door de krachten der natuur tot hen spreekt.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte