Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2800

2800 Beroepsmatige missionarissen - Schoolkennis

6 juli 1943: Boek 37

Elke missie op aarde die het verlossen van gekluisterde zielen tot doel heeft, is GOD welgevallig en daarom ook door HEM gezegend, alleen moet ook het streven van diegenen die zich zo'n missie tot levenstaak hebben gesteld, zijn: de zuivere waarheid te verbreiden. En daarom kan niet ieder deze arbeid op zich nemen die zelf de waarheid niet bezit. En wederom is de wil van de mens doorslaggevend, maatgevend is de beweegreden die hem daartoe aanzet deze arbeid ter hand te nemen. De goede wil GOD te dienen en verdwaalde zielen naar HEM toe te leiden, zal hem ook de zuivere waarheid opleveren, die hem in staat stelt verlossend werkzaam te zijn op aarde. En daarom moet aan zo'n voornemen eerst het besef van eigen onwetendheid voorafgaan, dat hem aanleiding geeft zich innig naar GOD te keren en HEM om verlichting van de Geest te vragen. Dan is de eerste voorwaarde vervuld voor een beroep dat een drang vanuit het hart moet zijn, maar niet een "beroep" in de letterlijke zin van het woord.

Het gevaar van het laatstgenoemde bestaat echter, zodra de mens meent wetend te zijn door 'n schools geleerd weten, dat hem evenwel niet in staat stelt, onderrichtend werkzaam te zijn, omdat hij zelf de waarheid nog niet inziet en ze daarom ook niet verder kan geven. En nooit zal hij dan de medemensen juist kunnen onderrichten. Hij zal hun, de zin en het doel van het aardse leven niet begrijpelijk kunnen maken, omdat hij niet op de hoogte is van het allereerste begin en het einddoel van datgene wat de gang over de aarde moet doormaken. Hij houdt zich alleen streng aan dogmatische leerstellingen die wel weer schools worden doorgegeven maar niet de ziel aansporen om werkzaam te zijn en de Geest in haar kunnen wekken. De mens neemt slechts kennis op met z'n verstand, maar die dringt niet door in het hart en veroorzaakt daarom ook geen omvorming van de ziel, die echter absoluut noodzakelijk is, opdat deze ziel verlost zal worden uit haar onvrije staat. En bijgevolg kan deze schoolkennis nooit toereikend zijn voor een missie die de verlossing van verdwaalde zielen tot doel heeft.

En nu is het ook begrijpelijk hoe weinig succesvol beroepsmatige missionarissen werken, wanneer niet de diepste deemoed tegenover GOD en de diepste liefde tot de medemensen hen tot dit ambt hebben aangespoord. Want alleen de laatsten zijn de ware dienaren van GOD, die tot heil van de medemensen onder hen kunnen werken. De ware dienst aan GOD bestaat alleen daarin: te helpen bij het verlossen van wat uit GOD is voortgekomen en zich van HEM heeft afgescheiden, maar van wie de eeuwige Liefde Zich nooit afwendt. En zodra een mens zich deze levenstaak stelt en vanuit het besef van de eigen onwetendheid GOD's steun begeert, dient hij GOD en hij zal zijn taak nu ook nauwgezet en succesvol kunnen uitvoeren, hij zal zijn missie op aarde vervullen en bijdragen aan de verlossing van het gebondene, terwijl het eigenlijke beroep van een dienaar GOD's geen garantie is dat hij tevoren de voorwaarden heeft vervuld en hem daarom ook de bekwaamheid moet worden ontzegd de medemensen in de waarheid te kunnen onderrichten en bijgevolg ook de verlossing van deze zielen in twijfel is getrokken, omdat alleen de waarheid de mensen vrij kan maken, omdat alleen de zuivere waarheid verlossend werkt.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte