Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2398

2398 Sabbatsheiliging – Geboden

6 juli 1942: Boek 32

Ik schenk de gehele mensheid medelijden en wil haar Mijn liefde schenken. Maar wie schenkt nog aandacht aan Mij? Slechts weinig mensen streven naar Mij. Ze zoeken Mij en willen naar Mijn welgevallen leven. Ze dingen naar Mijn liefde en willen alles doen, wat Ik van hen verlang. En dit zijn Mijn kinderen. Ik ben dicht bij hen, ofschoon ook voor een ieder in een andere vorm. Maar steeds zullen ze Mij herkennen en Mij willen dienen. Daarom verblijf Ik onder hen en heb Ik Mijn welgevallen aan degenen, wier gedachten Mij zoeken en die zich in het gebed met Mij verbinden.

En zo zullen ze een duidelijk teken van Mijn liefde hebben, opdat ze bij Mij blijven en Mij als de Heer en Schepper van de hemel en de aarde herkennen. Ze zullen Mijn woord in alle zuiverheid horen en met het woord ook de zekerheid, dat Ikzelf bij hen ben. Dit woord is Mijn onderpand. Het getuigt voor jullie mensen, dat Ik weer op aarde ben en dat Ik telkens weer tot die mensen spreek, die Mij willen horen en Mij in liefde toegenegen zijn. En dit woord is onvergankelijk, zoals alles, wat van Mij komt, onvergankelijk is. Daaraan zullen jullie herkennen of jullie een goddelijk of een menselijk werk bezitten. Dat het alles doorstaat en tegen elke wil om te vernietigen standhoudt.

En wanneer jullie je nu afvagen, wat Ik van jullie als wederdienst eis, dan kunnen jullie jezelf ook het antwoord geven: niets, dan dat jullie liefde geven aan allen, die jullie weg kruisen. Want met deze liefde vervullen jullie het eerste gebod. Jullie schenken aandacht aan mij. Jullie geloven in Mij, Die jullie de liefde heeft onderwezen en Die Zijn leven in liefde voor jullie opgegeven heeft. En zo moeten jullie opgeven, wat jullie lief en dierbaar is. Jullie moeten alleen in Mij de vervanger zien. “Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben”. Jullie moeten naar niets anders verlangen, dan enkel Mijn tegenwoordigheid, opdat Ik onder jullie verblijven kan en jullie Mijn nabijheid voelen.

Dit is weer een gebod, waartoe Ik jullie niet dwing, maar waarin Ik jullie vrijlaat, omdat enkel de liefde jullie handelen moet bepalen. Niet Mijn gebod. De geest van de liefde moet actief in jullie zijn. Dan zullen jullie steeds zo denken en handelen, als het met Mijn geboden overeenkomt. En als de liefde in jullie is, dan hebben jullie geen geboden nodig, want deze heb Ik gegeven voor die mensen, die gespeend waren van alle liefde en geen acht sloegen op alles, wat hun Mijn liefde op zou moeten leveren. Hun liefde betrof enkel het lichaam, ter wille waarvan ze elk gebod veronachtzaamden. En om dit lichamelijke verlangen te beperken, om een stokje voor de eigenliefde te steken, gaf Ik een gebod, dat ze op één dag aan Mij zouden moeten denken, dat ze één dag zouden heiligen. Zich van elke lichamelijke arbeid zouden onthouden en overeenkomstig Mijn gebod zouden leven.

Een werkzaam zijn in liefde en voortdurend gedachten aan Mij hebben en een naar achteren verplaatsen van de eigen lichamelijke begeerten, dat is de ware sabbatsheiliging. Een mens, die van liefde van Mij vervuld is, heeft ook de materie overwonnen en hij streeft niet meer naar een vermeerdering van aardse goederen. Bijgevolg ontheiligt hij de sabbat niet door lichamelijke arbeid tot nut van en voor de godsvrucht van de medemens. En een ieder, die volgens Mijn wil leeft, die naar Mij streeft en Mij innig liefheeft, zodat hij niet in strijd met Mijn geboden handelt, is een lid van Mijn gemeente, ook wanneer dit uiterlijk niet herkenbaar is.

Jullie mensen vergissen zich en leggen Mijn geboden op een verkeerde manier uit. Jullie handelen naar het woord, niet naar de betekenis van Mijn woorden. Wel met de beste bedoeling om Mij daarmee te dienen. Maar daardoor ontstaan er misverstanden en moeilijkheden, waarop zo velen schipbreuk lijden en jullie dienen Mij daardoor niet. Luister met een liefhebbend hart naar jullie innerlijke stem, die jullie zeker juist zal leiden, als jullie voor Mij en niet tegen Mij zijn.

Al Mijn geboden moeten alleen maar de liefde in jullie tot de hoogste bloei ontsteken. Maar als de liefde in jullie is, hebben jullie Mijn geboden werkelijk niet nodig, want dan zullen jullie overeenkomstig de liefde handelen. Jullie zullen ook de naaste liefde schenken, hem op geen enkele manier schade berokkenen. Jullie zullen al jullie denken en handelen aan Mijn wil onderwerpen en jullie kunnen dan niet zondigen, dat wil zeggen liefdeloos zijn. Hou je aan het gebod van de liefde, dan houden jullie je aan al Mijn geboden. En als jullie je aan de goddelijke leiding overgeven, hoeven jullie werkelijk niet te vrezen verkeerd te denken of te handelen.

Maar wat jullie ook doen, steeds zal jullie wil en jullie liefde beoordeeld worden, niet de daad op zich. Als jullie de sabbat ook naar buiten toe heiligen, dan zal dat ook Mijn welgevallen hebben, als jullie geloven Mijn wil daardoor te vervullen. Maar nooit zal degene, die de uiterlijke vorm niet in acht neemt, maar eveneens probeert Mij innerlijk ter wille te zijn, zich aan zonde schuldig maken. Hij vervult Mijn geboden, omdat hij voor Mij en niet tegen Mij wil zijn.

Amen

Vertaald door Peter Schelling